DZD-2 2022-2023

DZD 2 – RSR Ivoren Toren 3
22-4-2023

 

DZD 2 vecht, maar verliest

 

We begonnen iets later en de eerste drie borden nog iets later omdat de Rotterdammers aan die borden besloten hadden de Zeelandbrug te nemen en daar was natuurlijk net een file. Doordat de wedstrijdleider zo aardig was hun klokken pas om 13.20 uur aan te zetten begonnen de laatkomers met slechts tien minuten minder op de klok.

Het derde team van RSR Ivoren Toren is erg evenwichtig: zwakste speler: 1493 ELO en sterkste 1668 en die zitten op 5 en 4. Op alle borden hebben we een (soms forse) ratingachterstand; alleen bij Riny Westveer is er sprake van evenwicht en bij Marco Baars is het verschil minder dan 100.

We speelden in onze reguliere zaal en daar hing nog een recente stand van de interne competitie. Onze tegenstanders konden dus zien “welk vlees ze in de kuip hadden”, maar ach, wat heb je eraan als je weet wat iemands interne rating is. Zeker in deze wedstrijd “om des keizers baard”.

Na een goed uur spelen zijn de meeste partijen nog in evenwicht; alleen Alexander van ’t Hoff staat een pion achter zonder veel compensatie. Flip Meijaard staat weliswaar een (gambiet)pion voor, maar heeft daardoor ook wel wat problemen, waarbij ik overigens niet zie hoe zijn tegenstander daar wat mee kan.

Een drie kwartier later (tegen drieën) is er weinig veranderd. Alexander staat een pion achter, maar lang niet verloren en bij de rest is er sprake van kleine voordeeltjes of nadeeltjes of strak evenwicht. Bij Ad van Klinken is door zijn tegenstander een pionoffer gedaan wat misschien goed, misschien fout is.

Om vier uur zijn alle partijen nog bezig en eigenlijk is alles nog mogelijk: Riny staat veel beter, Flip veel slechter. Ad staat twee pionnen voor, maar waarschijnlijk toch verloren, Wilmer Jacobusse staat er twee achter, maar heeft tegenspel. Marco staat gedrongen en de rest .. tsja … de rest “gelijkachtig”.

Zoals altijd komen de resultaten in het vierde uur:

16.15 uur: Wilmer verliest, want hij blijft twee pionnen achter

16.20 uur: Alexander wint, omdat zijn tegenstander een dubbelaanval (Alexanders tweede in de partij) overziet: schaak + stuk à wint paard.

16.25 uur: Ad remise na een door beide spelers prachtig gespeeld eindspel

16.30 uur: Flip verliest na een door zijn tegenstander planmatig goed gespeelde partij

16.45 uur: Marco verliest en dat is een beetje onnodig

16.45 uur: Marius verliest ondanks een puike partij

17.05 uur: Riny remise waar hij niet tevreden mee zal zijn

En een minuut later: Ruben remise en dat is hier de meest logische uitslag

 

Omdat ik zelf als wedstrijdleider niets te doen had (16 heerlijke schakers) kon ik me wijden aan het direct tikken van een meer gedetailleerd verslag van de diverse partijen. In bordvolgorde:

 

Wilmer Jacobusse (1514) – Bent Blokland (1655)

Wilmer speelt een gevaarlijke Siciliaan, omdat zijn tegenstander de Alapin speelt met al snel Pb5 met dreigingen op c7 (koning op e8, dame op d5 en toren op a8). Als zwart (Wilmer dus) op tijd a6 kan spelen is er niet veel aan de hand, maar dat kan niet meer, want daar staat een zwart paard dat dus veld c7 dekt. Dat veld had Wilmer beter met Dd5-d8 kunnen dekken. Achteraf kon Wilmer niet meer terughalen waarom hij die zet niet speelde. Ik denk dat de psychologie hier zijn werk heeft gedaan: een mens zet een stuk niet snel terug.

Uiteindelijk verloor Wilmer toch nog wat: een pion op a7, maar daar kreeg hij dan weer wel een ontwikkelingsvoorsprong voor terug. Die hield hij wel, maar het lukte Wilmer niet daar gebruik van te maken. Erger nog: hij verloor nog een pion en door accuraat spel van zijn tegenstrever uiteindelijk ook de partij.

 

Riny Westveer (1663) – Jungbin Lee (1652)

Evenwichtige openingsfase, waarin net na drieën Riny een pion wint nadat zijn tegenstander een ruilactie verkeerd heeft ingeschat. Riny blijft geconcentreerd spelen en wint met mooi positiespel een tweede pion en lijkt op weg naar een zege. Maar zijn tegenstander blijft “vervelend” en geeft zichzelf tegenkansen. En dat werkt, want in tijdnood gaat Riny de fout in. Gelukkig kan hij nog afwikkelen naar een dame-eindspel met evenveel pionnen en een vrijpion voor Riny. Die vrijpion kan wel gedekt worden door Riny, maar niet ondersteund worden in een opmars naar het promotieveld. Remise dus.

 

Ruben de Bruijn (0000) – Jungmin Lee (1582)

Hier ook een evenwichtige openingsfase. In het vierde uur wint Ruben een pion. Kan hij het eindspel van paard + 6 pionnen tegen paard + 5 pionnen winnen? Eerst verliest Ruben die pion weer, omdat de witte koning actiever staat dan die van Ruben. Even dacht ik dat Ruben het eindspel met tempozetjes kon winnen, maar dat was niet zo. Ook uit de computeranalyse die supporter Martjan Romijn live uitvoerde bleek het eindspel potremise. Degelijke partij van Ruben.

Nou ja, degelijk. Er was wel “een momentje” wist Ruben me later (na analyse met de computer) te melden. Ruben dacht in deze stelling (pion meer)

dames te gaan ruilen door Dd7-c6 te spelen. Hij overzag dat, na Txd4, het geen dameruil was, maar paardverlies. Gelukkig overzag zijn tegenstander dit ook en ruilde door te slaan op c6 en af te wikkelen naar een eindspel met een pion minder en allebei een paard. Tsja, ruilen is niet altijd goed, ook niet als je voor staat. Op twee andere borden gingen we ook met ruilen de fout in, maar daar maakten de Rotterdammers er wel gebruik van.

 

Ad van Klinken (1538) – Rawi Wortman (1668)

Ad komt tegen hun (op papier) beste speler niet geweldig uit de opening, in de zin dat hij met wit geen voordeel haalt, zelfs geen ontwikkelingsvoordeel. Zijn tegenstander speelt het echter niet handig en al na anderhalf uur is er een eindspel ontstaan van toren + licht stuk + 6 pionnen waarbij Ads toren in de zwarte stelling is binnengedrongen en Ad een groepje minder heeft en de zwarte vrijpion ongevaarlijk lijkt.

Maar dan; in deze stelling

verrast zwart Ad (en mij) met 23….d4. Is dit goed of fout? Volgens de engine allebei niet: 0,00. Verrassend, want ik dacht toch echt dat het een geniale zet was, waardoor zwart eerder zou gaan promoveren.

Even later is het Ad die een listige zet doet.

Hij speelt zijn e-pion op, naar e6. Sluw, maar ook de enige goede. Alle andere zetten leiden tot winst voor zwart. Daarna blijft de partij spannend en eindigt het in remise doordat zwart niet aan promoveren toe komt door een matdreiging van Ad. Prachtige partij om te zien. Wat een mooi spel is het toch, dat schaken, met zo weinig materiaal zo veel spanning.

 

Marco Baars (1442) – Manixia Wortman (1493)

Marco krijgt in de opening problemen met de rokade. Kort rokeren is de enige optie, maar zijn loper op f8 komt er niet makkelijk uit. Door de goede zetten op het goede moment te doen weet Marco zijn problemen op te lossen en af te wikkelen naar een gelijke stelling.

In het derde uur gaat Marco in de fout door op c1 te slaan waarna de open c-lijn voor wit is. De vraag is of Marco dat kan verdedigen. Nee dus: Marco moet materiaal geven: stuk tegen twee pionnen achter, maar zijn tegenstander heeft een machtig loperpaar en speelt het keurig uit.

Later gaf Marco aan dat hij ook niet meer wist waarom hij op c1 sloeg. Hij had op dat moment wel weinig tijd. En ik denk (op basis van jarenlange ervaring in het spelen van verkeerde zetten) dat ik het weet. Je hebt weinig tijd, vereenvoudigen lijkt dan het devies en dat lijkt dan weer het eenvoudigst door te ruilen. Niet dus, ruilen is niet altijd goed (en daar kwam Flip ook achter).

 

Marius Leendertse (1302) – Wouter Scheffer (1646)

Marius komt in de opening niet in de problemen. Knap, tegen zo’n sterke speler. Maar hoe verder? Het is voor Marius moeilijk een plan te vinden. Zijn plan zou iets moeten zijn met druk op de zwakke pion op d6, maar hoe dan? Het zwarte plan is eenvoudiger: a6 en dan b5 en zo de pionnenmeerderheid op de damevleugel activeren.

Het gaat natuurlijk toch anders: Marius krijgt een vrije c-pion, maar hoe kan die benut worden? Of kan zwart hem drie keer aanvallen en kan Marius die pion maar twee keer verdedigen? Helaas het laatste.

Maar misschien kan Marius remise houden doordat hij een paard op c5 kan krijgen. Dat werkt ook net niet en na een verkeerde koningszet in tijdnood kan de Rotterdammer afwikkelen naar een eindspel van alleen pionnen met twee pionnen meer. Marius gaf het toen -terecht- ook maar op.

 

Flip Meijaard (1326) – Ed van Doorn (1581)

Flip komt in de openingsfase een pion voor, maar dit is een gambietpion. Wit heeft compensatie: beter ontwikkeld en aanval over de d-lijn op de zwakke zwarte d-pion. Flip denkt zijn probleempjes op te kunnen lossen door veel te ruilen, maar zijn d-pion blijft zwak en wit beheerst de d-lijn. Voor Flip aanleiding die d-pion maar op te geven. Misschien wel verstandig, maar zelf had ik ervoor gekozen met Le7 aan die d-pion te blijven hangen.

Ondanks dat het nu gelijk is houdt Flips tegenstander Flip in de houdgreep en de beheersing van de d-lijn lijkt Flip fataal te worden. En dat is ook zo. Eerst gaat pion b6 verloren en vervolgens heerst de witte toren over de 6e rij en begint de partij te lijken op Gabriel Garcia Marquez’ meesterwerk “De Kroniek van een Aangekondigde Dood”. Na Kg5 met verlies van de pion op g6 tot gevolg geeft Flip zich over aan Magere Hein.

 

Alexander van ’t Hoff (1127) – Rik Wortman (1584)

Alexander komt niet aan rokeren toe, mede vanwege een te vroeg Db3. Met 8. Ld3 wil Alexander op de volgende zet rokeren, maar na 8….Pa5 (met aanval op die dame) kost dat een pion. Alexander blijft geconcentreerd spelen, gaat op zoek naar tegenspel, lijkt dat te vinden op de koningsvleugel, maar zwart doet vervelend en zet Alexanders loper vast. Maar met een listige dubbelaanval verliest Alexander geen stuk, maar wint zijn pion terug en is de stelling weer helemaal gelijk: dame + paard + allebei 6 pionnen!

