Landau 2 – DZD 1
KNAPPE 4-4
Door allerlei omstandigheden waren we nogal verzwakt. Landau 2 was dan ook favoriet.
Freek Pruis zag allerlei leeuwen en beren als hij kort zou rokeren. Daarom deed hij het lang, maar daar bleek de echte dierentuin te zitten. Kortom: Freek verloor, zijn koning kon te gemakkelijk aangevallen worden.
Koen Dhuyvetter zag geen leeuwen en beren in Ton van Vliets gambiet, maar na Lxf7 kwamen de roofdieren plotseling in zijn koningsstelling terecht. Ton leek grof materiaal te winnen, maar deed dat niet; hij zette Koen gewoon mat. Toen waren we nog maar een goed uur ver.
Geïnspireerd door het va banque spel op de borden 5 en 8 besloot Theo de Putter een stuk te offeren. Dat leverde, behalve twee pionnen, een krachtige aanval op Bram Koemans dame en koning op. Alleen kon Theo het goede vervolg niet vinden of veel positiever geformuleerd: Bram verdedigde zich zo goed dat Theo’s aanval dood bloedde (ook een tweede stuk offeren hielp niet) en Theo al snel kon opgeven.
Helaas duurde onze voorsprong niet lang. Patrick Moens kende de theorie van Willy Meulbloks Siciliaan beter dan Willy (in de analyse bleek dat Patrick heel veel zetten uit het hoofd kende, ook als Willy het beter had gedaan). Willy verloor niet alleen een pion, maar stond ook slechter en werd “gemat”.
Tijd voor een inschatting van de einduitslag: Herman Schoonakker en Peter van der Borgt stonden iets minder, maar zaten nog steeds in de remisemarge. Marko Burger stond lekker (stelling en tijd), maar was het genoeg voor winst? Bram Boone was rijp voor de sloop. Kortom: 4-4 zou kunnen als Marko zou winnen.
Alleen gaf Marko aan niet te zien hoe hij de stelling van Ivo Lagendijk moest ontmantelen. Om onnodige en onjuiste winstpogingen te voorkomen bood Marko remise aan, waar Ivo niet lang over nadacht.
Veel langer moest Arjo Arendse nadenken over Peter van der Borgts Pf4R. Arjo had 20 minuten om na te denken, maar wat te doen? Slaan op f4, zodat Peters pionnen moesten oprukken en zijn stelling open zou worden, maar ook dat Peter een sterke loper zou hebben. Of met de dame naar iets als f3, maar kon Peter dan niet afwikkelen en een aanval op de koningsvleugel starten? Kortom: Arjo nam het aanbod aan, waarschijnlijk ook omdat uit die andere twee partijen toch wel anderhalve punt zou komen.
Dat leken er zelfs twee te worden toen Herman een kwaliteit weg gaf. Later won Herman die weer terug (weliswaar met verlies van een pionnetje) en leek, ondanks de minuspion, de remise voor het grijpen. Herman ging echter zijn pionnen opspelen wat zijn tegenstander (de jonge Hugo Froeyman) winstkansen gaf, maar ook de mogelijkheid om het fout te doen. En dat gebeurde ook prompt en toen kreeg Herman weer een gevaarlijke aanval.
Op hetzelfde moment was Ronald de Pooter, die tegen Bram Boone al tijden gewonnen stond, in een toreneindspel terecht gekomen met twee pionnen meer, maar een koning die verkeerd stond. Bram speelde dit keurig naar remise. Om de teamremise veilig te stellen bood Hugo remise aan (tot genoegen van teamleider Arendse) en (tot zijn nog groter genoegen) nam Herman dit aan. Ten eerste was de weg naar de winst niet eenvoudig en ten tweede leek zijn tegenstander ook eenvoudig eeuwig schaak te hebben.
Landau 2 | 1740 | DZD 1 | 1632 | 4 | 4 |
Moens, P. (Patrick) | 1894 | Meulblok, W.H.C. (Willy) | 1890 | 1 | 0 |
Arendse, A. (Arjo) | 1868 | Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1894 | 0,5 | 0,5 |
Lagendijk, I. (Ivo) | 1790 | Burger, M. (Marko) | 1688 | 0,5 | 0,5 |
Pooter de, R. (Ronald) | 1830 | Boone, A.W. (Bram) | 1509 | 0,5 | 0,5 |
Dhuyvetter, K. (Koen) | 1729 | Vliet van, A. (Ton) | 1650 | 0 | 1 |
Putter de, M. (Theo) | 1703 | Koeman, B. (Bram) | 1707 | 0 | 1 |
Froeyman, H. (Hugo) | 1505 | Schoonakker, H.A. (Herman) | 1427 | 0,5 | 0,5 |
Janssens, R. (Ronald) | 1601 | Pruis, F. (Freek) | 1287 | 1 | 0 |
DZD 1 – De Baronie
DE BARONIE 1 EEN MAATJE TE GROOT
Het vlaggenschip van De Zwarte Dame is tegen zijn derde nederlaag aangelopen. Eerlijk is eerlijk: De Baronie 1 uit Breda was gewoon te sterk. Nu zou ik dit graag steken op de afwezigheid van twee van onze 1800-plusspelers, maar hun vervangers scoorden anderhalve punt. En de andere twee 1800-plusspelers werden op waarde geklopt.
Eigenlijk was het, gezien de ratingverhoudingen (gemiddeld 250 punten minder en alleen op bord 2 was het verschil net onder de 100), niet eens zo’n gek resultaat: 2 ½ – 5 ½ verlies.
De Brabantse teamleider Kees Ooms wist Bram Boone al snel in het defensief te krijgen. Bram verloor een stuk en de partij. Ook in onze eerste bord speler werd nog net in het derde uur op een 0 getrakteerd.
