Uitslag en Verslag

Uitslag en Verslag 2019-2020


Ronde 19

9-3-2020

1 Wouter Bliek Krijn Saman 1 0
2 Rinus den Hollander Gayan den Hollander 1 0
3 Wilco Krijnsen Jan Capello 1 0
4 Herman Schoonakker Lennard Duynkerke 0 1
5 Marco Baars Marius Leendertse 1 0
6 Piet van Boven Matthijs Schouten 0 1
7 Dingnis Lokerse Alexander van ’t Hoff 1 0R
8 Dies Lokerse William Duynkerke 0 1

 


Ronde 18

2-3-2020

1 Peter van der Borgt Marko Burger 1 0
2 Lennard Duynkerke Rinus den Hollander 1 0
3 Bram Boone Jan Capello 0,5 0,5
4 Herman Schoonakker Jaap van Oosten 0 1
5 Flip Meijaard Dies Lokerse 1 0
6 Krijn Saman Dingnis Lokerse 1 0
7 Matthijs Schouten William Duynkerke 1 0
8 Alexander van ’t Hoff Paring bye

MOOI KLEIN DING

Dat is de titel van een artikel van Donner naar aanleiding van zijn partij in Havana in 1971 tegen Velimirovic. Het eindigt met een ode aan de a-pion die voor de zege van Donner zorgt. Maandag 2 maart zullen tenminste twee spelers dat a-pionnetje helemaal geen mooi, klein ding hebben gevonden. Herman Schoonakker had een pluspion, een mooie vrije a-pion. Hermans koning stond veiliger, zijn stukken stonden beter. Wat kon er mis gaan? De a-pion zou uiteindelijk een dame worden en dan zou tegenstander Jaap van Oosten de handdoek in de ring gooien. Tja, wat kon er mis gaan? Ik heb geen idee, want ik zat toen in mijn partij al tijden tegen een klok aan te kijken die minder dan 5 minuten aan gaf. Maar het is blijkbaar mis gegaan: Jaap won.

In mijn partij leek de a-pion, in dit geval die van Marko Burger, beslissend te zijn. Marko en Peter (van der Borgt, mocht u er aan twijfelen wie de “ik-figuur” is) speelden een scherpe partij. Peter gooide pionnen naar voren dat het een lieve lust was, Marko counterde naar een mataanval, die Peter kon tegenhouden om vervolgens zelf een koningsaanval te starten. Er stond maar liefst twee lopers, twee torens en een dame (meer stukken had Peter niet) gericht op de vijandelijke koningsstelling. Peter besteedde veel tijd aan offers, maar zag geen sluitend offer. Marko opende aan de andere kant en dreigde weer mat. Peter moest zijn stukken naar de andere kant brengen wat niet op tijd lukte en het was een mirakel dat Peter veel kon ruilen en slechts een pion achter kwam. Wellicht dat Marko ergens een betere zet gemist heeft. Maar dan nog: Marko kreeg een pion op a2, die alleen van promoveren afgehouden kon worden door een loper op c3. Peters koning stond nog op de h-lijn en Marko’s paard op h6. Dat duurde dus nog wel een poosje eer die bij de a-pion in de buurt waren. Meer stukken dan die loper en dat paard waren er niet, maar nog wel 5 pionnen (naast die ene op a2). Moest Marko nu rustig een koning of een paard omspelen of op de koningsvleugel de boel open gooien? Marko deed het laatste waarna Peter niets anders kon dan voor “de dood of de gladiolen” te gaan. Dat het “de gladiolen” werden had niemand verwacht, ook Peter niet. Toch werd in de analyse niet duidelijk waar Marko nu de winst (die er in moet hebben gezeten) had gemist.

Over missen gesproken. Bij Flip Meijaard en Dies Lokerse miste op een gegeven moment een koning op het bord, die van Dies. Zie dan nog maar eens iemand mat te zetten. Gelukkig zag buurman Jaap het wat op zich al komisch was want Jaap zelf had in een vlaag van verstandsverbijstering zeer lang gerokeerd (koning kwam op b8), wat dan weer scherp gezien was door Marko. Maar ook met de koning weer op het bord maakte Dies het Flip erg moeilijk. Pas in het verre eindspel ging Dies in de fout. Neef Dingnis speelde ook best een goede partij, maar sloot zijn eigen loper op. Met een stuk meer maakte Krijn Saman het rustig af.