En mooier (voor Alexander dan) nog: met weer een dubbelaanval (schaak + stuk) wint Alexander het zwarte paard en de partij. Met 450 ratingpunten minder scoort Alexander het enige volle punt!!

 

Absoluut geen schande, deze teamnederlaag. Ik snap er eigenlijk niks van dat deze ploeg (vandaag 1608 gemiddelde rating) uit 9 wedstrijden maar 7 matchpunten heeft gehaald. Je kunt het ook omdraaien: wat knap dat DZD 2 8 matchpunten heeft behaald tegen allemaal (op papier) betere ploegen.

 

Doordat diverse spelers van het tweede team invalbeurten hebben gehad in het eerste (Marco, Herman, Ad en Riny allemaal twee keer en Wilmer, Ruben en Karel één keer) en dat sommige spelers later lid zijn geworden (Karel en Ruben) of naar Santiago de Compostela wilden wandelen (Leendert en Wilmer) is het beeld wie de beste DZD2-er is geweest wat vertroebeld.

De meeste punten zijn gescoord door Riny Westveer en Leendert van Klinken, beiden 4 ½ uit 6 met een gemiddelde tegenstand van 1624 respectievelijk 1420. Echt mooie scores en dat geldt ook voor Ruben de Bruijn (3 ½ uit 6 met een gemiddelde tegenstand van 1593).

Ook 3 ½ e punt scoorden Ad van Klinken en Alexander van ’t Hoff. Daar hadden ze 7 potjes voor nodig. Bij Ad is het dan ook nog zo dat hij bij zijn twee invalbeurten in het eerste een 100%-score boekte. Maar wat te denken van Alexander. Hij heeft (met 1127) de laagste rating van ons allemaal en dan een 50%-score halen. Knap hoor en hij had echt geen misselijke tegenstanders (gemiddelde rating: 1491!).

Riny en Leendert scoorden 75%. Dat deed ook Karel Hoogerland: 3 uit 4.

 

Maar los van de individuele scores is mij de enorme team spirit en vechtlust opgevallen. Elke wedstrijd hadden we een volledig team (ook met dank aan de invallers, die we vier keer nodig hadden).

Het was een leuke competitie, met onbekende tegenstanders en veel spanning (“iedereen kon van iedereen winnen”). Dat zie je ook in de stand terug:

Team MP BP 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1. De Pion 2 16 45 6
2. Sliedrecht 3 14 45.5 6 4 4 6
3. DSC Delft 5 11 39.5 5 3 4 4 4 6
4. De Baronie 4 8 35 2 2 3 6 5 4 4
5. De Zwarte Dame 2 8 33.5 7 5
6. Krimpen aan den IJssel 4 8 31.5 5 2
7. RSR Ivoren Toren 3 7 36.5 4 4 3 4
8. Overschie 2 7 35 4 4 4
9. Spijkenisse 3 6 28 4 1 4
10. Fianchetto 2 5 30.5 2 2 4 3 4 4

 

We feliciteren De Pion 2 met het kampioenschap. Waarschijnlijk zien we die ploeg volgend jaar weer, maar dan als tegenstander van De Zwarte Dame 1. Aan de andere kant zal BSV 2 ook wel weer langs komen, maar dan als tegenstander van De Zwarte Dame 2.

 

Peter van der Borgt


De Pion 2 – DZD 2
1-4-2023

 

Tweede team verliest nipt van nummer één

 

Ik ben er niet bij geweest, maar op basis van informatie van de spelers toch een verslag. Wil je een echt ooggetuigenverslag, lees dan depion.nl

In de volgorde van de borden nog wat kanttekeningen.

Riny Westveer won met een fraaie combinatie.

 


Zwart aan zet speelt hier (het niet onlogische) 23….e5. Hoe straft Riny (met wit dus) dit af?

Leendert van Klinken speelde een erg goede partij tegen een 1600+-speler: chess.com Leendert

Leendert meldde het volgende over zijn partij: Mijn tegenstander, Muhammed Almatni, komt uit Syrië en woont sinds 4 jaar in Nederland. Het grappige is dat mijn taalmaatje en ik ook al eens geschaakt hebben dus ik kon wat stukken in het Arabisch benoemen. Dat vond hij wel grappig.

 

Hij verraste met op zet drie al a3 te spelen. Ik vraag me af of dat een ‘normale zet’ is? Leek me erg vroeg.

Reactie ondergetekende: Inderdaad, dat is vroeg en eigenlijk tempoverlies.

 

Na loper c4 heb ik even getwijfeld om Pxe4 te spelen, de analyse geeft daarop voor wit Pxe4 aan. Maar ik dacht dat Lxf7 schaak, me dan in de problemen zou brengen.
Iets verderop lijkt mij  La2 – Lxa2 – Pxa2 ontzettend passief. Hoewel hij wel ruimte maakt voor zijn c-pion, maar later speelt hij weer Pc3 dus die ruimte benutte hij niet eens. Op zet 10 met h4 komen was opnieuw een verrassing en ietwat te optimistisch denk ik.

Vervolgens komt er na wat stukken geruild te hebben wel een aanval op de koningsflank met een open h-lijn, maar gelukkig heeft hij mijn fout op zet 19 met Pd7 niet benut door te antwoorden met Tah1. Dan was de boel flink in de soep gelopen. In plaats daarvan Txe5. Leendert blij 🙂

Op zet 21 was ik denk ik op mijn beurt iets te optimistisch door al voor een eventuele dameruil te gaan want de analyse geeft het aan als een misser. Maar zolang een misser met een misser Th1 wordt beantwoord is er geen vuiltje aan de lucht 🙂

In het eindspel blundert hij met c4 waarna ik mijn vrijpion/dame ‘offer’ om de boel op te vegen met mijn toren. Maar voordat ik die bezem uit de kast kon pakken gaf hij op. 

Ad van Klinken was kort over zijn partij: Over mijn partij tegen Henk Alberts kan ik het volgende zeggen: Een Spaanse opening met de Morphy / Chigorin verdediging (volgens chess.com). Een gelijk opgaande strijd met aan beide kanten een zeer hoge % score: Henk 94,5 % en ik 94,6%. Ik had wel veel meer tijd gebruikt. Daarom deed ik een remisevoorstel, wat aangenomen werd. 

Klemen Pernat Susek woont in Roosendaal en (logischerwijs) overweegt lid te worden van De Pion. Speelde hij nu een uit- of een thuiswedstrijd? Feit was dat het punt in Roosendaal, in The Black Horse, bleef en niet bij The Black Queen terecht kwam.

Marco Baars probeerde de 4-4 op het bord te krijgen, maar dat mislukte: Teveel pionnen op het bord, waardoor zijn paard het beter deed dan mijn loper was Marco’s analyse.

Alexander was zo vriendelijk om zijn verliespartij van commentaar te voorzien: Mijn conclusie: aan zelfreflectie ontbreekt het hem niet.

1 e4  c5 2 f4 e6 3 pf3 pc6 4 c3 Le7 5 Le2 d5.  Nu ik mijn wedstrijd naspeel zie ik dat loper e7 niet de beste zet is. 6 e5 f6 7 0-0  Dc7 8 d4  cxd4  9 cxd4 Lb4 speel ik om ruimte te maken voor mijn paard om die naar e7 te spelen. 10 a3  La5 11 b4  Lb6 12 b5  pce7  13 a4 a6. Zwart staat er niet zo goed voor want zwart heeft weinig  speel ruimte. 14 Pa3 pef5 15 pc2 pge7 16 la3. Ik wilde nu rokeren maar ik deed het niet
want ik dacht dan staat mijn paard in de penning .(misschien beter wel
kunnen doen)  pg6. Mijn plan was om steeds meer druk uit te oefen op pion
d4. 17 Dd2 fxe5 18 fxe5 pxe5 19 pxe5 Dxe5 en zwart staat een pion voor.

Daar heeft Alexander gelijk in, maar wit had hier met een mooie combinatie winnend voordeel kunnen behalen. Ziet u hoe?

Antwoord: zie verderop. Wit zag het niet en speelde 20. Lc5, waarop Alexander met 20. Dc7 antwoordde, terwijl slaan van de loper (Lxc5) beter was.

We laten Alexander weer aan het woord:

20 Lc5  Dc7  je ziet ook zwart staat niet zo goed want hij heeft zijn
torens niet in het spel gebracht. 21 Txf5 Lxc5 22 Df4 e5 is niet de beste zet had  beter loper d6 kunnen spelen. Helaas was e5 het begin van het einde. 23 Txe5+ Le7  24 Tf1 Kd8 25 Txd5 Ld7 26 Lg4  Dxf4 nu ik het na zit te kijken had ik achteraf veel betere zetten kunnen spelen, maar dat is helaas niet gebeurd. 27 Txf4 axb5 28 Txd7+ Ke8 29 Te4  Kf7 30  Txe7 Kg6  31 Txg7+ Kf6 Tf7 + Zwart heeft verloren .

En dit is de hele partij digitaal: chess.com Alexander

In de interne competitie lukt het allemaal nog niet zo goed voor Marius Leendertse. Extern stond hij op 2 ½ uit 4. Knap. Maar helaas viel hij terug naar 50%, wat nog steeds prima is.

Flip Meijaard boekte zijn eerste zege dit seizoen op zaterdag.

 

 

Antwoorden:

Riny verraste zijn tegenstander met 24. Txh7, Kxh7 25. Td3 (die zet moet Riny natuurlijk wel gezien hebben voor hij op h7 sloeg), Tg8 26. Th3, Kf8 27. Th8 mat. Mooi dat zijn tegenstander Riny toestond het mat uit te voeren.

Riny meldde me nog dit over zijn partij: Tsja 24. Txh7 ben ik toch wel een beetje trots op :). Mijn tegenstander speelde op zich prima. Ik had zelfs het idee dat zwart iets lekkerder uit de opening kwam, omdat ik een hele zwakke pion had. Volgens de computer viel dat allemaal wel mee en stond het ongeveer gelijk. Helaas voor hem was het na 23.e5 ineens gelijk klaar.

De tegenstander van Alexander had met 20. Txf5 vernietigend kunnen toeslaan. Alexander kan op twee manieren reageren:

  1. . Dxf5, 22. Tf1, Dg6 23. Db4, Ld8 24. Pe3, h5 (zwart kan niet veel doen, hij moet met de dame veld f7 of e7 dekken, anders gaat hij mat) 25. Tf8+, Txf8 26. Dxf8+, Kd7 27. Dd6+, Ke8 28. Pxd5 en het gaat echt mis
  2. 21….exf5, 22. Lh5+, Kd8 (of Kd7) 23. a5 en er gaat teveel materiaal verloren en de koning blijft slecht staan

Heel eerlijk: slaan op f5 met de toren lijkt nu logisch, maar dan moet je wel ver vooruit kunnen kijken. Niets bijzonders dus dat beide spelers dit gemist hebben.