Niels Verhaar speelde weer een puike partij; hij won weer een pionnetje en zorgde er dit maal voor dat er zo weinig materiaal over bleef dat hij niet mat gezet kon worden, zoals in Zundert. Helaas was het resterende dame-eindspel ook niet te winnen: remise dus.
De aansluitingstreffer werd gemaakt door Marko Burger. Van die partij heb ik te weinig gezien, maar na Pd3 van Marko ging het snel naar een stelling met Marko die een toren had en heel veel (ook nog verbonden en oprukkende) pionnen en zijn tegenstander die veel minder pionnen had, maar wel een toren en een loper waarmee hij allerlei schaakjes (en misschien wel matdreigingen) had. Feit was dat Marko op een gegeven moment een dame haalde en even later nog eentje en dat was toch echt wel voldoende. Mooie pot van Marko.
Rinus den Hollander stond de hele partij wat gedrukt en ging uiteindelijk door de vlag, maar ook zonder vlag was waarschijnlijk het punt wel naar Breda gegaan.
Bram Koeman zorgde er voor dat we op 2-4 kwamen. In een spannende wedstrijd (met tegengestelde rochades) waren er voor beide spelers blijkbaar te weinig aanknopingspunten om toe te slaan. Prima herstel van Bram.
Het leek toen 3-5 te worden, want Peter van der Borgt kreeg te maken met een mooie paardmanoeuvre (Pb6-a4-b2-d3-f4-e2) die een pion kostte in een positioneel toch al mindere stelling. Toen nog een pion dreigde te sneuvelen kon Peter kiezen uit “masochistisch doorspelen”, “wachten tot de vlag zou vallen” of “gewoon opgeven”. “Beter een korte piene as een lage piene” zei zijn moeder vroeger altijd: het werd dus opgave, wat nog altijd anderhalve minuut sneller was dan wachten op de vlag.
Peter wilde op die manier ook gaan genieten van het prima spel van Ton van Vliet, die zo gewonnen stond dat het derde bordpunt een kwestie van tijd leek. Iedereen stond te kijken op welke manieren Ton allemaal kon winnen. Een paar keer deed Ton niet de beste zet, zodat zijn tegenstander in leven bleef (waarbij toch vooral sprake was van “uitstel van executie”). Tons tegenstander speelde nog Pf5 en hij zal ook wel gezien hebben dat na slaan op f5 Tons e-pion onstuitbaar zou oprukken. Ton speelde echter Ph6-g4, waarna Tons belangrijkste troef (een pion op f7) verloren ging. In plaats van “executie” verleende Ton “gratie” als het ware. Zijn volgende zetten waren ook niet “top” en zo moest Ton nog vechten voor het halfje. Gelukkig haalde hij dat (voor hem zesde!) halfje binnen.
De Zwarte Dame | 1683 | De Baronie | 1929 | 2,5 | 5,5 |
Clarisse, E. (Eric) | 1821 | Oomen, A.M.J.G.M. (Rens) | 1991 | 0 | 1 |
Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1894 | Berkel van, R.J.C.M. (Rob) | 1990 | 0 | 1 |
Burger, M. (Marko) | 1688 | Linden van der, W. (Willem) | 1962 | 1 | 0 |
Koeman, B. (Bram) | 1707 | Hemmers, C.A.M. (Carlos) | 1935 | 0,5 | 0,5 |
Hollander den, R. (Rinus) | 1623 | Antonissen, M. (Michiel) | 1922 | 0 | 1 |
Vliet van, A. (Ton) | 1650 | Dijksman, S. (Sebastiaan) | 1922 | 0,5 | 0,5 |
Verhaar, N. (Niels) | 1572 | Slagboom, A.J. (Arno) | 1864 | 0,5 | 0,5 |
Boone, A.W. (Bram) | 1509 | Ooms, C. (Kees) | 1848 | 0 | 1 |
De Raadsheer – DZD 1
NET GEEN WINST IN ZUNDERT
Zundert, bekend van Van Gogh, Bloemencorso en Fort Oranje, heeft ook een schaakclub, De Raadsheer, die deze zaterdag maar liefst drie teams op de been bracht. Op zoiets zijn we in Kruiningen natuurlijk jaloers. Ons eerste (en enige) zaterdagteam mocht tegen hun vlaggenschip. De wedstrijd eindigde in 4-4, maar bij veel partijen had de uitslag ook anders kunnen zijn, zodat “at the end of the day” de remise zo gek nog niet was.
Peter van der Borgt had zich eens een keer op bord 1 gezet. Zoals gebruikelijk, probeert Peter op zaterdagmorgen nog iets te weten te komen van het openingenrepertoire van zijn mogelijke tegenstander. Die bleek de Portugese variant van het Scandinavisch te spelen. Die naam moet welhaast bedacht zijn door een topografisch onbenul. Omdat Peter geen zin had in de wild-west-varianten die volgen op f3 (na Lg4), speelde hij Le2 en de partij verzandde al snel in remise-achtige beelden. Overigens lijkt die variant een soort Zundertse huisvariant, want op bord 1 van De Raadsheer 2 kwam dit ook op het bord. De witspeler daar (van het sjiek genaaamde Roosendaalsch Schaak Genootschap 1) speelde wel gewoon f3 en won. Maar Peter speelde dus remise, maar opende niet de score.
Dat deed de andere Kruininger en die was “goed ziek van zijn nederlaag”. Marco kwam op het 8e bord (tegen een 1900-speler!) niet goed uit de opening; het zag er eng uit. Wat zijn tegenstander echter bezielde om kort te rokeren, weet ik niet, maar na een mooi stukoffer van Marco had plots Marco het heft in handen. Het stuk won Marco weer terug, waarna Marco twee pionnen meer had en het iet de vraag was of Marco ging winnen, maar hoe. Vervolgens vergat Marco praktische zetten te doen (om tegenkansen er uit te halen) en toen hij er eentje deed (Dd3 om de dames te ruilen), bleek dat die dame simpel genomen kon worden doordat zijn c4 na het zojuist gespeelde Tc1 gepend stond. We speelden in het Wapen van Zundert en even dacht ik dat Marco Ons Geheime Wapen in Zundert zou worden.
