DZD 1

DZD 1 – Goes 2

7-3-2020

Goes 2 wint, maar verliest de wedstrijd

De titel van dit verslag duidt op rare zaken: rinkelende mobieltjes, bewust de tegenstander “be-kuchen”, op toilet via een engine de beste zet vinden? Niets van dit alles; Goes 2 had maar zes spelers. Vervelend voor Goes en voor Willy Meulblok en Eric Clarisse, die daardoor een gratis punt hadden. Voor de wedstrijd leek het ook niet goed, want de borden 7 en 8 van De Zwarte Dame stonden binnen “no time” een pion voor. Na twee uur spelen was het echter 2-2 en wie hadden de punten gescoord? De Goes-spelers op 7 en 8! Wat was daar gebeurd? Lennard Duynkerke vergat door te ontwikkelen en Bram Koeman deed het logische Lg5. Lennard werd verrast door een torenoffer waarna zijn stelling in elkaars stortte en Jeroen Frijhoff een mooie zege boekte. Brams loper werd slachtoffer van een aftrekaanval die in combinatie met een aantal prima door Jefta van Steijn bedachte penningen winnend was.

Ton van Vliet scoorde ons eerste echte (halve) punt. De sterke Wim Stange bood remise aan, wat na ampel overleg met de teamleider werd aanvaard. Daarna ging Rinus den Hollander (in een toch al geen lekkere stelling) in de fout door een kwaliteit weg te blunderen tegen (de speler die wel al eeuwen “good old” noemen) Jo Tholenaar. Jari Groen stond inmiddels ook materiaal voor tegen Marko Burger. We leken dus de wedstrijd te gaan verliezen, want Peter van der Borgt stond weliswaar iets beter, maar Niels de Feijter verdedigde zich prima.

Toen de Goese jongeling (Jari dus) dacht het te kunnen afmaken bleek Marko zeer vaardig te zijn in het tegenspel. Marko dreigde mat, Jari zag geen eeuwig schaakmogelijkheid en omdat het mat ondekbaar was, zou Marko gaan winnen. Nu had juist daarvoor Peter een remise-aanbod gehad en dat nam hij aan, nadat hij een paar keer had gecheckt dat het mat bij Marko na Db7 echt ondekbaar was en dat het niet anders kon dan dat Marko dat gezien had (wat ook zo was). Zo leek het 4-4 te worden, want Jo stond nog steeds een kwaliteit voor. Rinus wist echter een soort vesting op te bouwen, waarna Jo niets anders restte dan de remise te accepteren.

Zo staan we 5 punten voor op Goes. In theorie kan Goes ons nog inhalen, maar het resterende programma van de Goese reserves is zo zwaar dat dat er echt niet in zit. We hebben dus de degradatie weer afgewend.

 

Peter van der Borgt

De Zwarte Dame 1 1751 Goes 2 1624 4½ – 3½
Meulblok, W.H.C. (Willy) 1894 NO 0 1 – 0
Clarisse, E. (Eric) 1823 NO 0 1 – 0
Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1869 Feijter de, C.E. (Niels) 1765 ½ – ½
Vliet van, A. (Ton) 1675 Stange, W. (Wim) 1891 ½ – ½
Burger, M. (Marko) 1714 Groen, J. (Jari) 1640 1 – 0
Hollander den, R. (Rinus) 1593 Tholenaar, J. (Jo) 1623 ½ – ½
Duynkerke, L.J. (Lennard) 0 Frijhoff, J. (Jeroen) 1366 0 – 1
Koeman, B. (Bram) 1687 Steijn van, J.B.L. (Jefta) 1458 0 – 1

 


Middelburg – DZD 1

01-02-2020

VALSE BINGO

Het was een trieste dag, die 1e februari 2020. Natuurlijk voor die mevrouw die dacht dat het bingomiddag was en er achter kwam dat die er niet was, omdat er geschaakt werd. Natuurlijk is het een triste dag voor Kruiningen, dat de Watersnoodsramp herdacht die in 1953 daar zoveel slachtoffers maakte. En ook voor het eerste team van De Zwarte Dame was het een trieste dag, want er werd (redelijk kansloos) verloren van Middelburg 1.

Maar boven alles was het een trieste dag, omdat die dag de uitvaart van Martin de Bock was. Martin, die ik kende als een fanatiek schaker én een plezierig mens. Op het Kersttoernooi in Goes had ik er nog tegen gespeeld en had ik van hem moeten verliezen, maar in tijdnood zag Martin de winstweg niet. Terecht dat teamleider Maarten Westerweele een moment van stilte vroeg om Martin te herdenken.