 

Gedetailleerde uitslag:

Hogeloon van, C.B.M. (Kees) 1483 Westveer, M.C.A. (Riny) 1663 0 – 1
Almatni, M. (Muhammed) 1630 Klinken van, L.C. (Leendert) 0 0 – 1
Alberts, J.H. (Henk) 1541 Klinken van, A. (Ad) 1538 ½ – ½
Snijders, A. (Anthony) 1481 Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 1 – 0
Linders, T. (Thimo) 1650 Baars, M.S. (Marco) 1442 1 – 0
Robben, B. (Bas) 1517 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1127 1 – 0
Lubbers, P. (Patrick) 0 Leendertse, M. (Marius) 1302 1 – 0
Potjes, T.A.A. (Theo) 1402 Meijaard, P.J. (Flip) 1326 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1529 Gemiddelde Rating: 1400 4½-3½

 

Peter van der Borgt

 


DZD 2 – DSC Delft 5
11-3-2023

 

DZD 2 hard onderuit

 

De spelers van het tweede waren in hun stoutste dromen al een kampioensfeest aan het vieren. Maar de in 7e ronde werden die dromen verstoord door onverstoorbare Delftenaren.

Marco Baars stond na 5 halve zetten in hogere zin al verloren.

In het damegambiet had zwart net 2….a6 gespeeld. Marco kende het niet. In plaats van even na te denken over de gedachte hier achter (ja, ja, die is er: slaan op c4 en die pion met b5 dekken) speelde hij 3. Lf4 om er na 3….dxc4 achter te komen dat hij de gambietpion niet meer terug ziet. Dat zou nog speelbaar zijn geweest als Marco niet die pion met geweld had willen terug winnen. Ik zal u de details besparen, maar Marco’s koning werd door een combinatie van loperpaar en dame van e1 naar b1 gedwongen om daar zijn Waterloo te vinden.

Ook in de opening kwam Leendert van Klinken al onherstelbaar achter. Met een loper minder probeerde hij er nog wat van te maken, maar zijn tegenstandster liet zich niet van de wijs brengen. En zo werd het 1 ½ – 3 ½.

Tussendoor waren er ook andere partijen tot een eind gekomen, maar dat waren partijen waar in de eerste anderhalf uur nog niet veel aan de hand leek.

Karel Hoogerland hield aan de opening een slechte d-pion over. Die verloor hij dan ook. Maar zijn tegenstander liet zich later in de partij foppen: torenschaakje op b1, de loper van g2 naar f1 is de enige optie, maar dan volgt Lh3 en ondekbaar mat.

We hadden zelfs voor kunnen komen als Alexander van ’t Hoff zijn twee pionnen voorsprong in een toreneindspel goed had uitgespeeld. Maar we weten het: toreneindspelen zijn razend moeilijk. Uiteindelijk resteerde een eindspel van twee koningen en één pion. Die pluspion van Alexander had geen waarde omdat zwart eenvoudig de oppositie kon houden.

Flip Meijaard overzag een paardvork. Hij kwam daardoor een kwaliteit achter zonder tegenkansen. En nog voordat Leendert op gaf streek ook Flip de witte vlag.

Snel na Leenderts capitulatie volgde vader Ad zijn voorbeeld. Ads reactie per mail was tekenend: Slechte partij met passief spel van zwart. Naar mijn gevoel heb ik maar één goede zet gedaan: olie op de piepende scharnieren van de tussendeur.

Bij Riny Westveer, die net als Marco een heel sterke tegenstander had, leek het of hij constant achter de feiten aanliep. Hij kon zich telkens aardig redden, maar in deze stelling

deed wit de juiste zet. Ziet u hem?

Daar zaten we dan: 5½ – 1½ achter. Nu waren we thuis tegen Sliedrecht 3 ook al een keer met 6½ – 1½ de bietenbrug opgegaan. Het zou toch niet weer zo zijn.

Nee. Gelukkig niet. Ruben de Bruijn speelde een puike partij. Hij dacht achter te staan (vanwege kwaliteitsverlies na een paardvork), maar was vergeten dat hij ook twee pionnen gesnoept had. In een fase rond de 35e zet had hij twee keer een geluk: eerst bleek een loperzet niet goed, maar de tegenstander zag de fout ook niet. Zijn tegenstander had met torenschaakjes in combinatie met een loper remisemogelijkheden. Die gingen echter verloren na een “aanraken is zetten”-ongeval. Ruben kwam steeds meer gewonnen te staan (mede door een paar mooie “instinker”zetten) en op een gegeven moment vroeg het publiek zich af of waarom zwart niet op gaf.

Ziet u waarom zwart (die aan zet is) nog niet op gaf?

Antwoord: zie verderop en dan lees je ook dat Ruben won, waarbij de laatste zet h8D mat was!

 

De gedetailleerde uitslag:

 

Rating
Rating
Klinken van, A. (Ad) 1559 Borgen, M.P. (Mats Peder) 1482 0 – 1
Baars, M.S. (Marco) 1443 Verwer, S.E. (Sicco) 1983 0 – 1
Westveer, M.C.A. (Riny) 1672 Drenthen, A. (Arjan) 1864 0 – 1
Bruijn de, R.T. (Ruben) 0 Berg van den, E.P.L. (Erik) 0 1 – 0
Hoogerland, K.A. (Karel) 0 Vesters, T. (Timo) 1479 1 – 0
Klinken van, L.C. (Leendert) 0 Khaddari el, L. (Lina) 1399 0 – 1
Meijaard, P.J. (Flip) 1331 Tolman, H.W.F. (Hugo) 1401 0 – 1
Hoff van ’t, A. (Alexander) 1127 Drenthen, A. (Abel) 1149 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1426 Gemiddelde Rating: 1537 2½-5½

Peter van der Borgt

 

Antwoorden:

  1. Riny’s tegenstander speelde 20. f4. Riny’s reactie (slaan op f4) was niet de handigste, maar ook na het betere 20…..Dg6 zou Riny minstens een pion achter komen zonder veel tegenkansen.
  2. Rubens tegenstander speelde het prachtige Tf2+. Ruben mag niet nemen, want dan is het pat. Gelukkig zag Ruben dit en bleek de toren niet dol genoeg om pat af te dwingen. Maar wat knap gevonden van de Delftenaar en wat een genoegen om zo’n zet te spelen. Uiteindelijk vond de dolle toren zijn einde op b4. Daar zette hij Rubens koning op b6 schaak en met Lb5 hief Ruben het schaak op en het mogelijke pat. Toch was Rubens partij met die (bijna) dolle toren en een loper+paard-eindspel bij DZD 1 het hoogtepunt van het vijfde uur.

 

Wil je weten wat onze tegenstander er van vond: delftseschaaksite.nl

Voorwaar een keurig verslag dat prima recht doet aan de krachtsverhoudingen en de ontwikkelingen op de diverse borden.


Fianchetto 2 – DZD 2
11-2-2023

Kou krijgt DZD 2 niet kapot

 

We beginnen met deze stelling:

Wilmer Jacobusse speelt met wit. En dit was de eindstelling. Ik hoor je nu denken “aha, loper slaat dame en dus geeft zwart op”. Nee, zwart is in deze stelling aan zet. Waarom dan toch 1-0 voor Wilmer? Ging de telefoon van de zwartspeler af? Nee. Ging hij door zijn vlag? Nee, of eigenlijk toch wel. De zwartspeler werd namelijk naar huis geroepen vanwege vervelende familie-omstandigheden. Jammer voor Wilmer en triest voor zijn tegenstrever en diens naasten.

Overigens was dit niet de 1-0, maar de 2 ½ – ½. Nog voordat Wilmers tegenstander weg was geroepen had Ad van Klinken (met het oog op de stellingen van de andere borden) al een remise-aanbod aangenomen. Daarna kon Ad genieten van zoon Leendert die al lang straal gewonnen stond (stukwinst na een zet of tien). Pas toen scoorde Wilmer echt, want was de vlag gevallen. Omdat Wilmer lang iets te doen had, had hij goed oog op het wedstrijdverloop:

Ik zag op een gegeven moment Marco Baars opeens verloren staan, Klemen Pernat Susek en Karel Hoogerland stonden gewonnen, Alexander van ‘t Hoffs tegenstander gaf pardoes een stuk weg en Ruben de Bruijn stond een pion achter vanuit de opening maar dat leek niet heel erg.

Klemen deed één verkeerde zet en opeens draaide alles om (die er zelf dit over zei: One bad move started a chain reaction of many bad moves en zich voor de volgende wedstrijd heeft voorgenomen niet constant achter het bord te zitten en ook wat rond te kijken). Ik geloof dat hij toen als vierde klaar was, gevolgd door Ruben (remise) en Marco (verlies).

Ruben: Mijn tegenstander had een hele sterke opening, waar ik slecht uitkwam met een pion achterstand. Gelukkig kon ik mijn stukken actief houden, zodat we na wat afruilen in een voor mij aangename stelling terecht kwamen. Inderdaad, Ruben stond (met zwart) een pion achter, maar zijn tegenstander stond erg beroerd en kon geen vin verroeren. Kijk maar:

In deze stelling bood hij remise aan en Ruben nam het aan. Ruben wist natuurlijk maar wel dat hij beter stond, maar (en ik laat Ruben aan het woord): 

De stelling is leuk, zwart staat een pion achter, maar wit is bijna in zugzwang. Na de pionnen klem gezet te hebben kan ik mijn koning manoeuvreren waardoor hij gedwongen een slechte zet moet doen, maar toen maakte mijn tegenstander een blunder: hij bood remise aan. 

En dan is de logische gedachte, zijn positie staat 5,6 punt achter dus een aangenomen remise-aanbod is geweldig voor hem. 

Persoonlijk gezien wel ja, in een stelling waar ik beter sta zou ik normaal gesproken nooit remise pakken. Waar mijn tegenstander echter helemaal niet aan dacht, was het teamverband. 

Op dat moment stond het namelijk 2,5 tegen 1,5 voor ons team. Op de drie resterende borden stonden er twee gewonnen voor ons en één verloren. Na een kort overleg met Ad (Marco was erg gefocust in een stelling waar hij achter stond, dus het leek me verstandig even met Ad te overleggen), heb ik de remise aangenomen. 

Je zou dus stiekem wel kunnen zeggen dat de mooiste zet, buiten het spel gespeeld is.

Als voorzitter ben ik trots op een speler die pas lid is (die was Rubens 4e wedstrijd in teamverband!) en dan ook eerst aan teambelang denkt en daarna pas aan eigen belang (zege, ratingwinst etc.). En ook trots op hoe Ad (ook nog geen jaar lid, maar wel al teamervaring uit het verleden) zijn rol pakte.