De andere invaller verloor ook en ook dit was onnodig. Ik wil niet zo ver gaan te stellen dat Niels Verhaar ook de winst heeft laten liggen, maar na een puik gespeelde partij vergat hij wel af te wikkelen naar een stelling met minder tegendreigingen en nog steeds een pion meer. Nu werd hij plots “gemat”.
Op de andere borden was nog van alles mogelijk. Ton van Vliet verscheen later aan het bord vanwege andere verplichtingen. Toch kwam hij prima uit de opening en wist zijn half uur tijdsachterstand in te halen en een goede stelling te bereiken. Maar vervolgens kwam de vraag “hoe tot winst te voeren”. Dat bedenken kostte veel tijd en leverde te weinig op en met nog drie minuutjes op de klok werd het remise: 3-1 achter.
Bram Koeman speelde een zeer complexe partij. Volgens mij was het voor beide spelers ondoenlijk om alles goed door te rekenen. Wellicht dat Txd6 niet goed was, want toen kon zwart de aanval overnemen. Maar eigenlijk heb ik geen idee. Feit was wel dat Bram toen moest gaan verdedigen. Dat deed hij met volle focus en inzet, maar het zou niet genoeg blijken.
Voordat Bram zichzelf overgaf, hadden we al wel twee punten bijgeschreven. Willy Meulblok deed dat zeer fraai. Nadat zijn tegenstander noodgedwongen g6 had gespeeld, kon Willy telkens zijn stelling verbeteren, zonder dat zijn tegenstander iets terug kon doen en uiteindelijk was er een dodelijke aanval met twee torens op de 6e rij.
Op bord 2 gebruikten Inge Oostvogels en Wouter Bliek verschrikkelijk veel tijd voor de opening. Ergens ronde de 15e zet zaten ze allebei onder de 5 minuten en Inge vaak zelfs onder de minuut. Wat er na Lxb7 gevolgd door Tb8 gebeurde is niet te beschrijven en het kan niet anders of daar moet ergens een betere zet zijn geweest voor wit of zwart. Even leek het er op dat Wouter “achter de paaltjes” mat gezet kon worden. Dat kon Wouter voorkomen. Inge kon niet voorkomen dat na Te7 Wouter plots ondenkbaar mat dreigde. En zo werd het 3-4 en was alleen Eric Clarisse nog bezig.
Eric had eerder gemeld dat hij op het moment dat Marco zijn partij vergooide hij dat ook deed. Waarom zijn tegenstander toen niet gewoon een gratis pion op b6 nam weten we nog steeds niet. Wat we wel weten en zagen was dat Eric een machtig paard op c5 kreeg en wit een waardeloze loper op g2. Toen Eric ook nog een dame en een toren kon ruilen, was winst onvermijdelijk: a-pionnetje ophalen en eigen a-pionnetje met verstand naar a1 laten opstomen. En dat geschiedde. Heel knap gespeeld van Eric.
We hebben nu 9 matchpunten, waarmee we dus zeker op 50% of meer eindigen. Er degraderen twee ploegen en nog 6 teams zijn daarvoor in de race. Er zijn 4 teams met 5 matchpunten, Goes 2 heeft er 4 (maar moet nog tegen De Pion 2) en BSV 2 heeft er 3 (en moet nog tegen Goes 2 en Souburg 2). Wij mogen de volgende ronde tegen De Baronie. Een team met >1900 gemiddeld.
De Raadsheer | 1785 | DZD 1 | 1741 | 4 | 4 |
Oostvogels, N.A.J. (Niek) | 1966 | Borgt, P.B.F. (Peter) | 1894 | 0,5 | 0,5 |
Oostvogels, I. (Inge) | 1533 | Bliek, W. (Wouter) | 1970 | 0 | 1 |
Havermans, J. (Jorrit) | 1820 | Meulblok, W.H.C. (Willy) | 1890 | 0 | 1 |
Dijk, J. (John) | 1886 | Clarisse, E. (Eric) | 1821 | 0 | 1 |
Matthijssen, M. (Mitchell) | 1675 | Verhaar, N. (Niels) | 1572 | 1 | 0 |
Pijl, R.L. (Richard) | 1733 | Vliet, A. (Ton) | 1650 | 0,5 | 0,5 |
Opdorp, A.C.M. (Adrie) | 1746 | Koeman, B. (Bram) | 1707 | 1 | 0 |
Smits, F. (Frans) | 1918 | Baars, M.S. (Marco) | 1421 | 1 | 0 |
DZD 1 – ZSC
SCHAKEN IS WREED, MAAR DEGRADEREN KUNNEN WE NIET MEER!
Over het wrede karakter kom ik zo te spreken, maar ik denk dat we praktisch gezien met 8 matchpunten niet meer kunnen degraderen en waarschijnlijk ook theoretisch niet meer (maar dat mogen mensen die van rekenen houden uitzoeken).
We hadden een beperkte tactische ingreep: Wilco Krijnsen mocht op bord 2 tegen Olaf van der Sloot (die had immers zo’n beetje elke wedstrijd zwart gehad aan een hoog bord). Olaf is een echte remisespeler en Wilco is een rustige speler. We zagen de snelle remise al op het bord komen.
Alleen: Olaf speelde op 3 met wit tegen Peter van der Borgt en Wilco mocht op 2 tegen het nieuwe Thoolse lid: Rick van der Pluijm, een 2000-plus-speler. Oeps. Peter besloot om (in een zonder meer mindere stelling) al op de 13e zet remise aan te bieden. Na best lang nadenken nam Olaf dat aan. Een meevaller. Even later kwam er nog eentje. Ton van Vliet leek met zwart mooi te staan, maar na het sluwe tussenzetje Td1 stond Kees van den Nieuwendijk er beter voor. Toch werd het nog snel remise; ik heb niet gezien hoe, maar ook dit was een meevaller.
