DZD 2

 

DZD 2 – De Stukkenjagers 7
23-3-2024

 

DZD 2 kan ook laatste wedstrijd niet winnen

 

Eigenlijk ging het zoals het hele seizoen al gaat: hier een blunder, daar een iets te impulsieve zet, hier een iets te optimistische winstpoging en daar een gewoon betere tegenstander.

En dat was in de laatste ronde niet anders. Bij Wouter van der Ploeg en Alexander van ’t Hoff werd de blundercheck onvoldoende meegenomen in de berekeningen, waardoor een aardig opgezette partij toch een onbevredigende nul opleverde.

Bijna had ik een verslag zonder diagrammen gemaakt, maar in de partij van Herman Schoonakker zat iets was diagram-waardig is:

Wat zou u hier met wit spelen? En wat zou Herman doen? We kennen Herman als een rustige speler, wiens grootste probleem “tijd” heet. Maar hier gooide Herman de knuppel in het hoenderhok met 26. Lxh6. Na 26……gxh6 27. Dxh6, f5 28. Dg6+, Kh8 29. Lxf5 had Herman de winst voor het oprapen.

Hoe ga je hier verder? Wit heeft twee stukken in een aanval op een niet door pionnen verdedigde koning. Zwart heeft wel drie zware stukken die in de verdediging kunnen assisteren. Het meest logische is in zo’n geval: een extra stuk bij de aanval betrekken. Dat kan de toren op c1 of die op e1 zijn. Als je dat bedacht hebt zie je al snel de manoeuvre Tc1-c4-h4 of Te1-e4-h4. Tegen die laatste manoeuvre kan zwart niets doen, tegen de eerste wel: Pd4. Helaas zag Herman Te4 niet.

Na 30. Dh6+, Kg8 31. Dg5+, Tg7 32. Le6+, Kh8 had Herman dames moeten ruilen, maar dat deed hij niet en na 33. Dh6+, Th7 was er geen schaak meer en viel zwart op f2 binnen om even later te winnen.

Jammer. Hermans offer had een beter lot verdiend.

Sander de Bruijn had een pion meer, maar zijn pionnen stonden wat ongelukkig waardoor twee pionnen van zijn tegenstander drie pionnen van Sander tegen hielden. Een winstpoging zou onverantwoord zijn. Toch deed Sander het. Een wijze les dus.

En daarmee was de Nullen-Koek nog niet op. Gayan den Hollander speelde als “last-minute-invaller een mooie, complexe, partij. Uiteindelijk kwam hij materiaal achter en moest opgeven. Jammer.

Ad van Klinken kwam niet lekker uit de opening, kwam een kwaliteit achter zonder compensatie. Hij bleef lang strijden, maar moest toch capituleren. Toch een applausje voor Ad. Niet alleen was hij een prima teamleider, speelde hij alle wedstrijden mee en was ook nog topscorer (met 2 ½ uit 6).

Flip Meijaard was een lichtpunt, niet omdat Flip gewonnen kwam te staan, maar hij kwam ook niet verloren te staan. Eigenlijk is dat het verhaal van Flip dit seizoen. Van de 5 keer dat hij meespeelde werd het dan ook 4 keer remise. Nu dus ook. Alleen op bord 1 tegen De Pion 3 was zijn (erg sterke tegenstander) te goed. Met 2 uit 5 eindigde Flip even hoog als Leendert van Klinken.

Relatief de beste speler dit seizoen was Bram Boone. Helaas kan Bram door zijn werk niet altijd meedoen. Vandaag wel. En hij won. Daar leek het aanvankelijk helemaal niet op. Maar Bram geeft nooit op en blijft altijd zoeken naar mogelijkheden spel te krijgen. Hij wist een eindspel te bereiken met een stuk minder, maar met twee veerbonden vrijpionnen. Zijn tegenstander behandelde dit moeilijke eindspel niet goed, Bram wel en zo boekte Bram een fraaie zege en met zijn 1 ½ uit 3 aan de hoge(re) borden mag hij zeker tevreden zijn.

Gedetailleerde uitslag:

 

De Zwarte Dame 2

Rating

De Stukkenjagers 7

Rating

Ronde 7

Klinken van, A. (Ad) 1717 Gelder van, L. (Leo) 1720 0 – 1
Schoonakker, H.A. (Herman) 1647 Ham van, N. (Nico) 1821 0 – 1
Boone, A.W. (Bram) 1712 Renes, A.C. (Ton) 1685 1 – 0
Meijaard, P.J. (Flip) 1619 Verbiest, J. (Jan) 1722 ½ – ½
Hollander den, G. (Gayan) 1671 Graauw de, S. (Simon) 1711 0 – 1
Hoff van ’t, A. (Alexander) 1473 Jong de, M. (Mika) 1685 0 – 1
Bruijn de, S.J. (Sander) 0 Huijgevoort van, J. (Jeffrey) 1605 0 – 1
Ploeg van der, W.Y.A. (Wouter) 0 Dries van den, J.F.A.M. (Jan) 1576 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1640 Gemiddelde Rating: 1691 1½-6½

 

Wil je meer details over het seizoen van De Zwarte Dame 2, kijk dan op knsb.netstand.nl klasse 6I of op onze site: dezwartedame – DZD 2

 

Peter van der Borgt

 


De Baronie 4 – DZD 2
3-2-2024

Progressie DZD 2 stokt

Het tweede team wist telkens de score te verbeteren. De vorige ronde werd met 5-3 verloren. De hoop was dan ook gevestigd op weer een verbetering, misschien zelfs wel een 4-4. Helaas, de opgaande lijn is gestopt: weer met 5-3 verloren:

Ronde Datum Thuis Uit Uitslag
Ronde 1 7-10-2023 De Raadsheer 2 De Zwarte Dame 2 7½ – ½
Ronde 2 4-11-2023 De Zwarte Dame 2 ’t Paardje 1 2 – 6
Ronde 3 25-11-2023 De Pion 3 De Zwarte Dame 2 5½ – 2½
Ronde 4 16-12-2023 De Zwarte Dame 2 Bergen op Zoom 2 3 – 5
Ronde 5 3-2-2024 De Baronie 4 De Zwarte Dame 2 5 – 3

Overigens geen schande, want Baronie 4 is echt wel een goed ploegje. Op het laatste moment moesten Sander de Bruijn en Alexander van ’t Hoff invallen. Flip Meijaard verhuisde daardoor van bord 8 naar bord 2. Maar aan die wijzigingen lag het niet dat verloren werd. Lees maar wat teamleider Ad van Klinken per mail (cursief) meldde, met tussendoor wat commentaar bij de partijen van mijn kant:

De twee invallers deden het prima: Alexander speelde een prima partij en haalde een verdiende remise uit de pot.