De broers Duynkerke waren weer terug. William kwam niet goed uit de opening, kwam wat pionnen achter tegen een geconcentreerd spelende Matthijs Schouten. Een truc op het eind hielp William niet. Broer Lennard won wel, maar verdiend was het niet. Hij zette zijn eigen loper vast die daardoor verloren ging. Een wanhoopstegenaanval werd door Rinus den Hollander echter verkeerd beoordeeld, waardoor Rinus geen stuk, maar slechts een pion voor kwam. Vervolgens begin tijdnood Rinus parten te spelen en verloor hij een kwaliteit. Uiteindelijk viel Rinus’ vlag nadat beide spelers tussendoor zo nu en dan nog wat grote en minder grote onnauwkeurige zette hadden gedaan.

Van de partij tussen Bram Boone en Jan Capello heb ik weinig gezien; alleen hoorde ik Bram op een bepaald moment zeggen “ik dacht dat ik al lang verloren zou hebben”. Maar op het wedstrijdformulier kwam een remise te staan.


Ronde 17

17-2-2020

 

1 Jan Capello Wouter Bliek 0 1
2 Gayan den Hollander Peter van der Borgt 0 1
3 Herman Schoonakker Rinus den Hollander 0 1
4 Marko Burger Eric Clarisse 0,5 0,5
5 Flip Meijaard Bram Boone 0,5 0,5
6 Krijn Saman Wilco Krijnsen 0 1
7 Marius Leendertse Matthijs Schouten 0 1

LANGE PARTIJEN

Pas na 160 minuten was de eerste partij klaar. En het duurde tot ruim na elven eer de laatste partij was afgelopen. Werd er te lang doorgespeeld? Zeker niet. Het waren gewoon zeven spannende partijen.

Flip Meijaard en Bram Boone waren als eerste klaar. Flip was in de opening een pion achter geraakt. Flip moest eerlijk bekennen dat het een foutje was en geen offer. Maar het had best een offer kunnen zijn, want Flip kreeg tegenspel, won zijn pion terug en er bleef een eindspel over waarin Flip de beste kansen had door een betere pionnenstructuur. Het was echter net niet voldoende voor een zege. Remise dus.

Wouter Bliek kwam ook met een klein voordeeltje uit de opening. Hij zette een minoriteitsaanval op. Tegenstander Jan Capello kwam steeds moeilijker te staan en boog op een gegeven moment het hoofd. Jan zou of op stelling of op tijd verloren hebben. Opgave was dus een logisch eind.

Ook Eric Clarisse zat in tijdnood. Hij had gelukkig net op tijd door dat hij er na zet 40 geen half uur bij kreeg. Hij nam dan ook Marko Burgers remiseaanbod aan. Beiden hadden een interessante partij achter de rug, waarin Erics b8-paard van b8 via Pd7 terug naar b8 en weer via d7 naar helemaal aan de andere kant h5 ging en weer terug eindigde op d7. Marko kreeg het voor elkaar om zes pionnen zo op het bord te zetten dat ze elkaar niet konden dekken. Verder ging hij met zijn koning op de loop, naar a5. Kortom: een onorthodoxe partij die leuk was om te volgen en waarschijnlijk ook om te spelen.

En waarschijnlijk zal één of andere engine wel in no-time aangeven waar beiden het (veel) beter hadden kunnen doen. Dat zal voor de partij van Gayan den Hollander en Peter van der Borgt niet anders zijn. Bij Peter was het zijn g8-paard dat naar b8 ging. Daar ook weer werd verjaagd door een c-pion die naar c7 ging. De stelling zag er toen uit als een retrograde-probleem: hoe was Gayans pion op c7 beland? Die pion ging er uiteindelijk van af. Gayan had echter verdraaid veel tegendreigingen, maar Peter ook. En Peter wist ze beter te benutten.

Bij Marius Leendertse en Matthijs Schouten ging het heel lang heel erg gelijk op. Remise zou het logische en verdiende eindresultaat zijn tot Marius in tijdnood misgreep. En zo kon Matthijs zijn stukken naar de zege (flauw woordgrapje) loodsen.

Herman Schoonakker begon dreigend met pionnen op c4, b4 en a4. Toen die b-pion weg was. bleken zijn a- en c-pion niet te houden. Zo klinkt het alsof hij die simpel verloor, maar het kwam toch vooral door goede zetten van Rinus den Hollander dat Herman pionnen achter kwam en Rinus voor. Rinus won dus, zodat de den Hollanders met 50% huiswaarts gingen.

Dan was er nog het spektakelstuk dat Krijn Saman op het bord zette. Uw verslaggever dacht dat slaan op g6 (met de pion op h5) of niks doen het beste was. Krijn schoof de h-pion door naar h6. Zo kwam Wilco Krijnsens koning wel opgesloten te staan, maar kon Krijn er niet meer echt doorheen komen en kon Wilco aan de andere kant van het bord gaan aanvallen. Hij moest nog wel telkens de goede tegenzetten bedenken voor Krijns alles-of-niets-creatieve pogingen (vooral Tf1 was mooi). Maar dat deed Wilco en zo won hij.