Marco gaf per mail het volgende aan: Niks te melden.. Ik had een leuke partij, maar dat ik niet wist wanneer je dames moet ruilen is dan weer jammer. Nu weet ik dat wel, één van de regels daarbij is als je een overwicht hebt met je pionnen aan één kant van het bord. En dat was ook zo, Ik had op de damevleugel twee pionnen tegen mijn tegenstanders ene pion. Als ik die “regel” had geweten had ik die dameruil wel gedaan, die was geforceerd geweest omdat het via een schaakje ging met daarbij een aanval op zijn dame.

 

Uithuilen nu, leren van mijn fouten en het volgende keer beter doen. Team heeft gelukkig gewonnen en daar gaat het uiteindelijk om! Wel nog te melden dat het heel erg koud was, waarbij ik met mijn jas aan heb gespeeld (mijn tegenstander trouwens ook).

Toen stond het dus 3-3. Karel zorgde voor de 4-3 en Alexander (wiens tegenstander lang door vocht) won en dat leverde dus de teamzege op.

Uit de partij van Karel een fragment:

Karel (met wit) zag zijn kans schoon om een stuk te winnen met 22. fxe5, dxe5 23. d6, Lxf5 24. dxe7, Txe7 25. Pxf5. Goed gezien.

Karel zegt het volgende over zijn partij: Ik kwam al snel een stuk voor tegen een pion. Toen dacht ik dat ik het later weggaf met het offer Pxh6, maar dat viel mee en toen was het redelijk makkelijk te winnen. Het was wel een leuke partij en eindelijk eens een keer niet heel snel gewonnen of verloren.

Alexander van ’t Hoff was in de opening een pion achter gekomen. En in deze stelling

besloot zijn tegenstander 17. Pc7 te spelen. Dat is zo’n zet die er mooi uit ziet, maar eigenlijk heel slecht is. Gewoon ontwikkeling afmaken door te rokeren zou veel beter zijn geweest. Alexander zag zijn kans en boog de partij om: 17…. Lxc3+, 18. bxc3, Txa2 19. Tb1

Weer geen slimme zet van wit. Alexander antwoordde met het krachtige 19….Lf5. Wit mag niet slaan op b6 (want dan volgt 20… Ta1+ en snel erna mat). Na wits reactie (20. Td1) laat ik nu Alexander aan het woord: Na lang nadenken zag ik de oplossing voor de winst: 20…. Txd1+, gedwongen zet voor wit 21 Lxd1 en dan 21. Ta1 22. 0-0, Ld3  23. Te1, Le2 24. Pd5, Txd1 25. Txd1, Lxd1 26. Pxb6, Le2 27. e4, Kf8 en zwart staat gewonnen: stuk voor een pion. Ik dacht “blijf rustig en speel de partij rustig uit”. Op zet 36 won zwart de pion op h2 en op zet 41 de pion op c3. De situatie op het bord is voor zwart rooskleurig, maar je moet het nog wel even laten zien dat je kunt winnen. Want de partij zou nog wel even duren. Het plan van zwart was ik ga promoveren met mijn b-pion maar wit kreeg het toch voor mekaar omdat te voorkomen door zijn paard voor mijn b-pion te ruilen. Feitelijk gezien was het nu echt over voor wit want zwart staat twee stukken voor. Op zet 67 had zwart de drie pionnen van wit gewonnen door zijn paard te offeren. En wit gaf het op.

 

Rating
Rating
Berg van den, E. (Erik) 1619 Baars, M.S. (Marco) 1455 1 – 0
Verlinde, Y. (Youri) 1609 Klinken van, A. (Ad) 1575 ½ – ½
Hlavaj, B. (Bela) 1608 Jacobusse, W.L. (Wilmer) 1441 0 – 1
Deegeling, G.W. (Gilles) 1556 Bruijn de, R.T. (Ruben) 0 ½ – ½
Gent van, F. (Fred) 1555 Hoogerland, K.A. (Karel) 0 0 – 1
Buitelaar, T. (Tom) 1480 Klinken van, L.C. (Leendert) 0 0 – 1
Toor van, G. (Gerrit) 1520 Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 1 – 0
Heijm, R.F.H. (Robbert) 1502 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1104 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1556 Gemiddelde Rating: 1394 3-5

Wat een knap resultaat weer. Kijk naar de ratingverschillen, hou de onervarenheid van de borden 3 tot en met 7 in het achterhoofd. Geweldig!

 

Peter van der Borgt


DZD 2 – Krimpen a/d IJssel 4
17-12-2022

 

DZD 2 wint na super-spannend gevecht

 

Pffff. Spannend. Met een hoofdrol voor invaller Krijn Saman.

We kwamen met 1-0 achter doordat Karel Hoogerland zijn stukken in de opening niet goed ontwikkeld kreeg.

Onze jongste verloor dan wel, maar onze oudste trok het recht. In een moeilijke partij wist Marius Leendertse zijn materiële voordeel prima uit te bouwen. Met een mooi mat zorgde hij voor de 1-1.

Bij Flip Meijaard, die net als Marius tegen een erg jonge schaker speelde, zat er niet meer veel in de stelling en zijn remise-aanbod werd aanvaard.

Leendert van Klinken had een razend moeilijke partij. Penningen. Vrijpion. Verbonden vrijpionnen. Een loper die een beetje leek op de vlag uit stratego. Geen idee welke kant het op ging. Toen Leendert echter een loper kon winnen was het gewonnen, mede doordat Leendert meteen zijn eigen loper offerde voor een gevaarlijke pion, waarna zijn vrijpionnen de beslissing brachten. Knappe zege: 2 ½ – 1 ½.

Toch een paar momenten uit deze partij:

Wat een gekke stelling. Leendert met wit is aan zet. Zijn paard op c6 staat gepend en kan dus de toren op b8 niet slaan. Leendert speelde hier (prima) 15. e5. Zwart reageerde verkeerd met 15…..dxe5 en na 16. Tad1, Pd5, 17. c4 speelde zwart het mooie 17….Tb4 met aanval op de dame en het paard kan die toren weer niet slaan. Leendert sloeg nu op a7, zwart op c6 en Leendert op d5 wat leidde tot een gelijke stelling.

Maar Leendert had het na 17…Tb4 beter kunnen doen. Ziet u (zonder diagram) hoe? Antwoord: verderop.

Na wat geruil komt deze stelling (met wit aan zet) op het bord:

Hoe moet je deze stelling nu beoordelen? Laten we het eens proberen:

  • Gelijke lopers. Als een partij een pion voor komt kan dat al beslissend zijn.
  • Allebei een vrijpion, waarbij die van wit al ver is, maar niet gedekt.
  • Onder omstandigheden kan wit de verste vrijpion krijgen (op de a-lijn)
  • De pion op e5 kan gewonnen worden door de d-pion op te geven (26. d7, Td8 27. Lxe5), maar dan heeft zwart een vrijpion, maar wit kan er ook eentje krijgen (door de a-pion op te spelen; “de kandidaat voorop”).

Eindconclusie: bij goed spel zal het wel remise worden, maar een mindere zet kan al fataal zijn. Leendert gaat met 26. Tc1 voor de winst en het tijdelijk (want na Lf8 gaat die verloren) dekken van de d-pion met Tc6 (met aanval op pion b6). Hij rekent erop de zwarte d-pion tegen te kunnen houden. Heel eerlijk: Leenderts plan was opportunistisch en niet goed eigenlijk.

Na Leenderts 40e zet staat het zo:

Als je tijd genoeg hebt doe je wel de goede zet, maar zwart en wit hadden al een tijdje geen overschot aan tijd. Ik hoor u al denken: je speelt natuurlijk 40…..Tc2. Maar durf je dat ook, zie je dat ook of denk je “ik speel gewoon 40….d2”. Dat deed zwart en toen deed Leendert de enig juiste en meteen winnende zet 41. Tc7 en na 41….Tb8 (wat anders) volgt Tc4+ met loperwinst.

En wat een wreed spel is het toch. Na Leenderts 40e zet geeft de evaluation bar -12,4 (als zwart de toren naar c2 zou spelen). Na zwarts 40e zet geeft de evaluation bar +7,2. Plots een verschil van 19 (het lijkt wel het verschil tussen de temperatuur zaterdagnacht en maandagnacht). Hoe vaak komt het niet voor dat juist op die vermaledijde 40e zet de fout wordt gemaakt: tijdcontrole gehaald, partij verloren.

Klemen Pernat Susek speelde tegen zijn gewoonte in rustige zetten. Dat leverde een pion op. Hij liet zijn tegenstreefster wel een gevaarlijk ogende aanval opbouwen. Na Tb3 was die aanval plots gebroken en won Klemen nog een stuk. Vervolgens liet hij iedereen in spanning door zetten lang mat-in-1 toe te staan, wat hij telkens voorkwam door schaak te geven en uiteindelijk mat: 3 ½ – 1 ½.

Daarna kwam Krimpen aan de IJssel 4 terug. Wilmer Jacobusse en Ruben de Bruijn hadden twee heel goede tegenstanders.

Wilmer had een zwakke pion op e6. Daar had hij de hele partij last van. Maar het bleef zijn enige zwakte en om te winnen heeft je tegenstanders twee zwaktes nodig. En die kwamen er gewoon niet. Wel is het zo dat het erg vermoeiend is om constant te moeten verdedigen, constant te moeten weten dat een mindere zet die tweede zwakte op kan leveren. Dat is niet alleen vermoeiend, maar ook stressvol. En twee mindere zetten leidden de nederlaag in, die versneld werd door een blunder die een kwaliteit kostte.

Ruben kreeg te maken met een toren die zijn stelling binnendrong. Dat kostte hem uiteindelijk de kleine kwaliteit (2 lichte stukken tegen een toren). Dat was misschien nog niet erg mits het eindspel goed gespeeld zou worden (toren actief en pionnen laten staan), maar voor een onervaren speler als Ruben is zo’n eindspel gewoon moeilijk.

Ruben verwoordde zijn partij als volgt: Het verloop van de partij ging als een skipiste, ik stond best hoog met mooie plannen, maar ik eindigde in de afgrond!

 

Twee fouten die mij het spel gekost hebben:
in de stelling op de foto had ik voor een aanval op zijn koningszijde moeten gaan met f3 en h3 , maar in plaats daarvan besloot ik a4 te spelen wat volgens die vervelende stokvis een blunder is. Die flankaanval eindigde dan ook in het niets, met als resultaat dat ik een toren had voor mijn loper en paard (overigens wel een compliment naar mijn tegenstander die mijn aanval kunstig wist af te slaan!).
 

Later maakte ik nog een fout in het eindspel, ik kon infiltreren met mijn toren op zijn achterste rij, maar om redenen die tot op heden nog niet bekend zijn besloot ik te verdedigen. Mijn tegenstander wist hier handig op in te spelen en kwam met een lawine van pionnen op me afgestormd. Na wat heen-en-weer-gehannes kon ik niets anders doen dan opgeven.

Conclusie: beide jongelieden verweerden zich kranig, ondanks dat verlies uiteindelijk onvermijdelijk was.