Er had voor Alexander zelfs meer ingezeten. Ziet u hoe Alexander hier met zwart een zo goed als winnende combinatie had kunnen uitvoeren?

Sander kreeg een remiseaanbod. Kwam hiermee bij de teamleider. Na een rondje gedaan te hebben had ik toen nog het idee dat het wel goed zou komen en gaf aan dat hij het wel mocht aannemen. (de stand was toen 1-1 door 2 remises, één van Flip (van bord 8 naar bord 2 gepromoveerd, een knappe prestatie dus) en één van Ad (afgedwongen door tegenstander door herhaling van zetten).

Sander mocht echter ook doorspelen als hij dat wilde. Dat deed hij en sleepte een knappe overwinning naar binnen.

Sander stuurde een foto van zijn notatieformulier. En daar viel me iets op. Rechts onder (na zet 80) staat een blokje met drie punten:

  • Dat deed ik goed: Sander noteert bij dit punt “betere theoriekennis” en “remise succesvol afgeslagen”.
  • Dit kan de volgende keer beter: “Alle mogelijke varianten bekijken”.
  • Dit moet de volgende keer beter: “Rust in koppie bij onverwachte zet tegenstander”.

Eigenlijk best nuttig. Zou ik ook moeten doen en de leerpunten vastleggen en die leerpunten in de voorbereiding op een nieuwe partij bekijken in plaats van eindeloos openingsvarianten te stampen.

Ik denk dat Sander bij “Rust in koppie bij onverwachte zet tegenstander” op de volgende stelling doelt:

Zwart heeft net 22. De7-g5 gespeeld en dreigt dus mat op g2. De engine vindt het hier gelijk. Mijn gevoel zegt dat wit beter staat als hij zonder materiaalverlies het mat kan voorkomen; het lijkt me dat die verbonden vrijpionnen sterker zijn dan de loper.

 

Hoe kan wit hier het mat (of materiaalverlies) voorkomen?

  • Kf1 kost na 23….Dxg2+ niet alleen een pion, want na het gedwongen 24. Ke1 volgt 24….Dh1+ en of de toren op a1 of die op c4 gaat verloren.
  • Df1 werkt niet, omdat de dame overbelast is, want die kan niet én de toren op c4 én veld g2 dekken.
  • e4 werkt om dezelfde reden niet, want zwart slaat gewoon op e4 en de dame kan niet terugslaan, omdat dan de toren op c4 valt.
  • Dus moet je met de f-pion naar voren. Maar dan heb je toch hetzelfde probleem: de overbelasting van de dame: zwart slaat op c4 en wit kan niet terugslaan vanwege mat op g2. Dat klopt, maar na 23. f4 val je ook de zwarte dame aan en 23….Dxg2+ 24. Dxg2 wint geen pion, want na 24….Lxg2 volgt 25. Txc8 en 26. Kxg2.

Zo lijkt het heel simpel om uit te vogelen wat de reddende zet is. Sander zag het niet en speelde 23. f3, wat materiaal kost, maar ook het einde van zwart inleidde (ik weet dat dat raar klinkt): 23….Txc4 24. Dxc4, Lxf3 25. Dc2, Dxe3+ 26. Df2, Dxf2 27. Kxf2

Bijzonder. Hiervoor was het min of meer gelijk: loper tegen drie pionnen en nu is het loper tegen één pion en de evaluatie van de engine is niet veranderd: gelijk. En ook hier heeft wit de beste praktische kansen met die al ver opgerukte verbonden vrijpionnen.

Zwart moet dan ook zijn loper tegen een pion geven en biedt na 34…..Ke7 remise aan.

Sander weigert en terecht. Het is voor zwart veel moeilijker dan voor wit, ondanks dat de engine nog steeds 0.00 aangeeft. Sander blijft prima spelen en benut de iets mindere zetten van zijn tegenstander. Puike partij tegen een 1500+-speler!

Leendert kreeg een prima stelling met een centrumpionnetje meer. In het Italiaans speelde zijn tegenstander op een gegeven moment Pf3 – Ph5. Hierdoor kon Leendert de pion op e5 oprapen. Het paard stond 2x in, door Dd8 en Le7. Een paar zetten later zag hij niet dat er met een dame schaak gegeven kon worden met aanval op toren. Dat kostte een toren en de partij. 

Herman ging door de klok heen.

Herman was zelf kort over zijn partij: “Mijn tegenstander Ron Graumans speelde gewoon beter dan ik. Dat blijkt ook uit de nauwkeurigheidsscore: 90,6 voor Ron en maar 80,1 voor mij. Op zet 11 speelde ik e5. Ik vergat daarbij om eerst paarden af te ruilen. Maar achteraf was paarden afruilen ook niet goed geweest. Ik kreeg daarna mijn beide lopers niet meer in het spel en kwam steeds slechter te staan. Prima partij van Ron.”

Bram kwam 3 pionnen achter, maar in een eindspel met 2 toren en 2 ongelijke lopers wist hij pionnetje voor pionnetje terug te winnen en sleepte er uiteindelijk ook een knappe remise uit. 