Ronde 16

10-2-2020

 

1 Wouter Bliek Herman Schoonakker 1 0
2 Rinus den Hollander Jan Capello 1 0
3 Eric Clarisse Marco Baars 1 0
4 Jaap van Oosten Flip Meijaard 0,5 0,5
5 Krijn Saman Freek Pruis 0,5 0,5
6 Dies Lokerse Marius Leendertse 0 1
7 Dingnis Lokerse Piet van Boven 0 1

 


Ronde 15

3-2-2020

 

1 Rinus den Hollander Wouter Bliek 0 1
2 Peter van der Borgt Eric Clarisse 0,5 0,5
3 Jan Capello Alexander van ’t Hoff 1 0
4 Jaap van Oosten Marko Burger 0 1
5 Dingnis Lokerse Flip Meijaard 0 1
6 Freek Pruis Paring bye

 


 

Ronde 14

27-1-2020

 

1 Marco Baars Herman Schoonakker 1 0
2 Jan Capello Dies Lokerse 1 0
3 Rinus den Hollander Krijn Saman 1 0
4 Alexander van ’t Hoff Matthijs Schouten 0 1
5 Dingnis Lokerse Freek Pruis 0 1

 


Ronde 13

20-1-2020

1 Wouter Bliek Gayan den Hollander 1 0
2 Bram Boone Peter van der Borgt 0 1
3 Herman Schoonakker Marko Burger 0,5 0,5
4 Rinus den Hollander Wilco Krijnsen 1 0
5 Eric Dek Krijn Saman 1 0
6 Menno van Dommelen Piet van Boven 1 0
7 Flip Meijaard Alexander van ’t Hoff 1 0
8 Dies Lokerse Jaap van Oosten 0 1
9 Dingnis Lokerse Marius Leendertse 0 1
10 Jan Capello Paring bye

Turbo

In de “boven” zaal waren Menno van Dommelen en Piet van Boven niet van plan in tijdnood te komen en vlogen de zetten over het bord. Dat met zulk snel spel wel vaker fouten worden gemaakt, was nu ook wel te zien. Piet won een stuk maar liet door een gemeen aftrekschaakje zijn dame in staan. Menno liet Piet daarna niet meer los en de partij was om 19:45 klaar. Iets later klaar waren Jaap van Oosten en Dies Lokerse, ondanks dat Jaap geen turbo speler is en gewoon nadenkt over zijn zetten, was het Dies wel die de turboknop indrukte en in razend tempo alles weggaf.

Flip Meijaard won tegen Alexander van’t Hoff door een aftrekschaakje een loper en tikte het wel heel mooi uit om die loper gewoon terug te geven voor wat pionnen en het eindspel met 3 pionnen daarna te winnen.

Herman Schoonakker kwam tegen Marko Burger een beetje in de verdrukking en moest een pion geven. Het afwikkelen naar een gewonnen stelling was erg lastig en er kwam een eindspel op het bord waarin zwart wel een pion meer nog had maar de witte stukken waren gewoon te actief om het punt te pakken, remise dus.

Gayan den Hollander had tegen Wouter Bliek in een damegambiet Pc6 gedaan en dat is vaak geen goede zet omdat de pion op c7 dan “vast” komt te staan. Dat was nu ook het geval en het paard moest lange tijd blijven staan door de druk over de c-lijn. Zwart verdedigde prima en wit moest uiteindelijk maar voor iets meer ruimte en een loperpaar gaan. Een klein plusje heet dat dan, Gayan liet daarna de teugels wat vieren en na een prima verdediging kwamen wat mindere zetten. Zwart moest een pion laten en dat bleek samen met het ruimtevoordeel van wit genoeg om het punt binnen te halen.

Als laatste was onze andere den Hollander nog bezig tegen Wilco Krijnsen. Rinus had in een positioneel rustige partij een pion in het centrum weggegeven maar hij was bezig om de zaak zo lastig te maken voor Wilco dat zwart zich toch verslikte en een stuk weggaf. Het kan verkeren.