Dan de partijen. Het ging al snel mis met Rinus de Hollander. Rinus gaf pardoes een pion weg en daardoor kwam Maarten Westerweeles paard zo goed te staan dat hij ook nog twee andere pionnen kon pakken. Enige compensatie voor Rinus was dat hij drie open lijnen had. Bewonderenswaardig was dat Rinus daarmee toch nog iets probeerde te bereiken. Maar dat lukte tegen, de als altijd rustig en degelijk spelende, Westerweele niet. Op dat moment was de teamwedstrijd overigens al beslist.

We begonnen nog met een halfje van Gayan den Hollander. Gayan was niet goed uit de opening gekomen, maar tegenstander Kerssemakers volgde een verkeerd plan en er ontstond een soort herhaling van zetten. Eric Clarisse speelde, naar eigen zeggen, bedroevend. In de opening had Sjaak Steijn al materiaal kunnen winnen. Dat zag Sjaak niet. Toen de partij, naar mijn idee, naar een remisestelling toe ging deed Eric een aantal zetten die er voor zorgden dat die remisestelling er niet kwam. Steijn nam het remise-aanbod dan ook niet aan en won snel daarna. Peter van der Borgt had niks bereikt tegen Paul Koster en Paul omgekeerd ook niet en dit werd dus een snelle remise. Op dat moment zag het er alleen aan het bord van Willy Meulblok rooskleurig uit. Tegen aanvalsspeler Marcel Nellen had Willy een stuk gewonnen, maar stonden zijn stukken niet lekker, zijn koning gevaarlijk en de toren op h1 kon (nog) niks. Of dat voldoende compensatie was, was onduidelijk. Marco Baars was daarentegen een stuk achter gekomen, doordat een ongelukkig gepositioneerde toren op f4 na g7-g5 van Ronald Lauer nergens heen kon.

Toen ik mijn partij aan het analyseren was, gebeurde er van alles: Ton van Vliet speelde (weer) remise en Bram Koeman had verloren. Van beide partijen heb ik te weinig gezien om er ook maar iets zinnigs over te melden. Verder kwam Marco me vragen of hij remise mocht. Dit leek een rare vraag, want Marco stond toch een stuk achter? Wat bleek: Lauer had in plaats van Lf3-e4 Pf6-e4 gespeeld en na Marco’s Tf1 kon die loper nergens heen. Marco bood remise aan en Lauer nam het aan. In de analyse bleek dat die remise maximaal haalbaar was.

Rinus en Willy waren toen nog bezig. Rinus verloor dus en Willy maakte het prima af. Hij kreeg uiteindelijk de toren op h1 in het spel. En toen was het een simpele zaak. Afruilen en met een toren meer winnen. Grappig was wel dat Willy zo gefocust was op zijn plan dat hij na Nellens Txf1 die toren terug sloeg, terwijl Te8 mat (!) ook kon. Nellen zag het te laat, Willy zag het niet en ik trouwens ook niet. Pas een paar zetten later toen Nellen opgaf, werd me duidelijk wat die non-verbale grimassen van toeschouwers betekenden na Willy’s Texf1.

Gelukkig verloor Goes 2 ook en is de marge met de onderste (en degradatie)plaats drie punten gebleven.

 

Peter van der Borgt

 

Middelburg 1 De Zwarte Dame 1  
Nellen, M. (Marcel) 1920 Meulblok, W.H.C. (Willy) 1894 0 – 1
Koster, P. (Paul) 1827 Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1869 ½ – ½
Steijn, S. (Sjaak) 1754 Clarisse, E. (Eric) 1823 1 – 0
Sluijs van, W. (Willem) 1780 Vliet van, A. (Ton) 1675 ½ – ½
Westerweele, M. (Maarten) 1806 Hollander den, R. (Rinus) 1593 1 – 0
Wolters, D.C.P. (Dick) 1543 Koeman, B. (Bram) 1687 1 – 0
Lauer, R. (Ronald) 1753 Baars, M.S. (Marco) 1429 ½ – ½
Kerssemakers, H.J.M. (Joost) 1549 Hollander den, G. (Gayan) 1444 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1742 Gemiddelde Rating: 1677 5 – 3

 


DZD1 – Landau 2

14-12-2019

Achttienhonderdplussers scoren DRIE NULLEN

Vandaag (14-12-2019) hadden we drie spelers in onze gelederen die meer dan 1800 ratingpunten hebben. Laten we ze “de toppers” noemen.