Wouter stond al snel een stuk voor. Dat had genoeg voor de winst moeten zijn, maar Wouter bleef (zijn stijl getrouw) op aanval spelen in plaats van simpel op afruil te spelen en het beperken van tegenkansen voor zijn tegenstander. Drie keer wist die daar wel raad mee: eerst een penning, toen een pionvork en even later een dubbelaanval zorgden drie keer voor stukverlies. Toen vond Wouter het wel mooi en gaf hij (per app) aan deze partij snel te willen vergeten. Hopelijk heeft hij deze alinea overgeslagen. 

Antwoord partij Alexander: Alexander speelde 24……Txc1, maar had met 24……Txe4 op mooie wijze materiaal kunnen winnen: 25. Dxe4, Lxb5+ 26. Kd1 en dan lijkt zwart gewoon een kwaliteit achter te staan, met compensatie (onveilige witte koning, loperpaar, toren op h1 doet niet mee), maar toch: hoe nu verder: 26……d5! 27. Dxe5, Le2+!!! 28. Kxe2 (Kc2, Db6 werkt ook niet), Da6+ en mat is niet te voorkomen. Eerlijk is eerlijk: voor ons niveau is dit niet te berekenen.

Gedetailleerde uitslag:

De Baronie 4 Rating De Zwarte Dame 2 Rating Ronde 5
Crane, A. (Alex) 1615 Boone, A.W. (Bram) 1523 ½ – ½
Boogert, W.A. (Willem) 1596 Meijaard, P.J. (Flip) 1349 ½ – ½
Leeuw de, C.A. (Kees) 1539 Klinken van, A. (Ad) 1585 ½ – ½
Ligtenberg, B. (Bas) 1566 Klinken van, L.C. (Leendert) 1595 1 – 0
Dogterom, J.L. (Jan Leendert) 1557 Bruijn de, S.J. (Sander) 0 0 – 1
Graumans, R. (Ron) 1483 Schoonakker, H.A. (Herman) 1430 1 – 0
Zaal, N. (Nico) 1304 Ploeg van der, W.Y.A. (Wouter) 0 1 – 0
Ruyter de, R. (Rob) 1326 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1115 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1498 Gemiddelde Rating: 1433 5-3

Peter van der Borgt

 


 

DZD 2 – BSV 2

16-12-23023

 

DZD 2 kan BSV 2 niet vloeren

BSV 2 had een mannetje/vrouwtje minder, waardoor Wouter van der Ploeg, die inviel voor Flip Meijaard, de pech had dat net zijn bord leeg bleef. Dat gratis punt leek de opmaat voor een verrassing. Maar niets van dat alles. De ongeveer 100 ratingpunten meer bleken voor de mannen + vrouw uit het Krabbengat voldoende door een terechte 5-3 zege. Weer een nederlaag voor DZD 2, maar zoals teamleider Ad van Klinken opmerkte, er is nog steeds sprake van een stijgende lijn. En dat klopt: het blijven nederlagen, maar ze worden steeds kleiner. Baronie 4 en Stukkenjagers 7 zijn gewaarschuwd!

Ad zelf zorgde voor de enige “echte” zege. Ad kwam snel een kwaliteit en een pion voor. Ook zijn stelling was beter. Kwestie van rustig uitspelen en dat deed hij. Zelf meldt hij er dit over: Bij een Aljechin opening en rollade (het staat er echt; bedoeld hij rokade of was hij net het kerstdiner aan het voorbereiden?) kwam ik al vrij snel beter te staan. Op de 13e zet kwam ik een kwaliteit voor te staan. Die voorsprong consolideert ik en gaf het niet meer uit handen

Na de partij zei mijn tegenstander: “op zet 10 deed ik een stomme zet. En jij maakte daarna geen foutjes meer.”

Zoon Leendert was in een stelling beland waarin degene die op winst zou spelen de grootste kans op verlies zou hebben. En toch deed Leendert dat (proberen te winnen). Hij kwam materiaal achter, maar zijn tegenstander wilde blijkbaar niet het toreneindspel (ondanks zijn materiële voorsprong) in en bood remise aan, wat Leendert snel accepteerde.

Het andere halfje kwam van Ruben de Bruijn. Natuurlijk: Ruben had ergens gewonnen gestaan. Vele zetten lang, maar het was gewoon een heel moeilijk eindspel. Tenslotte zat het risico er in dat wit zijn toren zou geven voor Rubens laatste pion en zie dat eindspel met L+P+K tegen K Alleen maar eens te winnen binnen de 50 zetten. Achteraf kan je zeggen dat Ruben de dames en een toren niet had moeten ruilen. Maar ja, je staat een kleine kwaliteit voor. Ruilen dus. En door slimme zetten won Ruben ook nog een pion, maar zijn vrije d-pion kon niet tot leven gewekt worden en bleef heel de tijd op d4 staan zonder een stap naar voren te kunnen maken. Knappe partij van Ruben, maar ook van zijn tegenstander die het eindspel mooi wist te keepen.

De rest verloor dus.

Bij Wilmer Jacobusse was er niet veel aan de hand tot hij in deze stelling

dacht (nadat zwart 18…..Pe5 had gespeeld met aanval op de ongedekte loper op g6) loperverlies te kunnen voorkomen met de penning 19. Lf4. Nou nee, dus: 19….Db6; een ontnuchterend tussenschaakje!

Martjan was kort over zijn partij: Stond na de 2 pionnen voor een paard (2 zetten voor zijn remise aanbod wat Martjan -terecht-  weigerde)  op +2.5, na verlies van nog een pion op 0.00 en na verlies van het paard natuurlijk zo verloren als wat. Jammer dat Martjan zijn mooie stelling niet tot een punt kon promoveren. Maar ook hier gold: het was een eindspel en dat is voor veel spelers (te) moeilijk.

Sander de Bruijn meldde dit over zijn partij:

Elke onnauwkeurigheid van mij werd met beide handen aangepakt om hem dubbel zo hard terug te gooien (vooral op de lijnen: F,G en H / koningszijde).

Les voor de volgende keer: Nog beter inschatten hoe mijn tegenstander mijn zwakheden gaat aanvallen.