Toen kwamen de tegenvallers. Wouter Bliek had eigenlijk niks bereikt tegen Martin Krijger, die op zijn beurt ook niks had. U raadt het al: remise. Toch stonden we toen al achter. Met een mooi stukoffer was Bram Koeman een pionnetje voor gekomen. Rick van de Breevaart sputterde nog wat tegen met Ph3+, maar na Kf1 zou dat fout aflopen. U snapt hem al (de titel over het wrede karakter van onze ridderlijke sport verraadt veel): het ogenschijnlijk nog betere Kg2 bleek na Dxg4 (en fxg4 wat niet mocht vanwege een loper die naar g2 keek) zelfmoord.
Wouter somberde toen dat 3-5 de meest logische uitslag was. En dat was inderdaad best realistisch. Willy Meulblok had niets bereikt tegen Joost van Eenennaam, ondanks diens slechte d-pion. Nee, het was eerder Willy die moest oppassen. Dat deed hij en het werd remise tegen Joost die enorme ratingsprongen maakt trouwens (200 punten meer in een jaar).
Gelukkig deed ons erelid mee: Sebastiaan Koedoot. Voor degene die willen weten waarom deze (steeds sympathieker wordende) speler, die nooit lid van DZD was, toch erelid van DZD is: zoek op het internet naar wedstrijdverslagen van De Zwarte Dame. Nu ook weer: Hij stond lekker tegen Rinus den Hollander, kon het niet afmaken en Rinus sloeg in wederzijdse tijdnood tactisch terug: 3-3. Ook voor Sebastiaan is schaken wreed.
Toen werden de contouren van een teamzege steeds helderder. Eric Clarisse speelde een fantastische partij tegen Sjaak Spiegels. Eric had druk over de d-lijn, als Sjaak de dreigingen daar had gepareerd, liet Eric zijn stukken over het bord dansen om andere zwaktes aan te vallen en om het op het eind af te maken, zodat Sjaak, murw gespeeld, opgaf: 4,5-3,5 gewonnen.
Ja, gewonnen, want Wilco Krijnsen had zijn opponent (die 425 ELO-puntjes meer achter zijn naam heef) knap op remise gehouden. Wilco had zelfs nog een pionnetje voor gestaan, na een faux pas van van der Pluijm. Winst zat er echter niet in en Wilco wikkelde bekwaam af naar remise. Top gedaan!
DZD 1 | 1769 | ZSC | 1785 | 4,5 | 3,5 |
Bliek , W. (Wouter) | 1970 | Krijger , M.M. (Martin) | 1696 | 0,5 | 0,5 |
Krijnsen , W.F. (Wilco) | 1595 | Pluijm van der, R. (Rick) | 2020 | 0,5 | 0,5 |
Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1894 | Sloot van der, O. (Olaf) | 1865 | 0,5 | 0,5 |
Meulblok , W.H.C. (Willy) | 1890 | Eenennaam van, J. (Joost) | 1746 | 0,5 | 0,5 |
Vliet van, A. (Ton) | 1650 | Nieuwendijk van den, C.L. (Kees) | 1771 | 0,5 | 0,5 |
Clarisse , E. (Eric) | 1821 | Spiegels , S. (Sjaak) | 1805 | 1 | 0 |
Hollander den, R. (Rinus) | 1623 | Koedoot , S. (Sebastiaan) | 1709 | 1 | 0 |
Koeman , B. (Bram) | 1707 | Breevaart van de, R. (Rick) | 1666 | 0 | 1 |
Scheldeschaak – DZD 1
WEER NIKS TEGEN SCHELDESCHAAK
Ze waren al onze Angstgegner en na vandaag is dat alleen maar erger geworden. Weer won een (op papier minder) Scheldeschaak. Daarom een kort verslagje met de uitslagen in chronologische volgorde.
Invaller Flip Meijaard behandelde Sven de Putters Gesloten Siciliaan niet goed en werd hardhandig van het bord gezet. Eric Clarisse had een korte nacht achter de rug, weigerde eerst Gerard de Winters snelle remiseaanbod nog, maar nam zetten later Gerards tweede aanbod wel aan. Wouter Bliek kon na Johan de Meesters Lc6 met Pf5 plots mat of loperwinst afdwingen en dat vond Johan teveel van het goede. Stonden we weer gelijk dus.
Rinus den Hollander leek op weg naar winst, kwam een pion voor, maar ruilde geen dames en dat werd hem fataal, want met een trucje besliste Henry Flikweert de partij. Peter van der Borgt had in de opening al een stuk kunnen winnen, zag dat niet en wist met elke zet zijn goede stelling iets minder goed te maken Gelukkig zag hij in wederzijdse tijdnood wel dat hij met een leep tussenzetje een stuk kon winnen. Stonden we weer gelijk dus.
Hun topper, Jan Damen, wist knap heel de partij Bram Koeman met lastige problemen op te zadelen. In tijdnood dacht Bram zich met Le6 definitief uit de zorgen te spelen, maar dat bleek een misvatting: door een paardvork werd het 3,5 – 2,5 voor Scheldeschaak.
Wilco Krijnsen had op knappe wijze een pion gewonnen. Nu nog het moeilijke eindspel zien te winnen. Dat lukte niet en Wilco moest in remise berusten. Willy Meulblok had tegen Van Hecke niet veel bereikt. Willy probeerde het nog wel, maar winst zag er gewoonweg niet in. Stonden we weer met lege handen.