Rest nog de “beneden” zaal:

Dek – Saman

Spannende partij, waarbij Eric Dek druk had over de d-lijn. Krijn wist die druk te verlagen door Da5, maar moest toen wel een geïsoleerde pion op d5 toestaan. Eric kon daar niet van profiteren, mede omdat Krijn fraai Eric met net zo’n slechte pion op d4 opzadelde. Er ontstond een remise-achtige stelling waarbij voor Krijn de beste tactiek zou zijn geweest: afwachten. Eric zat weer eens in tijdnood en is (op papier) de betere speler. In plaats van afwachten koos Krijn voor een verkeerde aanval en ondanks Erics gebrek aan tijd (hij deed zelfs een zet met 7 seconden op de klok) liet Eric de winst niet meer glippen en zorgde ervoor dat voor Krijn de partij dramatisch eindigde.

Boone – van der Borgt

Peter van der Borgt kwam iets beter uit de opening, kreeg het loperpaar en een kleine ontwikkelingsvoorsprong. Bram Boone deed heel lang de juiste zetten totdat hij met c2-c3 (met aanval op de dame op d4) mis greep. Pc3 was de juiste gezet geweest. Peter had namelijk de tussenzet c4xd3 met aanval op Brams dame. En hoe Bram ook zou reageren: er ging altijd een stuk verloren. Knap gezien van Peter, die het daarna rustig uit speelde.


Ronde 12

13-1-2020

 

1 Wouter Bliek Marco Baars 1 0
2 Jan Capello Herman Schoonakker 1 0
3 Gayan den Hollander Eric Dek 1 0
4 Krijn Saman Menno van Dommelen 1 0
5 Piet van Boven Marius Leendertse 0 1
6 Jaap van Oosten Dingnis Lokerse 1 0
7 Alexander van ’t Hoff Dies Lokerse 1 0
8 Peter van der Borgt Paring bye

 


Ronde 11

16-12-2019

 

1 Jan Capello Peter van der Borgt 0 1
2 Herman Schoonakker Krijn Saman 1 0
3 Gayan den Hollander Piet van Boven 0,5 0,5
4 Dies Lokerse Dingnis Lokerse 0 1
5 Eric Dek Rinus den Hollander 0,5 0,5
6 Alexander van ’t Hoff Jaap van Oosten 1 0
7 Marius Leendertse Menno van Dommelen 0,5 0.5
8 Wouter Bliek Paring bye

VAN DIKHOUT ZAAGT MEN PLANKEN

Vorige week was het “HET ZIJN DE KLEINE DINGEN DIE HET DOEN”. Deze maandag ging het er ruiger aan toe. Dat begon al met de Neven Lokerse, die altijd al van het betere gooi- en smijtwerk zijn, maar zeker als ze tegen elkaar spelen. Dit keer won Dingnis. Bij Alexander van ’t Hoff is het vaak bal. Ook dit keer weer. Na Dxd5+ meende ik dat hij gewonnen stond, maar niet veel later stond hij een stuk tegen twee pionnen achter. Belangrijke pionnen, want hij wist Jaap van Oosten in een matnet met die pionnetjes te vangen.

Peter van der Borgt probeerde met Scandinavisch Jan Capello in verwarring te brengen. Dat lukte niet. Wel wist Peter Jan in een val te lokken. Jan zag zijn kans schoon om een paard te winnen, want na Da4+, Pc6 leek d5 (het paard pennend) winnend. Alleen zat er nog een penning in de stelling, een horizontale, want na Pxd5, zou cxd5 dameverlies betekend hebben (De4xa4). Het kostte Jan niet alleen een pion, maar ook zijn stelling.

Krijn Saman meende tijd te hebben voor wat voorbereidende zetten, maar werd door een pionnenwals geplet. Herman Schoonakker speelde voor wals-machinist. Ook bij Gayan den Hollander was er spektakel, of eigenlijk ook weer niet. Gayan had een black-out en om onbegrijpelijke redenen haalde hij (na het prima Lc4) niet met d5-d6 (met aanval op de dame die niet weg kon) de trekker over. Vervolgens volgde een afruil waarna een stelling ontstond die eerder in het voordeel van Piet van Boven was. Maar Piet was met remise tevreden.

Dat was Marius Leendertse ook. Met weinig tijd op de klok en zonder noemenswaardig voordeel was hij blij dat Menno van Dommelen een puntendeling wel okay vond. Die puntendeling kwam er ook bij Eric Dek en Rinus den Hollander. Zij speelden een leuke, interessante en vooral goede partij. Als aandachtig toeschouwer meende ik dat 22. Pd3 te voorzichtig was. Uit de thuisanalyse van Rinus bleek dat ook en beetje bij beetje verdween Erics voordeel en zat er echt niet meer dan remise in.