Rating
Rating
Bruijn de, R.T. (Ruben) 1491 Paardekam, R.A. (Rene) 1727 ½ – ½
Jacobusse, W.L. (Wilmer) 1518 Kunst, R.C.F. (Robert) 1679 0 – 1
Boone, A.W. (Bram) 1532 Bruys, P.A.F. (Piet) 1621 0 – 1
Klinken van, L.C. (Leendert) 1594 Quinten, L. (Laurens) 1602 ½ – ½
Romijn, M.J. (Martjan) 1405 Looff de, J.C. (Kees) 1591 0 – 1
Klinken van, A. (Ad) 1543 Haverhoek, J.M. (Jan) 1550 1 – 0
Ploeg van der, W.Y.A. (Wouter) 0 NO 0 1R – 0R
Bruijn de, S.J. (Sander) 0 Deleersnyder, L. (Lieselot) 1547 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1514 Gemiddelde Rating: 1617 3-5

Peter van der Borgt


De Pion 3 – DZD 2
25-11-2023

DZD 2 verliest ruim, maar ook onnodig

De Pion 3 is een jeugdteam. Twee ouders en zes jeugdspelers van pak ‘m beet 15 jaar tot (ver) daaronder. Vooraf waren de teamleden gewaarschuwd: ga niet mee in hun (mogelijk) snelle spel, let op tactische grappen en grollen, bouw je partij rustig op, wees geduldig en doe natuurlijk de blundercheck.

En op de drie onderste borden ging het daar goed mis. Na 2 uur spelen hadden we daar drie onnodige nullen. Sander de Bruijn zette (in een niets-aan-de-hand-stelling) zijn koning op f7. Tsja met een vijandelijke toren op f1 en een eigen loper op f5 is g2-g4 niet moeilijk te vinden. Zeker als je je koning in een penning zet moet je de blundercheck doen.

Alexander van ’t Hoff werd verrast door het gambiet dat zijn tegenstander speelde. Alexander was zo “van slag” (zijn woorden) dat hij alle basisprincipes van het schaken (ontwikkelen, koning naar een veilige plek, materiaal ruilen, want je staat een pion voor) vergat. Een paar onnodige pionzetten en het onnodig snoepen van twee pionnen deden Alexander in een stelling belanden die wel fout moest aflopen. Zijn opponent maakte daar prima gebruik van en zette Alexander mat.

Wouter van der Ploeg maakte zijn debuut en ontwikkelde een aantrekkelijke aanval op de witte koningsstelling. Met een open g-lijn leek meerdere zetten lang de lange rokade de meest logische optie: koning veilig en de a-toren kan naar g8. Zoals je wel vaker ziet bij minder ervaren spelers meende Wouter geen tijd te hebben voor de lange rokade. Was niet zo natuurlijk (had op zet 10 al gekund en daarna ok nog een paar keer). Wouter was te ongeduldig en 21….. f7-f5 (nog steeds had lang rokeren gekund) was een blunder die met 22. Dh5+ (wat er eerder -met schaak- niet in zat, omdat de pion nog op f7 stond) afgestraft: Wouter verloor hij zijn sterke loper op h3 wit nam de aanval over. Met een stuk minder was de stelling niet te houden.

Tsja. Aan dat boekje, dat ik in mijn boekenkast tussen nog zo’n 300 voetbalboeken (de helft Hard Gras, de rest vooral Feyenoord en Maradona) vond, moest ik denken.

Drie-Nul achter. Niks aan de hand. Niks aan de hand? Voor De Pion niet. Op de andere borden zou het moeilijk zijn minstens vier punten te halen. Flip Meijaard speelde tegen een speler met een rating van bijna 1900 en werd langzaam, maar zeker, naar een nederlaag gespeeld. Het zou dus van de Van Klinkens, Martjan Romijn en Herman Schoonakker moeten komen. Of dat er in zat? Als je een rasoptimist bent wel. Als je een realist bent (net) niet.

Okay, Herman kwam fantastisch uit de opening, won materiaal en gaf zijn tegenstrever geen kansen. Na 2 ½ uur spelen bracht Herman dan ook de stand op 3-1 achter. Bij Flip viel de verwachte nul: 4-1 achter dus.

Martjan was in de opening een pion voor gekomen. Er ontstond een eindspel waarin beiden een paard hadden en veel pionnen, maar Martjan dus eentje meer. Niet makkelijk om te winnen, zeker niet toen Martjan het pluspionnetje pardoes wegblunderde. Martjan meldde dit over de partij: Ik stond de hele partij in de + en zwart heeft nooit iets voor gestaan; ook na die pion teruggave niet. Tegenstander moest toen nog accuraat spelen om gelijkspel te houden. Hij moest een pion blijven verdedigen en als hij voor de pion race zou gaan zou hij gaan verliezen. Hij kon dus niet weg met zijn koning. En dat deed hij niet en dus werd het remise.

Toen was het aan Ad en Leendert van Klinken om de stand een draaglijker aanzien te geven.

Ad speelde een partij die voor mij te complex was om te begrijpen. Ik dacht dat hij (ondanks een materiële voorsprong) moeilijk stond. Zijn tegenstander kon afwikkelen naar een stelling met materieel voordeel voor hem. Maar even dacht ik (en hoopte ik) dat Ad kon afwikkelen naar een eindspel van L+P+K (voor wit) tegen K Alleen. En Ad had dan die eenzame koning. Theoretisch gewonnen voor wit, maar zie je tegenstander maar eens mat te zetten binnen de 50 zetten. Inderdaad, binnen de 50 zetten; die regel (als er 50 zetten lang geen pion is verzet of een stuk is geslagen is het remise) bestaat nog (steeds). Mij lukt het in elk geval niet. Helaas kwam het niet zover, want Ad verloor onnodig zijn paard waarmee hij de laatste witte pion had willen slaan. Maar los daarvan: knappe partij van zijn jonge tegenstander.