Gelukkig was dat niet erg, omdat Krijn Saman boven zichzelf uit steeg. Krijn wilde graag met zwart spelen. Hij koos voor een solide opbouw. Steeds leek zijn tegenstander iets beter te staan en leek Krijn bezig met “tegenhouden”. Maar nadat wit een isolani op d5 kreeg begon Krijn vanuit het niets een koningsaanval. Ik neem jullie mee in een paar diagrammen.

Krijn (met zwart dus) is aan zet. En hij speelt het logische 33….h5. Wit speelt 34. Tf4 met de bedoeling f7 aan te vallen. Maar zover komt het niet. Wit had zich enigszins kunnen redden met 34. Ld3, Dg5 35. Dc4! Tsja, die manoeuvre om pion g4 te dekken moet je maar zien. Zeker als de tijd begint te dringen. Beide spelers hadden hier natuurlijk al geen overdaad aan tijd meer.

Die aanval op f7 kwam niet van de grond, want na 34…hxg4, 35. hxg4, Lxg4 36. Kf1 staat het zo:

Wat doe je hier? 36….Dh5 of 36….Lh3+? Of doe je een rustige zet als 36….Tc8? Naar die zet kijk je waarschijnlijk niet, in tijdnood. Een moeilijke keuze: Krijn kiest hier voor 36….Dh5. Of hij toen al wist welke kunsten hij moest uithalen om te winnen betwijfel ik. Het inmiddels talrijke publiek rond zijn bord zeker niet.

We zijn weer een paar zetten verder. Wit kan net alles gedekt houden. Dat zwart een pion meer heeft is in deze stelling volstrekt onbelangrijk. Het wordt Krijns 39e zet. Zijn klokje tikt al aardig naar de 0. Toch doet hij hier twee prima zetten achter elkaar.

Bam: 39….Tc8. Die komt binnen! Maar wit is ook niet gek en speelt 40. Dxa6. Loper f1 is nog steeds gedekt en de dame kan eventueel op c8 en a8 schaak geven (nu natuurlijk nog niet, want de loper dekt c8 en de toren a8). En als laatste zet voor de tijdcontrole speelt Krijn het goede en logische 40….Tc1+. Het zou ook te zot zijn geweest als Krijn het nog betere 40….Tc2 zou hebben gevonden.

Maar na 40….Tc1+, 41. Kd2 zijn we er nog niet.

Kies je voor “eenvoudig” 41…..Dxf1, 42. Dxf1 (Da8+, Tc8 wint makkelijk voor wit), Txf1 43. Txf3, Ld7 staat zwart een loper tegen een pion voor en waarschijnlijk gaan de a- en b-pion er ook van af en dan is de vraag of wit misschien iets van een vesting kan bouwen of afwikkelen naar een remise-eindspel van K+T+L tegen K+T.

Of kies je voor “moeilijk te overzien” 41…..Txf1? Dat deed Krijn. Volgens de engine is dit ook beter, maar kun je voorzien hoe je moet reageren op 42. Da8+, Kh7 43. Th4+, Kg6 44. Dc6+?

Zwart heeft vier opties:

  1. 45….f6
  2. 45….Le6
  3. 45….Kf5
  4. 45….Kg5

We gaan ze afpellen:

Ad a: 45…..f6 46. De8+, Kf5 47. e4+, Kg5 48. Dh5 mat. Die optie vat dus af.

Ad b: 45….Le6 valt al meteen af vanwege 46. Txh1

Ad c: 45….Kf5 46. Dd7+ en wit heeft eeuwig schaak. Overigens is dat niet eenvoudig te zien.

Ad d: 45…..Kg5 (met aanval op de toren) is het beste, want wit heeft geen schaakzet en zijn toren staat aangevallen.

En u snapt het al: Krijn speelde 45….Kg5 en maakte het toen (overigens prima gebruik makend van de tijd die hij had) mooi af: 46. Tf4, Txf2+ 47. Kc3, Dc1+ 48. Kd4, Td2+ 49. Ke5, f6+ 50. Kd6, Dxc6+ 51. Kxc6, f2 52. d6, f1D 53. Txf1, Lxf1 54. d7, Txd7 55. Kxd7, Kf5 en de g-pion loopt door naar g1 en de witte a-pion wordt er door de loper afgeslagen als die naar a6 gaat.

Wat een knappe partij van Krijn, die na de partij aangaf zelden zo kapot te zijn geweest na een schaakpartij.

Krijn is op zaterdag meestal te vinden op “De Kruse Mat”, waar de lokale voetbalvereniging zijn kunsten vertoont. Maar op deze koude zaterdag waren er geen wedstrijden en kon Krijn invallen. Krijn is een voetbaldier, die zelfs mij nog voetbaltraining heeft gegeven. Met weinig succes. Maar dat lag niet aan Krijn.

Tegenwoordig wordt (zelfs door de Heilige Louis) voetbal vaak vergeleken met schaken. En dan bedoelen ze dat het saaie tikkie-breed voetbal als “een schaakspel” is. Iedereen die de partij van Krijn heeft gezien, of die van Leendert of die van Klemen of die van Marius of die van Karel en verstand van schaken heeft weet dat die vergelijking onzin is, klinkklare nonsens. Tuurlijk, er zijn saaie potjes (zoals die van Flip of mezelf in DZD 1), maar er zijn ook spektakelstukken, eindspelen met diepgang (nee, die zijn niet saai), stille zetten waar je hart van gaat gloeien.

Als je dan toch voetbal(tactiek) met schaken wilt vergelijken, doe het dan zo:

Louis: als Oranje spelen we het Colle-systeem, wat er in essentie op neer komt dat je afwacht en je verdediging zo dichttimmert dat een tegengoal niet waarschijnlijk is. Alleen als het niet anders kan spelen we de Desperado.

Schreuder: Vanaf 2023 spelen we het Vleugelgambiet. We (slacht)offeren Blind en blijven op de aanval spelen.

Slot: we hebben Kökcu, dus we spelen als “De Turk”, je weet wel de eerste (mechanische) schaakcomputer.

Poetin: alle Russische clubs zijn vanaf heden verplicht de Kalashnikov te spelen. Dat zal voor Quincy P. geen probleem zijn.

En hoe typeren we de WK-finale? Natuurlijk was die in een “fout” land, natuurlijk is die Infantino nog “fouter”, natuurlijk snappen we nu in het Westen dat de rest van de wereld ons uitkotst (wat er weer toe leidde dat “wij Europeanen” opeens massaal voor de Fransen waren; daar snap ik dan weer niks van), natuurlijk …. ga zo maar door. Maar die finale. Tjonge, tjonge. Die leek op de Jachtvariant van de Aljechin-verdediging. De Argentijnen (met wit) die de Fransoos (het paard op f6) opjagen, ogenschijnlijk gewonnen komen te staan, en dan verrast worden door (“out-of-the-bleu” … ja, ja, in het Engels is het “blue”, maar dit waren wel “De Haantjes”) Fransen die hard terugslaan. Vervolgens ging de evaluation bar van de voetbal-engine alle kanten op om uiteindelijk in remise te eindigen. Het was mijn eerste wedstrijd van dit WK die ik helemaal gezien heb. Zelden zo’n goede keus gemaakt.

De Zwarte Dame 2 Rating Krimpen aan den IJssel 4 Rating
Jacobusse, W.L. (Wilmer) 0 Duin van, F. (Frits) 1843 0 – 1
Bruijn de, R.T. (Ruben) 0 Zandee, J.S. (Jonathan) 1792 0 – 1
Hoogerland, K.A. (Karel) 0 Groeneveld, J.C. (Niels) 0 0 – 1
Klinken van, L.C. (Leendert) 0 Geuskens, M.M.J. (Maarten) 1189 1 – 0
Saman, K. (Krijn) 1231 Hill, E. (Eric) 1564 1 – 0
Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 Hoogerwaard, S. (Samantha) 0 1 – 0
Leendertse, M. (Marius) 1291 Verhoef, D.W. (David) 820 1 – 0
Meijaard, P.J. (Flip) 1346 Duin van, F.J.T. (Thom) 932 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1289 Gemiddelde Rating: 1357 4½-3½

Peter van der Borgt

PS1: Antwoord partij Leendert: Naar aanleiding van eerste diagram: 21. Txd5, Txb4 22. Txd7 en wint een stuk.

PS2: Vooraf hadden we weinig verwachtingen. Zouden we elke wedstrijd wel 8 man achter het bord kunnen brengen? Tot op heden: Ja. Zouden we niet met grote cijfers weggespeeld worden? Zouden ze we een keertje kunnen winnen? Jazeker: al drie keer. Heel eerlijk: voor het kampioenschap doen we niet mee; dat zou ook te gek zijn.

Zo staat het nu:

 

Team MP BP
1. Sliedrecht 3 9 26.5
2. De Pion 2 8 24
3. DSC Delft 5 6 21
4. De Zwarte Dame 2 6 20
5. Spijkenisse 3 5 16.5
6. RSR Ivoren Toren 3 4 20.5
7. Fianchetto 2 4 18
8. Overschie 2 3 20
9. De Baronie 4 3 18.5
10. Krimpen a/d IJssel 4 2 15

 


DZD 2 – Spijkenisse 3
26-11-2022

 

Monsterzege DZD 2

In een wedstrijd met 7 spelers met een rating van 0 (vier bij ons, drie bij onze gasten uit Spijkenisse) is het moeilijk in te schatten hoe de kansen liggen. De spelers met een rating hadden een rating die gelijkwaardig was. Maar hoe moeilijk een prognose vooraf ook was, een 7-1 uitslag kwam zelfs in mijn dromen niet voor.

Na 2 uur spelen was de eerste partij klaar. Nieuwkomer Karel Hoogerland liet zien niet alleen goed in rapidpartijen te zijn, maar ook een lange partij goed te verteren. Hij speelde rustig, bleef rustig ondanks een tegenstander die de zetten wel rap op het bord zette. In deze stelling (na 17 zetten)

speelde de met wit spelende Karel ….. tsja, welke mooie zet speelde Karel eigenlijk … antwoord verderop, waarna zijn tegenstander ging denken, lang denken, heel lang. Dat hielp niet meer. Na Karels 21e zet gaf hij op. Knap debuut van Karel.

Ook op de andere borden zag het er toen gemiddeld gezien al aardig uit. Alleen Flip Meijaard en Herman Schoonakker hadden het niet makkelijk. Des te vreemder dat zij de eersten na Karel waren die hun partij beëindigden met in totaal anderhalve punt. Flip stond gedrongen, maar had zijn verdediging op orde en zijn remise-aanbod werd dan ook aanvaard.