Eric Clarisse kwam beroerd uit de opening en verloor als eerste van “de toppers”. Peter van der Borgt had gezien dat er een vork met f6 dreigde, maar dacht dat hij een mataanval had, maar overzag vervolgens dat hij of eeuwig schaak kon maken of zelfs winnend materiaal kon krijgen. Tweede nul van “de toppers”. Wouter Bliek kwam mooi uit de opening, leek op pad naar winst, maakte een rekenfout en het was over en daar was de Derde Topper Nul. Tussendoor had Bram Koeman ook al verloren.

Zo waren we op 4-1 achter gekomen. Voor dat ene punt had Lennard Duynkerke gezorgd. In de krant van de dag ervoor stond dat hij volwassen speelde, rustige openingen. Hij brak al meteen met die kwalificatie, kwam straal verloren te staan, maar won toch. Tsja, dat is ook een kwaliteit. Zo is hij wel nog ongeslagen. Net als Ton van Vliet die voor de vierde keer op rij remise speelde. Ton speelde gewoon een degelijke partij tegen een tegenstander met een hogere rating. Rinus den Hollander en Marco Baars deden hetzelfde en behaalden ook een remise.

De Zwarte Dame 1 S. Landau 2  
Bliek, W. (Wouter) 1950 Moens, P. (Patrick) 1903 0 – 1
Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1865 Arendse, A. (Arjo) 1865 0 – 1
Koeman, B. (Bram) 1698 Lagendijk, I. (Ivo) 1831 0 – 1
Clarisse, E. (Eric) 1863 Pooter de, R. (Ronald) 1774 0 – 1
Hollander den, R. (Rinus) 1610 Dhuyvetter, K. (Koen) 1717 ½ – ½
Vliet van, A. (Ton) 1653 Putter de, M. (Theo) 1695 ½ – ½
Baars, M.S. (Marco) 1401 Janssens, R. (Ronald) 1544 ½ – ½
Duynkerke, L.J. (Lennard) 0 Geerts, M. (Maarten) 0 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1720 Gemiddelde Rating: 1761 2½ – 5½

 


SVO Oisterwijk – DZD

23-11-2019

 

Prima prestatie in Oisterwijk

Onze verste uitwedstrijd ooit als we een bekerwedstrijd jaren geleden in en tegen Veldhoven op een koude donderdagavond niet meetellen. In een café dat Het Molentje heette en dat (zoals het hoort) naast de enorme kerk staat (en waar ik geen molen kon ontdekken) was er passende verlichting maar toch hadden alle DZD-ers scherp zicht op hun borden, want echte blunders zijn niet gemaakt. Hoogstens zullen Wouter Bliek en Lennard Duynkerke balen dat ze hun goed gespeelde partijen niet met een zege konden bekronen. Lennard heeft zijn plek al helemaal gevonden. Speelt volwassen schaak en gebruikt zijn tijd al erg goed. De voorzitter kan daar wat van leren, want die kwam weer eens in tijdnood. Maar daarover straks meer.

Bij Ton van Vliet was het veld al snel uitgedund en Ton bod in een L+P+wat pionneneindspel remise aan. Zijn tegenstander weigerde en dat was wel logisch, want hij leek iets beter te staan doordat Ton een niet door een andere pion ondersteunde d-pion had, die een aanvalsobject leek te zijn, maar dat eigenlijk nooit zou worden.

Willy Meulblok was als eerste uit. In een interessante Scandinaviër had Willy tijdelijk een pion geofferd. Er ontstond een mooi gevecht dat eindigde met een anti-climax. Willy’s tegenstander gaf pardoes zijn dame weg in een stelling die toen al in Willy’s voordeel was. Maar na die blunder was het meteen uit.

Peter van der Borgt was na wits derde zet weer al uit zijn theorie. Het wordt misschien toch tijd dat Peter die enorme hoeveelheid schaakboeken die hij zegt te hebben niet alleen doorbladert, maar ook gaat doorgronden. Er kwam ook nog bij dat Peter de zetten van zijn tegenstander niet snapte: eerst g3 spelen en dan de loper toch naar e2, vervolgens een pion kwijt raken waarbij Peter geen idee had of het nu een offer was. Kortom: Peter gebruikte veel tijd om te ontdekken wat hij allemaal aan het overzien was.