Leendert kwam in een eindspel terecht waarin zijn tegenstander “een groepje meer” had. Huh? Groepjes? De “groepjesregel”. Ook zo’n eindspel-begrip wat teveel online opgevoede schakers niet kennen. Ja, zijn tegenstander had drie groepjes pionnen en Leendert twee. Maar de witte toren stond iets actiever en Leendert moest oppassen dat de witte e-pion niet doorliep naar e8. Dat oppassen deed Leendert met verve. Hij won die e-pion en kon ook de torens afruilen en toen was het een kwestie van uittikken. Goed gespeeld door de topscorer van DZD 2.

Gedetailleerde uitslag:

 

De Pion 3 Rating De Zwarte Dame 2 Rating Ronde 3
Plukkel, B.M. (Barry) 1877 Meijaard, P.J. (Flip) 1343 1 – 0
Rampaart, T. (Tim) 0 Klinken van, A. (Ad) 1525 1 – 0
Rampaart, G. (Gerben) 0 Romijn, M.J. (Martjan) 1421 ½ – ½
Wang, V. (Vincent) 1212 Klinken van, L.C. (Leendert) 1576 0 – 1
Gentevoort van, V. (Victor) 979 Schoonakker, H.A. (Herman) 1427 0 – 1
Plukkel, G. (Guus) 846 Bruijn de, S.J. (Sander) 0 1 – 0
Wullems, D. (Dilan) 835 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1120 1 – 0
Rampaart, Y. (Yfke) 0 Ploeg van der, W.Y.A. (Wouter) 0 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1150 Gemiddelde Rating: 1402 5½-2½

 

Laat je niet misleiden door de ratings van De Pion 3. Op die van bord 1 na zijn het jeugdratings. En die zijn niet te vergelijken met de reguliere KNSB-ratings.

Actiefoto’s: Externe De Pion 25-11-2023 (adf-foto.com)

 

Peter van der Borgt


 

DZD 2 – ’t Paardje 1
4-11-2023

Slecht nieuws voor Kapelle

Omdat ik zelf moest schaken kon ik niet naar Kapelle en dat zou ik zeker gedaan hebben, want mijn andere liefde (vv Kruiningen, spelend in dat prachtige geel-zwart) moesten daar hun Kapelse (en op papier veel betere) tegenstrevers bekampen. Ik moest me (vanaf iets na vieren, toen mijn partij klaar was) behelpen met twitter en daaruit begreep ik dat het berespannend was, wat door de PZC later werd bevestigd:

Kapelle-Kruiningen 2-3: In de ‘derby der durpen’ begon Kapelle goed en kreeg het meteen drie grote kansen. Linksback Timo Weijer opende na een goede aanval de score voor de thuisploeg. Hierna pakte Kruiningen het op en zag trainer Marvin Paauwe twee doelpunten waar zijn elftal heel veel op heeft getraind. Eerst zorgde Ad Lokerse voor de gelijkmaker en Steffan van Houte schoot de bezoekers op voorsprong. Jake Eversdijk benutte in het begin van de tweede helft een strafschop en zette de thuisploeg weer op gelijke hoogte. Niet veel later maakte Joël Danielse er alweer 2-3 van. Kapelle voerde zonder gevaarlijk te worden de druk op. Kruiningen bleef relatief makkelijk overeind.

Ik weet het, dit gaat helemaal niet over schaken. Dat klopt, dit betreft voetbal. Maar ik vond het leuk te melden en minder leuk omdat er wel een link is met het schaken, want de drie Kapelse spelers van DZD 2 verloren vandaag allemaal van hun tegenstanders, ’t Paardje 1 uit Made.

Het begon met Siebe Schouten, de zoon van Matthijs, die zijn debuut maakte in de wereld van het “grote-mensen-schaak”. Dat debuut duurde niet lang en het was (ik citeer Matthijs) “een harde, maar goede, les voor hem”. Eigenlijk ging de opening tot en met de 5e zet best goed. Er was, ook na 6. Db3, weinig aan de hand: pion op b7 dekken, loper naar e7 en rokeren. Alleen werd er (iets te snel dus) 6..…g6 gespeeld en die pion op b7 was echt niet vergiftigd, erger nog, ook het paard op c6 was plots zijn leven niet zeker: een snelle 0-1 dus.

Pas een paar uur later kwamen de volgende resultaten op het wedstrijdformulier.

Martjan verloor, maar dat was niet nodig geweest. In een complexe partij kwam Martjan beter uit de opening. Dit vertelt Martjan erover:

Opening van hem: f4. Ben ik niet bekend mee dus had geen idee wat ik moest spelen. Echter ging de opening naar mijn verbazing me wel goed af en kom ik gewoon goed te staan en zelfs voor. Win een pion en uiteindelijk zet hij zijn paard vast op b5 of er gaan pionnen / loper vallen op b3/ b2. De computer is het er mee eens en ik sta gewoon na zijn 21. a5 bijna 4.0 voor (NB: mijn engine komt op 2.0). Mijn tegenstander zei ook dat hij het niet goed had gespeeld en dat hij het heel slecht voor zichzelf inzag.

Maar wat zou u hier spelen? U voelt hem al aankomen: wat Martjan deed was niet goed. Maar toen wist Martjan ook niet dat de engine vindt dat hij zo goed staat. Ik zie het ook nog niet direct. Okay: zwart heeft het loperpaar, maar wit heeft op termijn een dreiging op g7 (met de dame en loper op de diagonaal) en die open f-lijn: woe heeft daar nu het meeste voordeel van? Ik zou Lf6 niet aandurven. Het paard op b5 staat aangevallen en kan alleen terug naar a3. Materieel gezien is het ook gelijk. Maar als je wat zaken combineert kom je misschien wel op de beste zet uit: die witte dame is een gevaar, het loperpaar is vooral in een eindspel sterk, dus …. probeer dames te ruilen! Het is immers ook nog een teamwedstrijd, dus kansen voor je tegenstander verminderen is altijd goed. Tsja, en als je dat allemaal bedenkt speel je 21…….Db8. En toch snap ik dat je kiest voor 21…..Db7 wat Martjan deed. Ziet u dan wat wit speelde? Mijn engine slaat dan om naar bijna +2 voor wit!