Hermans tegenstander blunderde in een redelijk gelijke stelling op de 29e zet. Hij verloor een volle toren en dat was voldoende voor een vol punt. Herman kwam zeker niet goed uit de opening. Herman meldt het volgende:

Mijn opponent Rik Bosch speelde het London system met d4, gevolgd door Lf4. Het wordt tijd dat ik hier eens een grondige studie van maak want het wordt ook in de interne competitie regelmatig gespeeld. Ik kwam niet goed uit de opening en was na verloop van zetten wat minder mobiel dan mijn tegenstander, die daardoor goede kansen kreeg. Volgens Stockfish een maximaal voordeel van 3,18 pionequivalenten nadat ik al op zet 12 met Lxe5 een blunder had gemaakt. Er werd door mijn tegenstander gelukkig niet optimaal van deze mogelijkheid geprofiteerd en naarmate er meer stukken werden afgeruild, werd het overwicht van wit geleidelijk minder. Kortom een partij waarin wit het eigenlijk had moeten afmaken, maar die ons toch een mooi punt opleverde.

Na drie uur spelen was de teamzege al binnen. Ad van Klinken was in de Spaanse opening een pion voor gekomen omdat zijn tegenstander Pc6-a7 speelde en blijkbaar vergeten was dat dat paard pion e5 dekte. Later won Ad nog een pion door met zijn dame op b7 te slaan. Het adagium “sla nooit op b2 of b7, ook niet als het goed is” gold in deze stelling niet. Daarna ging Ad afruilen tot hij op elke vleugel een pion meer had. Prima gespeelde partij.

Ruben de Bruijn won ook. Rubens tegenstander kreeg een pion op e6. Die leek sterk, maar Ruben kon hem winnen en speelde het mooi uit. Enigszins opschepperig meldde Ruben kort, maar krachtig over deze partij: weinig over te vermelden: uitlokken, terugpakken, winnen ;). Meer zeg ik er dus ook niet over.

Leendert van Klinken behaalde een remise. Leenderts conclusie over deze partij: Wat betreft de uitslag kan ik je zeggen dat ik zowel ontevreden als tevreden ben. Ontevreden, omdat er momenten waren dat ik de partij naar mijn voordeel had kunnen trekken. Maar zeker ook tevreden, omdat het net zo goed een verloren partij had kunnen zijn. Terecht uitslag dus. En inderdaad: beide partijen hebben een paar keer een kansje gemist. Maar echt geblunderd werd er zeker niet. Voor de 6e klasse was dit gewoon een prima partij van beide spelers.

Toen was het dus 5-1. Riny Westveer op 1 en Marius Leendertse op 8 waren toen nog bezig.

Riny won van Piet Hofstee, een graag geziene gast op het HZ-toernooi. Riny vindt dat in deze stelling de mooiste zet van de partij werd gespeeld:

Zwart (Riny) heeft net zijn paars op c4 gezet en met 16. Lb1 dekt wit de aangevallen pion op b2 indirect. Voor degene die denkt “indirect dekken, hoe dan?”: 16….Pxb2 17. Dc2! met paardwinst of mat op h7. Riny trapte er niet in. Wel aardig van Riny dat hij een zet van zijn tegenstander als “mooiste zet” kenmerkt.

Later won Riny die pion wel en toen was het voor zijn tegenstander duidelijk dat hij ging verliezen, terwijl er nog genoeg remisekansen lagen, als je er voor wilt vechten. Maar met een mindset van “ik sta verloren” wordt dit een selffulfilling prophecy.

In de nazit had Hofstee gezegd (ik citeer): 1. d4 is de sterkste openingszet, dat is algemeen bekend.  Riny vond dit wel grappig, want in zijn voorbereiding had Riny partijen van Hofstee opgezocht en was tot de conclusie gekomen dat dat weinig zin had, want hij speelt zo’n beetje alles.

Marius speelde een heel goede partij. Toen hij de genadeklap leek te gaan uitdelen ging hij in de fout.

In deze stelling

speelde Marius 1. Pd4+ om na Kd7 met 2. Txc6 een pion te winnen, maar na 2…Txc6 3. Pxc6, Kxc6 stond hij een stuk tegen een pion achter. Toch had Marius in deze stelling de echte genadeklap kunnen uitdelen. Ziet u hoe? Antwoord: zie verderop

Marius’ tegenstander wist niet goed weg met zijn materiële voorsprong en vergat ook de genadeklap uit te delen. Het werd steeds moeilijker en later en de mannen begonnen, denk ik, ook vermoeid te raken. Tempozetten, vrijpionnen creëren, paard offeren, minorpromoties en ga zo maar door. Alles was mogelijk.

Marius had een gevaarlijke vrijpion en kon er misschien nog eentje op het bord krijgen. Een waanzinnig complex eindspel waarin beide spelers niet altijd de beste voortzetting kozen. In het vijfde uur viel het dubbeltje voor Marius de goede kant op. Hele spannende partij.

Als voorzitter ben ik trots op het team met vijf spelers die net een jaar of veel korter lid zijn. Trots ben ik ook op de teamspirit. Trots op teamleider Herman Schoonakker die de partij van Marius tot het eind bleef volgen. Maar ook trots op de andere spelers van het tweede team die in de bovenzaal de onwaarschijnlijk spannende wedstrijd van DZD 1 aan het volgen waren. Team- en clubgevoel. Een voorrecht om voorzitter van De Zwarte Dame te zijn.

 

Antwoord partij Karel: 18. d6 en toen ging het als volgt verder: 18….cxd6 19. Dd5+, Kb8 20. Txc8+, Kxc8 21. Da8, Pb8 22. Tc1+. Dit moet Karel (al dan niet intuïtief) gezien hebben toen hij sloeg op d6. Knap.

Antwoord partij Marius: 1. Pxg7, Txg7 2. Txc6+ en het paard op d5 valt en Marius komt een vrijpion voor.

 

De Zwarte Dame 2 Rating Spijkenisse 3 Rating Ronde 4
Westveer, M.C.A. (Riny) 1611 Hofstee, P. (Piet) 1549 1 – 0
Klinken van, A. (Ad) 0 Sandifort, J. (Jerry) 1479 1 – 0
Schoonakker, H.A. (Herman) 1439 Bosch, R. (Rik) 0 1 – 0
Klinken van, L.C. (Leendert) 0 Beek van der, S. (Simon) 1462 ½ – ½
Bruijn de, R.T. (Ruben) 0 Tessers, J. (Joey) 0 1 – 0
Hoogerland, K.A. (Karel) 0 Schaffeld, S.H.G.W. (Simon) 1456 1 – 0
Meijaard, P.J. (Flip) 1357 Knaap van der, M. (Marinus) 0 ½ – ½
Leendertse, M. (Marius) 1298 Haan den, W.B. (Wim) 1244 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1426 Gemiddelde Rating: 1438 7-1

 


Overschie 2 – DZD 2
05-11-2022

 

Tweede gaat ten onder in een museum

Overschie 2 speelt zijn thuiswedstrijden in de Grote Kerk. Normaliter. We waren ook uitgenodigd om daar te spelen. Maar wat bleek: de kerk was dubbel geboekt. In de kerk zat een orkest. Tsja, da’s lastig als je een serieuze pot schaken wilt spelen. Er werd uitgeweken naar een museum in een monumentaal pand waarbij elk bord in een aparte ruimte zat. Wil je meer weten over dit museum: Museumoverschie

Alexander van ’t Hoff heeft de foto’s genomen die aan dit verslag “geplakt” zijn, die zie je onderaan staan.

 

Tot zover: de weetjes vooraf. Er werd dus verloren. De ratings in ogenschouw nemend was dat eigenlijk niet bijzonder.

Dingnis Lokerse en Ruben de Bruijn maakten hun debuut in een teamwedstrijd. Dat was voor beiden best spannend natuurlijk. En dan ook nog een uitwedstrijd. Dingnis kon geen potten breken, maar had het wel enorm naar zijn zin gehad.

Ruben vond het ook erg leuk, alhoewel hij er wel van baalde een winstkans gemist te hebben. Tsja, als schaker die al sinds 1973 teamwedstrijden speelt is mijn advies: Wen er maar aan. Je zult winstkansen blijven missen. Je tegenstanders doen dat gelukkig ook.

Ruben was een pion voor gekomen, maar kwam niet echt verder. En die ene kans die hij kreeg benutte hij helaas niet. Let wel: het werd zijn 59e zet, er was weinig tijd en (voor een debutant als Ruben is dat helemaal nieuw) er stond een man of tien om zijn bord om te kijken hoe deze partij zou eindigen.

Dit was de stelling waarin Ruben (met wit) 59. e5+ had kunnen spelen met loperwinst. Dan nog zou het niet makkelijk zijn geweest. Eerst moet je die pion op g5 zien te winnen en je mag die van jou niet verliezen.

Kortom: geweldig goed gespeeld van Ruben en natuurlijk balen dat hij die ene kans miste.

 

Onze fotograaf (Alexander) won wel. Hij gaf per mail aan dat hij tijdens de partij een paar keer aan me gedacht had of beter gezegd aan opmerkingen die ik ooit gemaakt had. Mooi dat Alexander me de eer gunt dat mijn opmerkingen hem aan de zege hebben geholpen. Maar heel eerlijk: dat is onzin Alexander: de eer van de zege komt jou helemaal toe.

Maar Alexander kwam nu niet in rot penningen terecht, behield het loperpaard, dat beresterk bleek te zijn. Hij kwam weliswaar een pion achter, maar kreeg er een ver opgerukte vrije a-pion voor terug. Het zou een zeer spannende partij gebleven kunnen zijn, ware het niet dat op zet 36 zwart pardoes een toren weg gaf. Meteen einde partij. Knappe partij van Alexander.

In de opening was nog een bijzonder moment.

In deze stelling kan Alexander een pion winnen. Hij zag het niet en heel eerlijk: ik zag het ook niet. U wel? Antwoord: verderop.

Dan de andere partij die we wonnen of liever gezegd: die Marco Baars won. Zijn tegenstander had bijna 300 ratingpunten meer dan Marco. Marco speelde de opening (laat ik het netjes zeggen) onorthodox en eigenlijk was het een mirakel dat het materieel gelijk bleef.

Gekker nog: toen Marco een kwal op d3 kreeg keerden de kansen. Marco speelde de partij verder mooi uit.

Marco speelt met zwart. Hij is aan zet. En na de zet die hij speelt geeft wit op. Wat is die zet? Antwoord verderop.

De hele partij:

chess.com Marco B

Het was voor ons (Herman, Phlip, Marius en Dingnis) even zoeken. We waren aan de late kant. De navigators van zowel Phlip als Marius stuurden ons door de maastunnel en het kostte (daardoor?) veel tijd om Rotterdam door te komen. Eenmaal bij de kerk aangekomen (waar ons door een vriendelijke mevrouw werd verzekerd dat daar echt niet geschaakt ging worden) bleek uit WhatsApp contact met Marco (die al eerder dan ons op de nieuwe locatie aanwezig was) dat we in een soort museumpje terecht waren gekomen. Een soort oud snoepwinkeltje met verschillende kleine kamertjes. Wel knus maar je hebt zo nog minder oog voor de andere partijen.