Scheldeschaak | 1624 | DZD 1 | 1731 | 4½ | 3½ |
Valipoor , H. (Barish) | 1540 | Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1877 | 0 | 1 |
Damen , J. (Jan) | 1860 | Koeman , B. (Bram) | 1715 | 1 | 0 |
Flikweert , H. (Henry) | 1599 | Hollander den, R. (Rinus) | 1615 | 1 | 0 |
Putter de, P. (Peter) | 1655 | Krijnsen , W.F. (Wilco) | 1604 | ½ | ½ |
Meester de, J. (Johan) | 1701 | Bliek , W. (Wouter) | 1937 | 0 | 1 |
Hecke van, M.P.J. (Martin) | 1570 | Meulblok , W.H.C. (Willy) | 1891 | ½ | ½ |
Winter de, G. (Gerard) | 1576 | Clarisse , E. (Eric) | 1813 | ½ | ½ |
Putter de, S. (Sven) | 1493 | Meijaard , P.J. (Flip) | 1399 | 1 | 0 |
De Pion 2 – DZD 1
Dit (mooie) verslag is overgenomen van De Pion 2
Om dit verslag te bekijken met de verschillende gespeelde partijen, Klik dan pop de vette tekst hieronder.
Ondanks de dappere woorden van Ad, had ook hij moeite met het onder controle krijgen van onze voetsoldaten. Daar wist Marco Baars (1346) handig gebruik van te maken. Met ruim 300 elo-punten minder (geruchten gaan dat Professor Elo komende ronde zijn advies weer gaat geven, leestips: Op pad met Professor Elo (deel 1 en deel 2) maar ook in de oude doos) heeft Marco bewezen dat wanneer je maar gewoon genoeg controle houdt over je voetsoldaten, je prima weerstand kan leveren.
Dat deed ook Wouter Bliek (1937 KNSB (FIDE 2159…)) op bord 1. Daar trof hij onze invaller Robert. Robert is aan zijn tweede, wat zeg ik, derde jeugd bezig. In de afgelopen vier jaar is zijn rating weer gestaag aan het stijgen naar de waardes die passen bij een waar kampioen. Hoeveel van onze leden kunnen zeggen dat ze ereplaatsen hebben behaald op wereldkampioenschappen of kampioen zijn geworden van hun land? Juist niet veel, maar Robert kan het wel. Toch speelde Wouter een betere partij en dat bleek niet zo maar uit de lucht vallen. Zo wist EVE, niet voor niks een robotje, uit de archieven te vissen dat op 29 juli 2000 Wouter won van John van der Wiel. John is een GM en ooit kampioen van Nederland geweest.
Carlo gebruikte EVE niet voor de informatie, maar duwde EVE richting de overkant. Maar dat was niet zo makkelijk als het klinkt hoor. Eerst moest Fritz verloren gaan en dan werd de toren van Babetje ook nog eens opgeofferd. Ton van Vliet (1660) was niet echt onder de indruk van deze tactiek. ‘Doodzonde om zo om te gaan met je voetsoldaten.’ We kijken vanaf een moment waarin Carlo volgens Fritz zelf duidelijk beter stond.
Het remiseaanbod van Carlo in de slotstelling was niet meer zo gedaan. Hij bracht daarmee de stand op 4-2 én Benny had vlak daarvoor koudbloedig beloofd dat hij zijn stelling wel remise zou houden. Dat maakt het natuurlijk simpel. Twee matchpunten in de pocket terwijl je voetsoldaten niet gehoorzamen is uitzonderlijk goed. En zo geschiedde. Ondanks commentaar van Grumpie en een boze blik van Cruella, maakte Benny remise tegen Eric Clarisse (1813) en zo werden de matchpunten veilig gesteld. Uitstekend teamwork op die manier.
Maar zeg Frank, de eindstand was 5-3 en we zijn nu op 4.5-2.5 en alle partijen zijn besproken. Waar is dat bordpunt gebleven?
Goed opgemerkt beste lezer, chronologisch klopt van dit verslag geen hout. Daarom kan ik ook afsluiten met de partij van Ngo Hin die in dit niet-ooggetuigenverslag al voorbij is gekomen. Een verslag is ook niets anders dan een aaneensluiting van bruggetjes maken. Je kiest een thema en vlecht zo van alles in elkaar. Dat maakt ook dat iedereen verslagen kan schrijven. Maar let wel op, want zoals Professor Elo zou zeggen: ‘Als ik een verslag lees, kan ik de rating inschatten van de schrijver. Hoe dieper iemand ingaat op het spelverloop, hoe hoger de rating.’
De Pion 2 | 1971 | DZD 1 | 1676 | 5 | 3 |
Schuermans , R. (Robert) | 2147 | Bliek , W. (Wouter) | 1937 | 0 | 1 |
Kok , I. (Ivo) | 2107 | Meulblok , W.H.C. (Willy) | 1891 | 1 | 0 |
Onrust , B. (Benny) | 2020 | Clarisse , E. (Eric) | 1813 | ½ | ½ |
Riemens , K. (Koen) | 1986 | Verhaar , N. (Niels) | 1632 | 1 | 0 |
Broek van den, R. (René) | 1904 | Burger , M. (Marko) | 1681 | ½ | ½ |
Rens , C. (Carlo) | 1929 | Vliet van, A. (Ton) | 1660 | ½ | ½ |
Cheng , N.H. (Ngo Hin) | 2022 | Schoonakker , H.A. (Herman) | 1451 | 1 | 0 |
Bruijns , A.M.P.D. (Ad) | 1654 | Baars , M.S. (Marco) | 1346 | ½ | ½ |
Met deze eindstand blijven we aan kop. Maar nu Professor Elo met ons op pad gaat, is niks meer zeker. Het wordt spannend.