Ik laat Martjan weer aan het woord: Ik stond dus goed totdat ik 21. … Db7 speel. Mijn tegenstander noemt het een gelukje voor hem en zag 22.Pxd4 bij toeval volgens hem. Hij wou zijn paard offeren omdat het toch vast stond, maar wat blijkt: 22.Pxd4 is een briljante zet volgens de engine.
Ik had dus Db8 moeten spelen om de dames af te ruilen en de dreiging van Loper+Dame op g7 weg te nemen of Dd8 zodat ik mijn loper wel naar f6 kan spelen. Want dan kan ik het afruilen in mijn voordeel (toren tegen 3 pionnen).

Tsja Pxd4, lastige zet om te zien en ik had die zet geeneens overwogen, ergens mijn fout wel, niet echt zijn kans daar ingeschat en had nooit gedacht dat het paard offeren daar goed kon zijn. Echter nadat hij de zet doet zie je wel onmiddellijk dat het gevaarlijk is voor mij en zelf goed voor mij tegenstander. De dreiging op g7 en het feit dat ik mijn loper niet op f6 kan zetten door het simpele Txf6 is het voor mij onmogelijk om te houden. Na Pxd4 heb ik 40 minuten nagedacht maar ik dacht dat niks werkte. En dat klopte ook volgens de computer. Gelukkig kan ik daarmee leven als ik achteraf had gezien dat er wel nog iets voor mij inzat had ik het mezelf niet vergeven na 40 minuten denken 😂. Na de 40 minuten had ik nog 20 minuten over en ik zag niks dus ik probeerde maar Lh3, wat eigenlijk niks doet. Mat dreiging op g2. Ik hoopte dat hij Pf3 zou spelen waardoor ik wel mijn loper naar f6 kon spelen. Maar hij deed het niet en bleef accuraat met Pc6 (enige zet ook om een grote voorsprong te houden). 

Daarna snel en hopeloos uitgespeeld. Wou eigenlijk opgeven maar had toch nog tijd over en zou aanwezig blijven in de zaal dus speelde de partij maar gewoon uit. 

Leendert van Klinken speelde een prima partij en tegen zijn met 1747 best hoog gerate tegenstander behaalde hij een keurige remise. In de remisestelling hadden beide spelers een dame en wat pionnen, waarin met herhaling van zetten (eeuwig schaak, zo u wilt) beide partijen remise ook wel konden afdwingen. Leendert zorgde er dus voor dat we minstens net zo veel bordpunten behaalden als de vorig ronde!

Alexander van’t Hoff leek ook op weg naar remise. Hij had (via Te1) voor torenruil kunnen gaan, maar hij ging voor de winst, verloor een pion en daarna nog een paar en dat was zelfs voor het eindspel met ongelijke lopers te veel van het goede.

’t Paardje had toen dus nog een zege nodig om de teamzege veilig te stellen en dat gebeurde vlak na Alexanders opgave, want Herman Schoonakker kon ook niet anders dan zijn tegenstander de hand schudden.

Herman zegt er dit over:

Volgens stockfish was het een weggever. Ik kwam wat beter uit de opening. Kwam maximaal 1,8 pionequivalenten voor te staan. Maar zoals al vaker is gebleken, is dat voor mij vaak onvoldoende om de winst veilig te kunnen stellen. Het plan was om de druk op de witte koning op te voeren door mijn torens wat meer in het spel te betrekken. Of dat plan goed was weet ik niet, maar de uitvoering was zeker niet goed.

 

Om die torens in het spel te brengen speelde Herman hier 16….d5, terwijl het mij logischer leek (en dat vond de engine ook) hier 16….f5 te spelen of zetten als 16….Kh7 (zodat je ook over de g-lijn actief kan worden) of 16…..e5 (om f3-f4 tegen te gaan). Niet dat die zetten zomaar winnen, maar na 16….d5 volgde 17. f4 en nam wit de aanval zetje voor zetje over of zoals Herman het verwoordde: Zo ging mijn stelling eerst langzaam maar daarna steeds sneller de vernieling in. Uiteraard prima gespeeld door William van den Bosch die mijn fouten accuraat wist af te straffen.

Teamleider Ad van Klinken speelde een puike partij en zorgde voor het eerste volle punt voor De Zwarte Dame 2 dit seizoen. Hij had al snel zijn tegenstander in de tang.

Ad zorgt zelf voor de analyse met diagrammen:

Siciliaanse partij met de Kramnik variant. Zwart speelde vrij passief (met achtereenvolgens e6, a6 en d6)

In onderstaande stelling speelt wit Kh1 met achterliggende gedachte  f4 te kunnen spelen en een koningsaanval te lanceren.

 

In onderstaande stelling speelt wit Dxe2. De computer geeft een klein plus aan voor wit. Zwart speelt hier f6. Zijn loper wordt hierdoor zwakker en hij geeft veld g6 weg.

Dit is het begin van het einde voor zwart. Er volgt:

  1. Dg4 – Dd7 (Zwart wil dameruil, wit niet), dus dichtschuiven die handel, bijkomend voordeel is dat g6 nu definitief voor wit is
  2. f5 – De8
  3. Lc1 – Kh8 (Zwart trekt zich helemaal terug. Hij kan ook niet veel anders.)
  4. Tg3 – Df7
  5. Dh4 – Tg8 (d5 was sterker, meer kans op tegenspel in het centrum)
  6. Tg6 – Lf8
  7. Dh5 – Ta7
  8. g4 – Kh7
  9. h4 – d5 (Nu is het te laat om met d5 te komen)
  10. g5 – De7 (De engine geeft aan mat in 4, ik zie dat niet en speel Tg1. Maakt nu ook niet zo veel meer uit)
  11. Tg1 – Df7 zwart geeft op

Zoals het hier staat lijkt het “appeltje-eitje”, maar daarmee doet Ad zich tekort. Hij heeft echt een heel goede partij gespeeld: “een partij uit één stuk”!