Mijn partij tegen Mario Dirks staat op www.chess.com/analysis/game/pgn/3td6xM4RTU

De partij ging vrijwel gelijk op tot de 20e zet. Hier speelde zwart … Kh8. Het leek me een logische zet, ik zou hem waarschijnlijk ook gespeeld hebben als ik zwart had gehad. Volgens Stockfish was het een fout. (… Tb8 was volgens hem/haar het beste). Ik reageerde hierop echter met Dxb7. Volgens Stockfish mijn eerste blunder van de partij. (er zouden er nog twee volgen). Hier had ik dus Lf3 moeten spelen. Dxb7 werd meteen afgestraft met … Lh3, waarna ik met Lg2 mijn tweede blunder van de wedstrijd maakte.

Twee blunders in twee opeenvolgende zetten. Het werkte niet in mijn voordeel. Ik stond gelijk 6 pion equivalenten achter.

Volgens Stockfish stond het na zet 33 weer ongeveer gelijk maar zo heb ik eigenlijk niet meer ervaren. Na mijn derde blunder f4 op zet 39 was de partij dan ook definitief beslist.

Ik wil toch wat commentaar toevoegen aan Hermans opmerkingen. Zijn eerste blunder was in deze stelling:

Ik denk dat velen van ons hier 21. Dxb7 gespeeld zouden hebben en het antwoord 21….Lh3 het logische 22. Lg2.

Na heel wat slagwerk ontstaat deze stelling met wit (Herman dus) aan zet:

Natuurlijk staat zwart hier beter, maar niet veel: een kwaliteit tegen een pion. Wat is dan je plan met wit:

  • Alle pionnen eraf en laat zwart maar bewijzen dat hij met K+T kan winnen van K+L. Geloof me: dat gaat niet gebeuren.
  • Als dat niet lukt: een stelling met pionnen op f2, g3, h3 (of h4), de a-pion op a4 (te dekken door een loper op de diagonaal b5-e8) of op a6 (te dekken door een loper op de diagonaal f1-b5) en afhankelijk van de zwarte zetten een beetje heen en weer met de loper of de koning (g2, g1, f1).
  • In elk geval niet met de pionnen op de koningsvleugel gaan lopen, die zijn de “safe haven” voor de koning.

Kan zwart er doorheen? Ongetwijfeld, maar makkelijk zal het niet zijn. Eén mindere zet en wit kan de stelling versimpelen. Herman zelf gaf aan: Volgens Stockfish stond het na zet 33 weer ongeveer gelijk maar zo heb ik eigenlijk niet meer ervaren. En dat is het, denk ik, geweest: Herman zag geen concreet remise-plan en dan is het ook moeilijk zwart te stoppen. Jammer, maar leerzaam, niet alleen voor Herman, ook weer voor mij.

Dan nog wat over de andere partijen:

Marius Leendertse (die met zwart speelde) meldde het volgende:

In een Franse partij kwam de doorschuifvariant op het bord. Ik had de korte rokade en mijn tegenstander rokeerde lang. Ik kwam niet goed in mijn spel. Hij zette mij eigenlijk met elke zet meer onder druk. Ik kon daar te weinig tegen in brengen. Het resulteerde in oprukkende pionnen en stukken gericht op mijn koning. Mijn stukken waren met een minderheid in de verdediging. Kortom gewoon mat gezet. En zijn kansen benut. 

Klemen Pernat Susek kwam er achter dat de Fried Liver Attack levensgevaarlijk is. Weet je, net als Klemen, niet wat dat is, open dan deze link: dezwartedame.nl peters-partij-6

 

De gedetailleerde uitslag:

Dirks, M.A. (Mario) 1528 Schoonakker, H.A. (Herman) 1439 1 – 0
Maarsen, M.A. (Menno) 1717 Baars, M.S. (Marco) 1446 0 – 1
Bothof, D.W. (Dick) 1441 Meijaard, P.J. (Flip) 1357 1 – 0
Lennep van, C.A.S. (Cor) 1552 Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 1 – 0
Gids de, W.F. (Wil) 1441 Bruijn de, R.T. (Ruben) 0 ½ – ½
Schlüter, M. (Martin) 1467 Leendertse, M. (Marius) 1298 1 – 0
Duist van, R. (Remco) 0 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1094 0 – 1
Rivera, M. (Mauricio) 0 Lokerse, D. (Dingnis) 0 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1524 Gemiddelde Rating: 1327 5½-2½

 


 

SLIEDRECHT 3 – DZD 2
08-10-2022

 

KANSLOZE NEDERLAAG DZD 2

Op papier is DZD 2 het zwakste team van 6E. Erger nog: DZD 2 is bijna het zwakste team van alle teams die meedoen aan de KNSB-competitie. Is dat erg? Zeker niet. Consequentie is wel dat de kans op een grote nederlaag ook aanzienlijk is.

Niet alleen op papier, maar ook achter het bord bleek Sliedrecht 3 een paar maten te groot voor ons tweede team. Niet dat er snel beslissingen waren, maar je zag op 5 borden de stellingen van de onzen steeds iets slechter worden.

Ron Blok was na een goed gespeelde opening ergens in het middenspel pardoes een stuk kwijt geraakt. Rons reactie na afloop: ik moet thuis eens kijken hoe dat nu gebeurd is.

Klemen Pernat Sušek valt altijd aan. Hij had zich voorgenomen rustig te spelen en opende daarom met 1. b3. Op zet 5 was hij al vergeten dat hij niet al te agressief zou spelen: 5. g4 bleek veel te wild en al snel was Klemens stelling krakkemikkig. Zo krakkemikkig dat het verlies onvermijdelijk was.

Ad van Klinken speelde veel zetten met één toren. Niet uit voorliefde voor dat ding, maar meer uit noodzaak. Zijn tegenstander kon in die tijd nuttige zetten doen en Ad werd langzaam weggedrukt.

Flip Meijaard kreeg een koningsaanval over zich en kon zich lang goed verdedigen, maar uiteindelijk bezweek hij.

Alexander deed in de opening weinig verkeerd. Integendeel. Maar zijn tegenstander ook niet. Maar dan, dan moet je het goede plan zien te bedenken. Dat lukte niet en Alexanders tegenstander maakte daar prima gebruik van en wist Alexander steeds meer in het nauw te brengen, zodat overgave niet uit kon blijven.

Kortom: 5 terechte nullen.

Op de drie andere borden hadden we wel kans op (gedeeld) succes.

Marius Leendertse speelde, zoals we van hem gewend zijn, rustig: ontwikkelen, geen rare dingen doen. En als je tegenstander dan een keer vergeet dat het paard op c6 niet mag spelen (want dekt pion e5) win je zomaar een pion. Maar, en dat is ook typisch Marius, hoe breng je zo’n betere stelling dan naar winst.

In deze stelling

heeft zwart net 22….h5 gespeeld. Marius speelt vervolgens 23. Ph2. Dat is natuurlijk niet fout, maar met 23. e5 had Marius het slechte paard op g4 kunnen ruilen (na 23….Dc7 24. Pxf6) met de sterke zwarte loper. Let op dat 23….fxe5 helemaal niet kan want na 24. fxe5 dreigt 25. Dh6+ en dat is direct winnend.

Het werd na 23. Ph2 al snel remise. Prima resultaat van de landelijk debuterende Marius.

Dit is de hele partij:

chess.com Marius

Matthijs Schouten speelde een puike partij. In de volgende stelling

heeft zwart wits 19. Dd5+ beantwoord met 19….Le6. Dat lijkt goed, maar is het niet. Ziet u wat Matthijs deed?

Even later had Matthijs in deze stelling

net 29. g3 gespeeld. Matthijs staat nog steeds een pion voor en heeft winstkansen. Toch verloor hij hier, want hij ging door zijn vlag. Het was al weer heel lang geleden dat Matthijs een tempo had gespeeld waarin je de eerste 40 zetten binnen een bepaald tijdsbestek moest doen. Hij dacht dat hij er nog een half uur bij kreeg ongeacht bij welke zet hij was. Jammer voor Matthijs.

Dit is de hele partij:

chess.com Matthijs

Dan zie je dus dat Matthijs die loper op e6 er gewoon met een toren afsloeg (20. Txe6) en zo een pion voor kwam.

Riny won weer, maar ik denk niet dat hij het Driepaardenspel nog een keer gaat spelen zoals hij nu deed. Gelukkig pakte zijn tegenstrever het verkeerd aan en kwam Riny een pion voor. Later wist hij met een penningsgrapje nog een pion te winnen en in deze stelling

maakte Riny het af. Ziet u met welke zet?

Dit is de hele partij:

chess.com Riny

En dan zie je dat Lxa2 winnend is. Op Pxa2 volgde nog b3 en zijn tegenstander gaf terecht op.

Westveer, M.C.A. (Riny) 0 Dobber, G. (Bert) 1620 1 – 0
Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 Haan de, J.B.A. (Jurgen) 1683 0 – 1
Klinken van, A. (Ad) 0 Stoker, J.C. (Joost) 1704 0 – 1
Meijaard, P.J. (Flip) 1370 Hartkoren, M.H. (Maarten) 1526 0 – 1
Hoff van ’t, A. (Alexander) 1094 Stoker, M. (Martijn) 1685 0 – 1
Schouten, M.M. (Matthijs) 1317 Beest van, Y. (Yaro) 1565 0 – 1
Blok, R. (Ron) 981 Hut, T.Y. (Tjerry) 1499 0 – 1
Leendertse, M. (Marius) 1300 Versteeg, R. (Rik) 1245 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1212 Gemiddelde Rating: 1566 1½-6½
PS: op de site van Sliedrecht is ook een verslag van deze wedstrijd gemaakt:

 

Peter van der Borgt


Baronie 4 – DZD 2

17-09-202
Ronde -1

Baronie 4 – De Zwarte Dame 2

Op 17 september 2022 maakt een tweede team van De Zwarte Dame zijn landelijke debuut. We spelen in de laagste klasse en op papier zijn we ook nog eens de zwakste ploeg en hebben veel spelers niet of nauwelijks ervaring in het spelen van teamwedstrijden. Ik ben er zelf niet bij. Maar ben wel benieuwd.

Om 16.40 uur krijg ik een appje van Marco Baars: 3,5-3,5 nu … alleen Ad is nog bezig en staat kwaliteit en pion voor. Dertien minuten later weer een appje: Tegenstander heeft opgegeven. Het was paard en toren tegen twee torens en twee pionnen.