DZD 1 – BSV (5,5 – 2,5)
FIETSEN IS GEEN GOEDE VOORBEREIDING VOOR HET SCHAKEN
Twee spelers waren op de fiets gekomen. Het waren twee BSV-ers: Ton van Vliet met de vouwfiets vanaf het station Kruiningen-Yerseke (Respect) en René Punt helemaal uit Bergen op Zoom (Nog meer Respect). Beiden bouwden hun partij voorzichtig op. En dat leverde niks op, behalve een Nul. Andere titel had dus kunnen luiden: Fietsen levert geen aanvallend schaak op.
Laten we beginnen met Punt. Die speelde, zoals je tegen Peter van der Borgt moet doen: gezonde zetten, maar wel voorzichtig, zodat er geen enkel aanknopingspunt is voor welk tactisch grapje dan maar ook. Peter wordt (en werd ook in deze partij) daar erg ongelukkig van. Gaat lang nadenken, denkt dat hij na dat voor hem onbegrijpelijke geschuif van wit positioneel opeens slecht zal staan, zit dus te zoeken naar aanvalszetten die dat kunnen voorkomen, ziet die niet, gebruikt veel tijd en kan zich alleen maar inhouden niet te offeren omdat het een teamwedstrijd is. Op de 15e zet biedt hij (uit zelfbescherming) dan maar remise aan, maar dat neemt Punt niet aan. Gek genoeg is Peter vervolgens de eerste die wint. Punt neemt namelijk het remiseaanbod niet aan, gokt er misschien op dat Peter in zijn spaarzame tijd (volgens Eric Clarisse zat Peter vanaf zet 4 in tijdnood, maar dat is een beetje overdreven) in de fout zal gaan. Maar juist Punt gaat in de fout, verliest een pion en na een petite combinaison (laat dat maar aan Peter over) verliest hij er nog eentje en even later de partij.
Een meevaller, net als de remise van Bram Koeman. Bram had pion h7 geweldig goed gedekt, met een paard op f8 en f6. Vervolgens (schaakblindheid) speelt Bram Pe6 (Bram zit weer terug in de stukken-ontwikkelingsmodus). Er volgt Lxf6 (oeps, plots staat h7 alleen nog door de koning gedekt) en Lxh7. Pion achter met een ietsiepietsie compensatie: een open h-lijn. Die weet Bram nog te benutten ook en weet zo remise te bereiken. Vechten loont dus.
Dan Ton, die dus met de vouwfiets was en erg voorzichtig speelde. De leden van DZD en BSV zullen zich nu afvragen: “hebben we het hier over Ton van Vliet?”. “Ja, over Ton van Vliet”. “Echt, de Ton die altijd offert?”. “Jahaa, daar hebben we het over”. En waar leidde dat toe? Nergens, Ton kwam steeds slechter te staan, kwam in tijdnood en toen tegenstander Groenveld c4 speelde was er een dodelijke dreiging op veld f2 die er toe leidde dat Ton op gaf en zodoende een “loyaliteits-nul” scoorde. Hij is immers ook lid van BSV en zag misschien al dat zijn BSV de bietenbrug op zou gaan.
Waarom was Ton eigenlijk met de trein en de fiets? Welnu, de A58 was dicht, van twee kanten. Van de Brabantse kant was het effect groter; daardoor stapte laatste BSV-er tegen kwart over één binnen om zo die stugge Zeeuwen duidelijk te maken dat er ook een goede reden kan zijn voor een Brabants Kwartiertje. Ondanks dat we netjes gewacht hadden met beginnen, hielp dat hen niet. Een titel had dus ook kunnen zijn: Brabants Kwartiertje wordt hard afgestraft.
Want Ton verloor dan wel, maar op alle andere borden stonden we minstens gelijk tot gewonnen. De volgorde weet ik niet meer precies, maar Eric Clarisse en Willy Meulblok haalden het volle punt na prima gespeelde partijen, waarbij vooral die van Eric “een plaatje” was.
Wouter Bliek zorgde voor het eerste matchpunt door remise aan te bieden tegen Oliver de Hert. Wouter had een voordeeltje, wat wel al een eind verdampt was en koos, na de stellingen van ons 7e en 8e bord beoordeeld te hebben, voor een remiseaanbod, wat door de Hert werd aanvaard; op winst spelen voor hem zou zijn stelling niet aangekund hebben.
Wilco Krijnsen was in een stelling beland met twee paarden en twee groepjes van twee pionnen tegen een toren en twee groepjes pionnen (drie resp. twee). Volgens de telling van Euwe remise en op het bord zag het er ook erg remiseachtig uit. De Belgische tegenstander (niet alleen de Zeeuws-Vlaamse ploegen hebben “Belgen”) zag ook wel dat remise maximaal haalbaar was en zo haalde Wilco het tweede matchpunt binnen.
Rinus den Hollander speelde weer een prima partij. De vorige ronde was hij eerste bordspeler, nu achtste bordspeler. Rinus ging prima met die “degradatie” om. Rinus had de c-lijn, kreeg een aanval op f7 en ondanks wat trucjes liet hij zich niet foppen, won twee pionnen, later nog één en haalde alle schwindelmogelijkheden uit de stelling zonder dat zijn tijdnood hem daarin beperkte.
Weer een zege dus. De titel had ook een doordenker kunnen zijn: Negen BSV-ers krijgen zeven DZD-ers niet klein. Maar los daarvan: We hebben na drie rondes de volle 6 matchpunten. U leest het goed: ZES! Overigens blijft onze doelstelling hetzelfde: Handhaven. Maar met 6 punten zijn we erg ver op de goede weg. De volgende ronde is tegen kampioenskandidaat De Pion 2. Het zou van scorebordjournalistiek getuigen om die wedstrijd een “kraker” te noemen.