Flip Meijaard was iets later dan Ad klaar. Dit is een stelling uit zijn partij met zijn tegenstander (zwart) aan zet:

Hoe beoordeelt u deze stelling? Zwart heeft vier pionnengroepjes en wit drie. Het zijn lopers van gelijke kleur. Als je de lopers weg denkt kan zwart binnen komen via veld c5 en wit kan binnen komen via c5, maar ook via e5 en g5. Is het dan simpelweg lopers ruilen en met de witte koning binnen vallen? Natuurlijk niet, want de ene koning loopt niet sneller dan de andere koning. De enige kans is dus (ook voor zwart) dat je de lopers zo kan ruilen dat de ene koning ver verwijderd is van één van de velden waarop de andere koning kan binnenvallen. Kan je dat afdwingen? Nee. Dus: remise en dat kwamen de heren hier ook overeen (het was trouwens ook een gevalletje drie keer dezelfde stelling).

Jan Capello viel in en had een zware partij.

De zwarte stukken staan op een hoopje. Eigenlijk is dat niet erg. Het beste is om nu “niks” te doen, maar dat mag niet. Jan had hier al weinig tijd meer en wilde wat ruimte en speelde 35….f5. En dat werd het begin van het einde. Wit had al controle over de d-lijn en nu wordt de zwarte e-pion ook nog zwak en worden de aanvalskansen van de witte paarden concreter. Maar uit eigen ervaring weet ik dat het moeilijk is om in zo’n stelling waarin je de hele tijd “gedrukt” staat te accepteren dat je niks kan, maar ook niks hoeft.

Er volgde slaan op f5, torenruil op d7. En wit kon het later afmaken met een mooi paardoffer op b7 waarna wit altijd een pion kon laten promoveren of een paard voor bleef. Helaas was Jans notatie niet meer helemaal op orde, zodat we de stelling waarin wit die mooie zet speelde niet laten zien. Zo zorgde de teamleider van ’t Paardje voor het 6e Madese punt.

Dus: 6-2 voor de West-Brabanders. Gezien de ratingverhoudingen een logische uitslag.

De Zwarte Dame 2 Rating ’t Paardje 1 Rating Ronde 2
Schoonakker, H.A. (Herman) 1427 Bosch van den, W.L.P. (William) 1774 0 – 1
Klinken van, L.C. (Leendert) 1576 Govers, M.A.J. (Marc) 1747 ½ – ½
Capello, J. (Jan) 1559 Stadhouders, L.J.A.M. (Rene) 1658 0 – 1
Klinken van, A. (Ad) 1525 Pfaffenhofer, K.M. (Klaus) 1568 1 – 0
Romijn, M.J. (Martjan) 1421 Lips, J.M. (Johan) 1622 0 – 1
Meijaard, P.J. (Flip) 1343 Gosens, L. (René) 1573 ½ – ½
Schouten, S.M. (Siebe) 891 Joosen, J. (Jesse) 1593 0 – 1
Hoff van ’t, A. (Alexander) 1120 Dekkers, M. (Martijn) 0 0 – 1
Gemiddelde Rating: 1358 Gemiddelde Rating: 1648 2-6

Peter van der Borgt


Raadsheer 2 – DZD 2
7-10-2023

Monsterscore bij DZD 2

Ik ben er niet bij geweest en moet het dus hebben van de aangeleverde informatie.

Ooit (heel vroeger) schreef ik stukjes voor het clubblad van v.v. Kruiningen. In de jeugd zat ik in een team dat heel vaak met heel veel verloor. Ik (een jaar of 16 toen) kan me nog een verslagje herinneren van twee kantjes, waarin ik bijna twee kantjes (op de laatste zin na) vulde met het beschrijven van het doelpunt dat mijn team maakte.

Dat beschrijven ging diepgaand: elke speler had op één of andere manier (ook als hij aan de andere kant van het veld uit zijn neus zat te eten) een rol gespeeld, fouten van de tegenstander bleven dan weer onbenoemd, maar of ballen met de binnenkant, de buitenkant, met links of juist met rechts, de wreef, de kop werden beroerd; het werd uitvoerig beschreven. Kalklijnen, grassprieten en ga zo maar door, alles kwam aan de orde, want die twee kantjes moesten vol. Na de apotheose “en zo gaf Ko de vijandelijke keeper het nakijken” volgde de laatste zin: “Kapelle scoorde tussendoor ook nog 13 keer”. NB: Kapelle kan ook een andere Zuid-Bevelandse club zijn en die 13 kunnen er ook 9 of 11 of 12 zijn.

Laten we voor de wedstrijd in Zundert tegen de Raadsheer 2 beginnen met de partij van Flip Meijaard. Flips tegenstander had wit en 200 ratingpunten meer. Geen makkelijke opgave dus.

Flip speelde een prima partij en toen hij zijn 19e zet moest doen, moest hij “iets” doen, gezien de stand in de wedstrijd.

Flip speelde hier 19….f5. Een prima zet (maar er is een betere, denk daar alvast maar eens over na). Flip meldt per mail dat hij best twijfels bij 19….f5 had (verzwakking van de e-pion). Natuurlijk: het wint een pion: 20. Te1, Dxd5.

Hier koos wit (heel verstandig) voor 21. Db3 en daar heb je het al: aanval op pion e6, die ook nog eens gepend staat. De beste zet was dan 21……Td5, maar Flip speelde zijn dame naar d6. Na wits b5 moest Flip een pion teruggeven (22…..Dxc5 zou na 21. Dxe6+ heel slecht zijn afgelopen: 21…Kh8 22. Pf7+, Kg8 23. Ph6++, Kh8 24. Dg8+, Txg8 25. Pf7 mat; het mooie stikmat dat iedereen kent en Flip dus gelukkig ook).

Hierna verzandde de stelling en was remise de logische uitslag.