Een zege dus. Maar misschien was Baronie 4 niet zo sterk opgekomen als uit de opgegeven spelers zou blijken. Naar later bleek was dat ook niet het geval. Kijk maar naar de uitslag:

Rating
Rating
Z Ligtenberg, B. (Bas) 1619 W Schoonakker, H.A. (Herman) 1456 1 – 0
W Ermes, M. (Marc) 1603 Z Baars, M.S. (Marco) 1442 1 – 0
Z Hengst den, S. (Simon) 1575 W Westveer, M.C.A. (Riny) 0 0 – 1
W Boogert, W.A. (Willem) 1541 Z Jacobusse, W.L. (Wilmer) 0 ½ – ½
Z Stafleu, M. (Michiel) 1531 W Klinken van, A. (Ad) 0 0 – 1
W Dogterom, J.L. (Jan Leendert) 1517 Z Pernat Sušek, K. (Klemen) 0 0 – 1
Z Graumans, R. (Ron) 1510 W Hoff van ’t, A. (Alexander) 1096 1 – 0
W Zaal, N. (Nico) 1354 Z Klinken van, L.C. (Leendert) 0 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1531 Gemiddelde Rating: 1331 3½-4½

Later hoor ik, beetje bij beetje, hoe de wedstrijd verlopen is. Alexander van ’t Hoff was als eerste klaar. Hij speelde 13. Ph4. Een aardige zet, lijkt het op het eerste gezicht. Maar: dat paard staat daar wel ongedekt. Het staat weliswaar niet direct aangevallen, maar wel indirect. Zwart ziet zijn kans schoon en speelt 13….Lxh2+. Alexander ziet nu (na slaan op h2) 14….Pg4+ aan komen en speelt 14. Kf1, om na 14….Pe4 14. Pxf5 pardoes mat gezet te worden (Pxd2).

Maar wat had u gespeeld in deze stelling (dus na 13…Lxh2+):


Antwoord: verderop

Ook daarna vielen de meeste partijen de Bredase kant op.

Marco Baars merkt over zijn partij het volgende op: Ik kwam in een gesloten Siciliaan terecht met penningen over en weer.. kwam pion achter.. uiteindelijk weer pion terug gewonnen. Ik had al remise aangeboden en hij wilde het wel aannemen maar dat mocht niet van zijn teamleider omdat het te close was en mijn tegenstander wel genoeg tijd en ik minder.

Alexander was vorig jaar teamleider van BSV 3, dat tijdens het seizoen zich terugtrok, Marco was deze wedstrijd assistent-teamleider en Herman Schoonakker was de “echte” teamleider. En ook die verloor. Misschien moeten we de volgende keer zonder teamleider spelen.

Aan Hermans partij, Chess.com/Herman en zijn analyse heb ik niets toe te voegen: In het begin van de partij kwam ik wel iets beter te staan. Stock Fish beoordeelde het daarom als een “weggever”. Zo heb ik het niet gevoeld hoor. Ik heb nooit het gevoel gehad echt gewonnen te staan. Pe2 op zet 16 werd als een blunder beoordeeld. Hiermee had ik mijn voorsprong kennelijk weer ongedaan gemaakt.

In het algemeen valt te zeggen dat ik de aanval op mijn koningsvleugel te lang heb onderschat. Ik zag de dreiging wel, maar nam ze niet serieus genoeg. Anderzijds heb ik ook niet vol op de aanval gespeeld.

Mijn tegenstander vertrouwde me na afloop van de partij toe dat hij de aanval op de koningsvleugel met het paardoffer ook niet helemaal had kunnen doorrekenen, maar het bleek achteraf wel goed te zijn.

Al met al een leerzame partij. Ik hoop er ooit nog eens mijn voordeel mee te kunnen doen.

En zo hadden onze enige spelers met een KNSB-rating een nul aan de broek. De andere spelers (zonder rating) wonnen allemaal, op Wilmer Jacobusse na. Maar ook hij had kunnen winnen.

Wilmer meldde het volgende over die partij: Op zet 4 speel ik altijd de Löwenthal met e5 maar zonder goede reden besloot ik nu eerst Pf6 te spelen wat op zich prima is maar daardoor kwam ik een paar zetten later in een stelling die ik niet kende en zonder goed te kijken speelde ik dus 7. Le7 i.p.v a6, als een vanzelfsprekende zet omdat de dame niet weg kan van de bescherming van c7. Te snel, terwijl ik het zette zag ik het probleem. Gelukkig neemt mijn tegenstander op zet 10 op e7 maar ik blunder door met de dame terug te nemen. Hierna krijg ik wat tempo in het spel, a3 vond ik een rare zet, ik kan toch niet nemen op a2, het haalt Pb4 in de toekomst eruit maar hij had nog twee onontwikkelde stukken. Ik speelde f5, zodat mijn loper naar een fijn veld kan na Pc7. Daarna kon ik dat paard wegjagen met a6 en kwam mijn paard fijn te staan, zijn loper niet echt. Die ging naar d3 maar toen had ik de mooie zet Pb3+.

Even later beging hij de blunder 25. Td1 (waar ik stiekem al een beetje op gehoopt had omdat het op het eerste gezicht zo’n natuurlijke zet lijkt) en toen was ik opeens de betere partij. 28.Pe4 was wel heel sterk omdat hij zowel naar f2 als c5 kan. Ik ging voor Td5 om hem van c5 weg te houden en om druk te kunnen zetten op de a en b pionnen.

Op zet 31 had Wilmer de winnende zet kunnen spelen. Wit heeft net met zijn paard op d3 een pion geslagen. En toen stond het zo:


Wat was de winnende zet voor Wilmer, die hij helaas niet speelde? Antwoord (en hele partij): zie verderop.

Daarna werd het snel remise. Jammer, maar ik sluit me aan bij Wilmers slotopmerking: Zuur, maar we waren het erover eens dat we het beiden verpest hadden. Het positieve aan de partij is dat ik er mentaal goed in bleef zitten na een slechte opening.

Klemen Pernat Sušek en Leendert van Klinken wonnen hun partij ook. Hoe dat gegaan is weet ik niet, maar wel dat Klemen het volgende nog meldde it’s been a while since I played such a long game, daarmee suggererend dat alleen online of rapid potjes niet de beste voorbereiding voor een serieuze partij is. En dat klopt!

Helaas missen we Leendert en Wilmer de komende maanden omdat ze een “road trip” gaan doen en vanuit Zeeland naar het Zuiden afzakken. Mannen, veel plezier en we hopen dat jullie ongeschonden en vol met verhalen terug komen en onze club weer komen bezoeken.

Dan de laatste twee partijen, die van Riny Westveer en Ad van Klinken. Het stond toen dus 3½ – 2½. Vooraf had ik de op de KNSB site opgegeven opstelling van Baronie 4 rond gestuurd. Riny had die goed bestudeerd, want dit was zijn reactie: Ik had me voorbereid op de nummer 3 van het lijstje dat je stuurde en daar speelde ik ook tegen. Probleem was alleen dat hij op zet 4 al een zet speelde die ik niet had verwacht (a6), dus toen moest ik zelf gaan spelen. Ik kwam licht slechter te staan maar omdat mijn tegenstander er geen 100% gebruik van maakte, gingen we daarna gelijk op.

Na Riny’s 17. Pxd5 (hij slaat een paard dat op d5 stond) ontstond de volgende stelling:


Hoe moet zwart terug slaan en hoe niet? Antwoord (en hele partij): zie verderop.

Zwart deed het niet goed en Riny won materiaal en speelde het daarna keurig uit. Zo kwamen we gelijk.

Tenslotte was Ad nog aan het spelen. Ik kende Ad nog uit de tijd dat hij bij TOG (Tot Ons Genoegen) in Bruinisse speelde, een club waar ik mooie herinneringen aan heb, zie: Peters partij 3.

Voor Ad was een teamwedstrijd dus lang geleden. Toen ik hem de maandag erna sprak zag ik aan hem dat hij er met volle tuigen van genoten had.

Dit is zijn partij

Chess.com/Ad

met Ads opmerkingen:

  • Er kwam een of andere doorschuifvariant van de Caro-Kann op het bord. 
  • Zwart speelde hierin wel een paar merkwaardige zetten: 4)….- Db6
    5) …..-Ph6
  • Na 9) g3 dwong ik zwart om zijn witte loper af te ruilen, met de gedachte dat zijn zwarte loper nog niet ontwikkeld was en nog belemmerd werd door de witte pion op c5, ik sla met mijn paard terug en daardoor krijgt de witte loper meer ontwikkelruimte
  • Achteraf gezien had ik in plaats van 9) 0-0, beter de loper kunnen spelen, mijn toren op a1 werd dan gedekt. Nu kostte dit eigenlijk een pion 
  • Omdat de a-pion toch verloren zou gaan ging ik meer op het centrum richten, door afruil kreeg ik een open e-lijn. 
  • Met Tfc1 zorgde ik er voor dat hij zijn dubbelpion niet kon afruilen, nu speelde hij hem door. 
  • 20) Dd2 om de diagonaal sterker te maken. Dit pakte erg goed uit, want hij speelde Tb8 i.p.v. het voor de hand liggende Tfa8
  • Dit was het echte kantelpunt in de partij in mijn voordeel
  • Er kwam toen 21) Lf4! – Pf8
  • e6 was de doorbraak met uiteindelijk stukwinst
  • na 27) c5 gaf ik met een tussenschaakje wat materiaal (een paard) terug om de twee gevaarlijke centrumpionnen uit de weg te ruimen 
  • Daarna was het zorgvuldig afwikkelen naar gewonnen eindspel. 

Prima analyse van Ad. Ik heb er niks aan toe te voegen.

 

Antwoorden:

 

Partij Alexander:

Natuurlijk is 14. Kf1 de slechts mogelijke reactie. Dan kun je nog beter naar h1 gaan. Maar, hoe gevaarlijk en eng het er ook uit ziet, slaan op h2 kost zwart gewoon een stuk: 14. Kxh2, Pg4+ 15. Kg3 en het paard op h4 staat gedekt en het zwarte paard op g4 staat zelfs dubbel aangevallen.

Partij Wilmer:

Wilmer wikkelde af door met de loper op d3 te slaan, maar met 31….Tb3 had hij een stuk kunnen winnen. Door de penning van het paard dreigt 32….e4 (ook als de koning naar e2 gaat, want dan staat het paard nog steeds gepend). Natuurlijk kan zwart 32. Ke4 spelen, maaar dan volgt 32…Ld5+ en daarna 33… e4 met paardwinst.

Wilmers opmerking bij deze stelling: Op zet 31 had ik nog in mijn hoofd dat hij met de toren terug moest nemen omdat er eerder telkens 2 verdedigers op d3 stonden dus nam ik direct terug i.p.v even te kijken, wanneer ik zeker weten Tb3 had gespeeld en had gewonnen.

En dit is de hele partij: chess.com Wilmer

 

Partij Riny:

Het paard kan op drie manieren terug geslagen worden:

  1. met de toren, maar dat is zeker niet goed, want kost meteen een kwaliteit
  2. met de pion, maar dat levert zwart een zwakke d-pion op
  3. dus maar slaan met de loper

Dat laatste deed zwart, maar dit kost materiaal: 17….Pxd5 18. Lxd5, exd5 19. b4! (NB: ook op 18….exd5 was dit gevolgd) en daarna 20. Pc6 wint de kwaliteit. Slaan met de pion zou dus toch het beste zijn geweest voor zwart.

Riny’s reactie: Pas 5 minuten na mijn 17. Pxd5 (toen mijn tegenstander nog aan de beurt was) kwam ik erachter dat hij niet met zijn loper mocht slaan. Eerlijk van Riny, maar ook als zwart met de pion had terug geslagen zou wit beter hebben gestaan.

En dit is de hele partij: Chess.com/Riny

 

Peter van der Borgt, een trotse voorzitter