DZD 1 | 1764 | BSV 2 | 1775 | 5,5 | 2,5 |
Bliek , W. (Wouter) | 1937 | Hert de, O.R. (Oliver) | 1896 | 0,5 | 0,5 |
Meulblok , W.H.C. (Willy) | 1891 | Nunnikhoven , J.A. (Hans) | 1866 | 1 | 0 |
Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1877 | Punt , R. (René) | 1857 | 1 | 0 |
Clarisse , E. (Eric) | 1813 | Paardekam , R.A. (Rene) | 1695 | 1 | 0 |
Koeman , B. (Bram) | 1715 | Putte van de, B. (Bas) | 1707 | 0,5 | 0,5 |
Vliet van, A. (Ton) | 1660 | Groenveld , H.A.G. (Henry) | 1721 | 0 | 1 |
Krijnsen , W.F. (Wilco) | 1604 | Liekens , R. (Ronny) | 1732 | 0,5 | 0,5 |
Hollander den, R. (Rinus) | 1615 | Goris-Schouwstra , A.T.C. (Adry) | 1722 | 1 | 0 |
DZD 1 WINT WEER EN WEER MET 5-3
Op papier hadden we op drie borden ratingvoordeel en op vijf borden niet. Ook opgeteld waren we qua ELO de mindere. De opstelling was een beetje tactisch. Meestal heeft dat bij De Zwarte Dame geen enkel effect (of als dat er al is: een negatief effect). Nu pakte echter alles uit zoals vooraf verwacht; nou ja.
Ton van Vliet kreeg op bord 6 met Albert Vermue de door de teamleider gewenste tegenstander. Albert wil altijd offeren en Ton ook. Oftewel: dat wordt een 1 of een 0. In het begin weigerden beide mannen natuurlijk driftig het aangeboden materiaal, maar uiteindelijk won Albert het potje “offeren”, want hij kwam een pion achter met compensatie. Wie denkt dat er toen een interessante partij volgde, kwam bedrogen uit: herhaling van zetten en een snelle remise.
Niels Verhaar debuteerde in DZD 1. Tegen Carl Schoor kwam hij lekker uit de opening en na Carls La4 wist Niels de overhand te krijgen en te winnen. Overigens hoefde hij daar niet zoveel moeite voor te doen, want in een niet al te florissante stelling vergat Carl even dat zijn dame op d7 de loper op a4 dekte. Carl speelde de dame, Niels sloeg de loper en Carl streek de vlag.
Bram Koeman had op bord 7 met een sterkere speler te maken dan we vooraf vermoed hadden. Bram (en de teamleider ook) rekende op Martin de Bock, maar het werd Jean-Pierre van Gemert. In een mooie Siciliaan met tegengestelde rokades won Bram een pion op a7. De vraag was wel of Jeepee over de open a- en b-lijnen Brams koningsstelling kon slopen. Dat kon niet en Bram wikkelde mooi af en zette DZD zo op een 2½ – ½ voorsprong.
Wilco Krijnsen was ook een pion voorgekomen, maar Laura Tiggelman had veel tegenspel. Toen zij met een toren op a7 binnen viel, was het snel gedaan en had de Souburgse de “Anschlusstor” (is hier eigenlijk een schaakterm voor?) gemaakt.
Paul van Rooijen zat op bord 3. Als dat was om Wouter Bliek te ontlopen dan was die missie mislukt. Als het was om een remise te behalen dan lukte die missie wel: DZD nog steeds met de voorsprong (3-2).
Rinus den Hollander kreeg op bord 1 de verwachte Max Toetenel en Rinus’ opdracht was remise houden. Dat lukte Rinus met gemak. Heel lang dacht uw verslaggever dat er meer in zat, maar Max kwam op Toeteliaanse wijze uit de problemen en de pluspion die Rinus overhield, was van geen enkele waarde.
Zo waren we een half punt verwijderd van een 4-4 gelijkspel. Dat dat er kwam was wel duidelijk, want Jan-Kees Tolhoek (die als tweede invaller was opgetrommeld en te voet naar het Souburgse clublokaal was gekomen; op de dag van de Kustmarathon veel kilometers maken, is voor Jan-Kees logisch, waarbij we er wel bij moeten vermelden dat Jan-Kees uit Vlissingen moest komen; nog steeds een hele tippel natuurlijk) was, na een beroerd gespeelde opening, op Tolhoekiaanse wijze in een gelijk eindspel beland. Tegenstander Eric van Driel wilde (gezien de stand op de borden) forceren, kwam een pion achter en Jan-Kees speelde dit eindspel prima uit.
Toen Roel Schroevers dit zag, wikkelde hij af naar remise in plaats van nog op winst te spelen tegen Peter van der Borgt. Peter haalde dus het 1e matchpunt binnen. Jan-Kees zorgde vervolgens voor de mooie 5-3 zege.
Kortom: DZD 1 heeft zijn start landelijk niet gemist en de zege tegen Souburg voelt goed aan, mede omdat we twee sterke basisspelers misten (Willy Meulbok en Eric Clarisse). Nuance is wel dat de twee invallers (Jan-Kees en Niels) twee punten scoorden op redelijk hoge borden. Tsja, dat hadden Willy en Eric niet veel beter kunnen doen.
Souburg 2 | 1764 | DZD 1 | 1701 | 3 | 5 |
Toetenel , M.P. (Max) | 1861 | Hollander den, R. (Rinus) | 1620 | 0,5 | 0,5 |
Schroevers , R.J.M. (Roel) | 1808 | Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1860 | 0,5 | 0,5 |
Rooijen van, P.K. (Paul) | 1889 | Bliek , W. (Wouter) | 1939 | 0,5 | 0,5 |
Driel van, E. (Eric) | 1749 | Tolhoek , J.K.K. (Jan-Kees) | 1589 | 0 | 1 |
Schoor , C.W.J. (Carl) | 1744 | Verhaar , N. (Niels) | 1618 | 0 | 1 |
Vermue , A.B.C.H. (Albert) | 1704 | Vliet van, A. (Ton) | 1668 | 0,5 | 0,5 |
Gemert van, J.P. (Jean-Pierre) | 1781 | Koeman , B. (Bram) | 1697 | 0 | 1 |
Tiggelman , L. (Laura) | 1575 | Krijnsen , W.F. (Wilco) | 1615 | 1 | 0 |
DZD1 – GOES 2 (5 – 3)
DZD 1 START LANDELIJK MET EEN ZEGE
Goes 2 moest met een groot aantal invallers aantreden en was daardoor, in elk geval op papier, zwak genoeg om van te kunnen winnen. Dat deden we, maar vraag niet hoe. Als je die vraag stelt, kan ik verwijzen naar het verslag op de Goese site (razendsnel zijn die de Feijters met hun verslagen): klik hier. Eerst snapte ik die titel niet, want er werd toch echt maar aan 8 borden gespeeld (en 6 + 3 = 9), maar pas later snapte ik dat de teamnederlaag de 3e nederlaag was.