Inmiddels waren om hem heen Wouter, Eric Clarisse, Rinus den Hollander en Ton al remise overeengekomen. Van die partijen heb ik na de eerste zetten niet veel gezien. Ton meldde achteraf nog dat hij in de eindstelling misschien zelfs iets beter stond. Weer een door Ton knap gespeeld eindspel. Zo stonden we 3-2 voor, was Lennard in een eindspel beland met ongelijke lopers wat niet te winnen en niet te verliezen was en zat Bram Koeman in een partij met kansen voor beide partijen.

Peter had inmiddels een tweede pion gewonnen. Dat was voor zijn tegenstander aanleiding om de trukendoos open te gooien er op gokkend dat de combinatie van tijdnood bij Peter en een constante stroom aan schwindelzetten wel tot succes zou moeten leiden. Helaas voor de sympathieke Oisterwijker: Positioneel en openingstechnisch mag Peter dan een matig schakertje zijn, als schwindelkoning en tijdnoodspecialist staat hij zijn mannetje en kwam geen enkele zet van wit als verrassing en tikte Peter de partij netjes uit. Hij kwam zelfs maar één keer onder de minuut. Is er dan wel sprake van tijdnood?

Zo werd het 4-4 en het tweede matchpunt werd door Lennard binnen gebracht. Drie keer dezelfde stelling maakte een eind aan de partij. Bij Bram werd snel daarna ook de vrede getekend, ondanks dat de stelling nog voldoende mogelijkheden bood om in de fout te gaan, voor beide partijen.

Op de terugweg realiseerde ik me overigens dat ik één ding vergeten te vragen was: was die kekke rode pet van Romanesco nu te vergelijken met een aanvoerdersband bij voetbal? Het was wel makkelijk, want “zoek de pet en je bent bij de teamleider”. Ik moet toch maar eens op zoek in mij kast naar een geschikte pet.

 

SVO Oisterwijk 1 De Zwarte Dame  
Hess, F.J.W. (Stefan) 1931 Meulblok, W.H.C. (Willy) 1862 0 – 1
Loy van, H.G.M. (Rick) 1930 Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1865 0 – 1
Romanesco, R. (Roel) 1832 Bliek, W. (Wouter) 1950 ½ – ½
Weijers, R.G.J. (Ralf) 1870 Clarisse, E. (Eric) 1863 ½ – ½
Dongen van, E.A.W.M. (Eric) 1753 Hollander den, R. (Rinus) 1610 ½ – ½
Steeksma, R. (Ron) 1793 Duynkerke, L.J. (Lennard) 0 ½ – ½
Meerwijk, A.J. (Arend Jan) 1779 Koeman, B. (Bram) 1698 ½ – ½
Griethuijsen van, H. (Henk) 1672 Vliet van, A. (Ton) 1653 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1820 Gemiddelde Rating: 1786 3 – 5

 

Peter van der Borgt

 


 

DZD – SHTV

02-11-2019

 

REMISE UIT HET VUUR GESLEEPT.

Tegen SHTV 1 heeft het keurkorps van De Zwarte Dame  4-4 gespeeld. De Hagenezen zullen met gemengde gevoelens richting de Hofstad terugkeren, want wat hebben ze de teamzege uit handen gegeven.

SHTV staat voor Schaakcombinatie Haagse Toren Vogelwijk en het is (zeker vanuit Zeeuws perspectief) een grote club. Als je meer wilt weten: hun website geeft een aardig beeld van deze club: SHTV.

Niet alleen qua aantal leden, maar ook qua schaakniveau waren ze op papier veel beter dan ons. Gemiddeld hadden ze vandaag 120 ELO-punten meer en op elk bord was er sprake van een ratingverschil in ons nadeel.

Aanvankelijk leek het er ook op dat dat verschil in de uitslag tot uitdrukking zou komen. Alleen bij Wouter Bliek was er weinig aan de hand. Eric Clarisse had een kwaliteit weg geblunderd, maar wel enige compensatie over gehouden. Op alle andere borden was het op zijn minst zo dat de thuisspelers niet tevreden zullen zijn geweest.

Grappig was wel dat op elk bord waar met 1.e4 werd geopend (op 6 borden) er geantwoord werd met de c-pion: 3 keer Siciliaans en dus 3 keer Caro-Kann. De Siciliaanse partijen waren in twee gevallen Alapins. Bij Willy Meulblok sloeg hun teamleider Peter Vorstermans (die ergens in de jaren ’80 nog een enkele keer met onze teamleider Peter van der Borgt in één bedrijfsschaakteam in Rotterdam had gespeeld) op d4 terug met de dame. Willy reageerde daar niet goed op en werd in de verdediging gedrongen. Peter van der Borgt ging met zijn paard via a3 naar c4, terwijl c2 logischer zou zijn geweest. Als je dan later dat paard via a3 naar c2 moet spelen, was wel duidelijk dat Peter nogal wat tempi had verspeeld en zich niet aan het beste deel van zijn moest wijden: verdedigen.