Maar Flip had op de 19e zet dus een betere zet. Hebt u hem gevonden: 19….a5. De clou is dat na 20. Txa5 zwart kan slaan op b4 en na 20. bxa5 volgt 20….Lxe5 21. Txe5 (fxe5, Dxc5), Dxd4 en zwart heeft prima winstkansen.

En tussendoor won de Raadsheer ook nog 7 partijen. Zo zou mijn laatste zin zijn geweest toen ik 16 was. Maar ik ben geen 16 meer en nu stoppen doet geen recht aan de andere 7 DZD-ers die hard gestreden hebben om niet te verliezen.

Van bord 1 tot en met bord 8 dan maar (op bord 6 na natuurlijk).

Onze kopman, Ruben, meldde het volgende: Mijn tegenstander verraste me met een onbekende lijn (Noot schrijver dezes: ik erger me wild aan het gebruik van het woord “lijn”, deze, steeds meer in zwang komende verkeerde vertaling van “line”; beste jongelui: het is VARIANT) in het Budapest gambiet. Een beetje dubieus is het wel, wit kan met een mooie voorsprong uit de opening komen als de goede zetten worden gespeeld. Iets wat mij helaas niet lukte, waardoor ik een stuk achter kwam te staan, waar ik als compensatie twee pionnen voor had.

Complimenten aan mijn tegenstander die met zijn spel net als Extinction Rebellion op de A12 alles vastzette. Welgeteld had ik nul kansen om terug te komen, als een sinaasappelpers heb ik 50 zetten lang alles eruit geknepen wat erin zat. Maar zonder resultaat, ik werd langzaam achteruitgedreven totdat ik uiteindelijk moest opgeven.

Ad kwam door een gelukje een paard tegen een pion voor, maar zijn ontwikkeling (niet die van Ad, maar van zijn stukken) was niet goed. Dat leidde tot tijdnood (op zet 24 nog drie minuten) en uiteindelijk verlies van de partij.

Herman was als laatste bezig. Door een foutje was hij een pion achter geraakt. Toch kon hij in de partij blijven. En in deze stelling

zou 29. f6 Herman gelijk spel hebben opgeleverd: 29…..g6 gevolgd door 30. h4. Herman speelde eerst 29. h4 en dan is na 29…..Ph7 30. f6 geen goed idee. Dat speelde Herman dan ook niet en zo bleef hij een pion achter zonder veel compensatie en ongetwijfeld ook nog weinig tijd.

Leendert komt door studie weinig aan schaken toe. Of zijn nederlaag daaraan is toe te schrijven is wellicht een overdreven stelling, maar toch. Ook een nul voor hem.

Martjan speelde niet eens zo’n gekke partij. Het was wel duidelijk dat beide partijen niet goed een plan wisten te bedenken. Per mail kreeg ik dit van Martjan te horen:

Tsja wat moet ik ervan zeggen. Ging op zich prima de eerste 3 uur (tot zet 22); daarna kwamen we beiden op minder tijd. En wist ik niet goed of ik door wou breken via de koningsvleugel of damesvleugel. Daardoor zit ik een beetje half-half aan te rommelen en breekt hij door met als gevolg dat ik een pion verlies. Daarna ging het langzaam maar zeker bergafwaarts en zaten er niet veel kansen in, behalve na 39. .. Dd6.

Hier springt de evaluatie van ongeveer -1 (die pion die Martjan achter staat) naar meer dan +2. Ziet u de zet die Martjan (met weinig tijd op de klok) had moeten spelen om dit voor deel te behalen. Martjan zegt er het volgende van: Als ik het nu in de computer zie snap ik op zich dat ik het niet gezien heb.

Ik denk dat Martjan hier nog in de verdedigings-modus zat en binnen de tijd geen domme 40e zet wilde doen en (dus ook) zijn tactiek- of schwindelmodus nog niet had ingeschakeld, want na 40. f6 zit zwart serieus in de problemen: met de dame slaan kan niet (vanwege Tf2) en met de pion slaan gaat mis na 41. Dh6+ (overigens is even de tussenzet 41. Pf5 spelen nog beter). Zwart moet dus toestaan dat wit ook op g7 slaat, waardoor beide koningen zo slecht verdedigd zijn dat beide partijen mooie winstkansen (of kans op eeuwig schaak) krijgen.

Grappig dat zowel Herman als Martjan met f6 een (veel) betere stelling konden bereiken dan ze nu over hielden.

Sander wilde over zijn partij niet meer kwijt dan ik kwam met 0,5 winst uit de opening, dus aan de voorbereiding lag het niet. In het middenspel ging ik de fout in.

Alexander speelde (ik druk me eufemistisch uit) geen beste partij: drie fouten in tien zetten leidden tot een stuk en een pion minder. Dat was teveel natuurlijk.

Opstal van, T. (Thijs) 0 Bruijn de, R.T. (Ruben) 1482 1 – 0
Kort de, W. (Willem) 1611 Klinken van, A. (Ad) 1550 1 – 0
Ginneken van, J. (Jos) 1583 Schoonakker, H.A. (Herman) 1435 1 – 0
Oostvogels, I. (Inge) 1527 Klinken van, L.C. (Leendert) 1633 1 – 0
Domen, A.M.J. (Adrie) 1482 Romijn, M.J. (Martjan) 1452 1 – 0
Elst, T. (Tygo) 1536 Meijaard, P.J. (Flip) 1337 ½ – ½
Vriends, J. (Jan) 1570 Bruijn de, S.J. (Sander) 0 1 – 0
Roks, M.H.M. (Rene) 1489 Hoff van ’t, A. (Alexander) 1122 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1543 Gemiddelde Rating: 1430 7½-½

 

Over zijn partij wilde Sander niet veel kwijt, wel over de wedstrijd.

Conclusie van zaterdag:

-Wij hebben er als team van geleerd.

-De tegenstanders niet.

-Dus heeft DZD zaterdag mentaal gewonnen.

 

Heb ik niets aan toe te voegen.

Peter van der Borgt