Als je zulk soort basiszaken niet snapt, is het duidelijk dat je van het schaken ook weinig terecht brengt. Al na 4 zetten stond ik slecht! Met wit notabene. Hoe krijg je het voor elkaar. Het enige positieve was dat ik nog de tegenwoordigheid van geest had om naar remise af te wikkelen. Ik was blij dat Mark Paul mijn remiseaanbod aannam, alhoewel het toen ook al wel een eind remise was. Dat was al binnen anderhalf uur. Openden wij hiermee de score? Nee, Bram Koeman had Yoran Wisse al van het bord geveegd (sla nooit op b2, ook niet als het goed is, bleek hier, gelukkig voor ons niet op te gaan) en Eric Clarisse en de Goese scribent (David de Feijter) waren ook al remise overeengekomen.
Omdat Cor Heijboer toen al gewonnen stond en Ton van Vliet al een mooie stelling had na zijn Koningsgambiet (wat geen gambiet werd, want Joris Verburg nam de pion niet aan), leek de teamzege voor het grijpen. Maar Ton besloot een volstrekt onnodig offer te doen (wat gelukkig door Joris zo werd behandeld dat Ton het geofferde stuk kon terugwinnen) en Cor had een goede zet gemist (dat was eigenlijk helemaal niet erg), maar wel dat hij daardoor hij 10 zetten lang (ik citeer Cor) slechte zetten heeft gedaan, omdat hij zich ergerde (aan zichzelf dus). Jeroen Frijhoff kreeg opeens tegenkansen en kon naar remise afwikkelen. Bij Ton was er een dynamische stelling ontstaan, die me gewonnen leek voor Ton, maar waar de winst na Pc4 gevolgd door Le2 uit Tons vingers leek te glippen.
Ton en Wilco Krijnsen kregen bijna tegelijkertijd een remiseaanbod. Wilco had nog twintig minuten en hoefde dat aanbod dus niet meteen aan te nemen, alhoewel tegenstander Jari Groen eigenlijk wel wat beter stond. Ton had echter maar een paar minuten, maar hem kon weinig gebeuren en hij leek weer winstkansen te hebben na Tons d5. Cruciaal was echter de gang van zaken bij Jo Tholenaar en Rinus den Hollander. Jo had Rinus helemaal in de verdediging gedrongen. Op een gegeven moment deed Rinus niet veel meer dan de koning van g8 naar h8 zetten en terug. Jo had een razend sterke vrijpion op d6 en Rinus had een erg zwakke (maar ook vrij)pion op d5. Daarnaast zat Rinus (uiteraard) in tijdnood. Toch gebeurde er iets opmerkelijks: Jo kon met zijn d-pion niet naar voren en toen Rinus met Df5 zowel Jo’s loper en toren kon aanvallen moest Jo de dame naar de c-lijn zetten en kon Rinus zijn d-pion op laten rukken en tot dame laten promoveren. Zo kwamen we op “plus-twee’’, nam Wilco het (nog steeds geldige) remiseaanbod aan, bood Ton (die nog steeds weinig tijd had en een gewonnen stelling, alhoewel Ton de winstvoering toen nog niet direct zag) ook remise aan, wat meteen werd aangenomen. Zo bleven we op “plus-twee” en met nog één partij te gaan kon ons de zege dus niet meer ontgaan.
Willy Meulblok, die gelukkig weer terug achter het bord is, speelde een interessante partij tegen Hans Welten. Omdat de zege binnen was (en beide spelers in tijdnood waren), kwamen ze remise overeen, zodat de eerste twee matchpunten binnen zijn. En elk matchpunt is er één en elk matchpunt zal nodig zijn in de strijd tegen degradatie (en dat geldt waarschijnlijk voor alle Zeeuwse teams in deze klasse).
Dit zijn de gedetailleerde uitslagen, die ook terug te vinden zijn op knsb.netstand.nl.
DZD 1 | 1730 | Goes 2 | 1537 | 5 | 3 |
Meulblok , W.H.C. (Willy) | 1894 | Welten , J.S.P. (Hans) | 1810 | 0,5 | 0,5 |
Borgt van der, P.B.F. (Peter) | 1860 | Paul , M. (Mark) | 1739 | 0,5 | 0,5 |
Clarisse , E. (Eric) | 1816 | Feijter de, D.C. (David) | 1732 | 0,5 | 0,5 |
Krijnsen , W.F. (Wilco) | 1615 | Groen , J. (Jari) | 1400 | 0,5 | 0,5 |
Hollander den, R. (Rinus) | 1620 | Tholenaar , J. (Jo) | 1646 | 1 | 0 |
Vliet van, A. (Ton) | 1668 | Verburg , J.M. (Joris) | 1353 | 0,5 | 0,5 |
Koeman , B. (Bram) | 1697 | Wisse , Y. (Yoran) | 1354 | 1 | 0 |
Heijboer , C.P. (Cor) | 1673 | Frijhoff , J. (Jeroen) | 1258 | 0,5 | 0,5 |
Peter van der Borgt