Rinus den Hollander kwam in de Caro-Kann niet aan rokeren toe en Ton van Vliet speelde de Panov-aanval en rokeerde lang, wat me (als niet-kenner van de Caro-Kann) niet handig leek. In elk geval kwam Ton op een gegeven moment een pion achter en had ook nog een losse dubbele f-pion. De derde Caro-Kann (Wouter) was saai.

Na 2 uur spelen had Erics tegenstander alle dreigingen (die Eric zeker had) uit de stelling gehaald zonder dat het materiële voordeel verdwenen was. Eric gaf dus op. Niet lang daarna volgde opgave van Bram Koeman, die te maken kreeg met een wit paard op h8 dat teveel op g6 dreigde. Een loperschaak op h2 kon de boel niet redden.

Gelukkig was Lennard Duynkerke van de partij. Hij speelde tegen hun enige jeugdspeler (met overigens een rating van meer dan 1600 punten) en wist, na een moeizame fase waarin zwart dreigend leek door te komen, een mooie aanval over de b-lijn op te bouwen. Dat leverde uiteindelijk materiaalwinst op, zodat Lennard zijn debuut in een officiële teamwedstrijd met lang tempo bekroonde met een zege. Die zege bracht niet direct hoop op een goed teamresultaat. Daarvoor stonden de andere partijen te slecht. We wisten wel dat we de eer gered hadden.

Rinus kon het niet bolwerken en bij Wouter werd het remise: 1½ – 3½ dus. Ton een pion achter, Peter nog steeds heftig verdedigend en Willy stond positioneel verloren. Om tot 4-4 te komen, moest er dus echt iets raars gebeurd zijn. En dat gebeurde dan ook.

Peters tegenstander dacht dat na g5 zijn aanval zou doorslaan. Peter speelde Ph5 (met aanval op zijn toren op f6) en won een kwaliteit, want zwarts gxLf3+ werd met Kh2 beantwoord en doordat zwarts dame weg moest (want aangevallen door het paard op f6), kon Peter met de tussenzet PxLd7 de angel uit zwarts aanval houden. Peter beef een kwaliteit voor en toen zwart nog een pion weggaf, vond die het welletjes.

Willy’s tegenstander deed het rustig aan, waardoor Willy zijn toren, die op a8 de hele tijd lucht stond te happen, toch in het spel kreeg. Dat dat ook nog voldoende was om de winst binnen te halen, was op zijn minst bijzonder. En zo stonden we opeens gelijk.

Van het eindspel van Ton begrepen de toeschouwers niet veel. Telkens als we dachten dat Tons tegenstander de trekker zou overhalen, gebeurde dat niet. Uit respect voor beide spelers (die beiden overigens lid waren geweest van het Groningse SISSA) houd ik het er maar op dat in een toreneindspel altijd onverwachte remontes kunnen voorkomen en dat Ton die allemaal zag.

 

De Zwarte Dame SHTV 1  
Bliek, W. (Wouter) 1950 Pauw, S.A. (Sander) 2008 ½ – ½
Clarisse, E. (Eric) 1863 Noordkamp, H.W. (Wouter) 2024 0 – 1
Meulblok, W.H.C. (Willy) 1862 Vorstermans, P.A.W. (Peter) 1996 1 – 0
Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1865 Segers, J.C.M. (Hans) 1952 1 – 0
Hollander den, R. (Rinus) 1610 Leeuwen van, O. (Olav) 1839 0 – 1
Vliet van, A. (Ton) 1653 Willighagen, G.J. (Gert-Jan) 1889 ½ – ½
Koeman, B. (Bram) 1698 Bodaan, A. (Ton) 1907 0 – 1
Duynkerke, L.J. (Lennard) 0 Leeuwen van, R.C.D. (Robin) 1633 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1786 Gemiddelde Rating: 1906 4 – 4

DZD 1 – Scheldeschaak

28-09-2019

Scheldeschaak: Uiteraard Verloren!

De 1e ronde meteen tegen onze Angstgegner, Scheldeschaak. Door een bijzondere (door de bond zelf ook zo genoemde) truc was Scheldeschaak, ondanks hun degradatie toch in de 4e Klas gebleven. Ze hadden zich terug getrokken en opnieuw ingeschreven en vervolgens diende de bond te beoordelen of “het nieuwe” Scheldeschaak goed genoeg zou zijn voor de 4e Klas. Je zou denken “nee, want ze zijn gedegradeerd”, maar de bond beoordeelde dit als “ja op grond van de rating van de opgegeven spelers”. Bizar natuurlijk, zoiets zou zelfs Campomames in zijn beste tijd niet bedacht hebben.

Overigens zit de bond toch enigszins op het verkeerde spoor denk ik met de introductie van een 6e en zelfs een 7e klas. Bij zo’n beetje alle andere sporten zie je een pyramide: 1 hoogste klasse, daaronder 2 klassen daaronder, dan 4 etcetera. Voordeel is dat je dan ook beter regionaal kunt spreiden. Voor dunbevolkte en excentrisch gelegen gebieden als Zeeland is een goede regionale spreiding cruciaal, want uiteindelijk zullen er natuurlijk Zeeuwse ploegen gaan degraderen uit die 4e klas.

Maar goed: genoeg over niet-schaakpartij-gerelateerde zaken. Over de wedstrijd kunnen we ook kort zijn. Het maakt niet uit wie Scheldeschaak opstelt en ook niet wie wij opstellen: we verliezen gewoon altijd.

We begonnen slecht doordat Marco Baars in de opening te veel mindere en zelfs een enkele slechte zet deed. Zijn tegenstandster maakte gehakt van Marco. Gelukkig was er ook Henry Flikweert, die eerst zijn koning naar h1 speelde, toen zijn toren naar g1 om met g4 “le gran attaque” te starten. Met een zwarte loper op b7 en de tegenactie f7-f5 bleek die opmars met zijn g-pion echter een kamikaze-actie die door Peter van der Borgt op waarde werd geschat: 1-1.

Op de rest van de borden was het een beeld toen al niet best. Voor ons. Alleen bij Bram Koeman konden we misschien van een iene-mienie-voordeeltje spreken. Alleen had Bram de pech tegen remise-koning Gerard de Winter te spelen.-

Na de 1-1 wisten de Overkanters hun florissantere stellingen tegen Wouter Bliek en Bram Boone (die op het laatste moment voor Eric Clarisse moest invallen) om te zetten in een zege en kon Willy Meulblok niet veel anders dan in een mindere stelling (en met heel weinig tijd) het remise-aanbod van Kees Freeke accepteren: 3½ -1½  achter.

Rinus den Hollander bracht een kleine hoop op een 4-4 terug door van Arend-Jan Breukelman te winnen. Na La5 dreigde Rinus een pion (op d5) te winnen. Breukelman dacht dit met Tc6 op te lossen, maar dat kostte nog steeds die pion en een kwaliteit: 3½ -2½.

Maar: hun topspeler Jan Damen stond een pion voor tegen Ton van Vliet en Ton moest alle zeilen bijzetten om in remisehaven te blijven. Bram Koeman bleef op bewonderenswaardige zoeken naar winst in een zo goed als dode remisestelling. Maar Bram kwam eigenlijk niets verder (Gerard is een goede verdediger) en uiteindelijk werd door een simultaan remise-aanbod de wedstrijd beslist in Zeeuws-Vlaams voordeel.

 

Scheldeschaak DZD 1

 

Freeke, K. (Kees) 1599   Meulblok, W.H.C. (Willy) 1870 z-w ½ – ½
Flikweert, H. (Henry) 1715   Borgt van der, P.B.F. (Peter) 1838 w-z 0 – 1
Meester de, J. (Johan) 1748   Bliek, W. (Wouter) 1970 z-w 1 – 0
Damen, J. (Jan) 1900   Vliet van, A. (Ton) 1645 w-z ½ – ½
Breukelman, A.J. (Albert Jan) 1894   Hollander den, R. (Rinus) 1612 z-w 0 – 1
Temmerman, S. (Sara) 0   Baars, M.S. (Marco) 1411 w-z 1 – 0
Winter de, G. (Gerard) 1553   Koeman, B. (Bram) 1703 z-w ½ – ½
Verreydt, C. (Christine) 0   Boone, A.W. (Bram) 1498 w-z 1 – 0
             
Gemiddelde Rating: 1735   Gemiddelde Rating: 1693   4½-3½