 

Ronde 10

9-12-2019

 

1 Wouter Bliek Bram Boone 1 0
2 Peter van der Borgt Herman Schoonakker 1 0
3 Marko Burger Gayan den Hollander 0,5 0,5
4 Piet van Boven Jan Capello 0 1
5 Krijn Saman Alexander van ’t Hoff 1 0
6 Marius Leendertse Eric Dek 0 1
7 Rinus den Hollander Jaap van Oosten 1 0
8 Menno van Dommelen Dies Lokerse 1 0
9 Dingnis Lokerse Paring bye

HET ZIJN DE KLEINE DINGEN DIE HET DOEN

Dat was de titel van een liedje van Saskia en Serge. Als je van zoetsappig houdt, open dan deze link: YouTube.

Maar wat heeft dat met schaken te maken? Wel, op 9 december bleken veel potjes beslist te worden door een “klein ding”. Wouter Bliek wist met wit een pionnetje op h6 te positioneren. Bijeffect was dat de loper van Bram Boone op h8 werd “begraven”. Uiteindelijk werd dat Bram fataal.

Herman Schoonakker speelde e6 en g6, zodat zijn loper kon kiezen tussen e7 en g7. Maar die keuze maakte niet meer uit, want het opspelen van beide pionnen kostte twee zetten en dat was er eentje teveel. Dat ene tempo was dus dat “kleine ding” dat voor Peter van der Borgt voldoende was om het tactisch af te maken.

Eric Dek had een aanvalspunt op Marius Leendertses pion op d4. Veel meer had Eric niet, maar Marius kon er te weinig tegenover stellen, zodat ook dat kleine voordeeltje net genoeg nadeel voor Marius bleek te zijn.

Bij Rinus den Hollander ging het zoals het vaak bij Rinus gaat. Er gebeurt niet veel, maar de stukken van de tegenstander komen net iets ongelukkiger te staan dan die van Rinus. En dat was voor Rinus net voldoende om Jaap van Oosten een nul te bezorgen.

Marko Burger had een groter voordeel, namelijk een pion meer. In het eindspel heeft Marko het laten liggen en wist Gayan den Hollander die pion eerst te neutraliseren en later te winnen. Remise dus.

Van de partijen van Jan Capello en Krijn Saman weet ik me niet zoveel meer te herinneren, behalve dat ze wonnen.

 


Ronde 9

2-12-2019

 

1 Peter van der Borgt Wouter Bliek 0,5 0,5
2 Wilco Krijnsen Herman Schoonakker 0 1
3 Jaap van Oosten Jan Capello 0 1
4 Dies Lokerse Piet van Boven 0 1
5 Flip Meijaard Krijn Saman 0,5 0,5
6 Rinus den Hollander Marius Leendertse 1 0
7 Dingnis Lokerse Menno van Dommelen 0 1

SAMAN ACHTERVOLGT CAPELLO

Bij gebrek aan een rode lijn kiezen we voor SAMAN ACHTERVOLGT CAPELLO. Jan is namelijk het remise spelen verleerd en moet wel oppassen dat hij remisekoning blijft. Alhoewel hij dit keer geholpen werd door Jaap van Oosten. Jaap behandelde de opening (waarin Jan een standaard-truc had ingebouwd) prima. Maar Jaap was blijkbaar zo geschrokken dat hij bijna elke zet na zijn prima Df3 een tempo verloor. Dat leverde Jan na een stukoffer een pion op vanwege een penning over de e-lijn. Jaap kreeg zijn koning niet aan de veilige damevleugel en Jan maakte daar met zijn loperpaar goed gebruik van. Krijn Saman speelde remise en komt daarmee op vier gelijke spelen (en staat tweede in het, overigens niet relevante, remiseklassement). Flip Meijaard kwam beter uit de opening, maar nadat Krijn de d-lijn had “veroverd”, moest Flip gaan verdedigen. Als toeschouwer leek mij Dc4 voor Krijn een goede zet, maar of Krijn zag hem niet of hij durfde hem niet of ik zag het gewoon niet goed. In elk geval werd toen tot remise besloten. Ook Peter van der Borgt en Wouter Bliek speelden remise. Beste kwalificatie van deze partij: Bloedeloos.

Herman Schoonakker speelde een prima partij, drong Wilco Krijnsen in de verdediging. Of dat voldoende was voor een zege voor Herman, weten we niet, want Wilco blunderde zijn loper weg en met Hermans zege komt hij op de tweede plaats. Rinus den Hollander won ook. In een prima positioneel gespeelde partij kwam hij zetje voor zetje iets beter te staan en nadat Marius Leendertse op c5 had moeten slaan, breide Rinus zoveel dreigingen in de stelling dat het Marius teveel werd.

Dies Lokerse zet zijn partijen goed op, maar verliest te vaak een centrumpion. Nu ook weer. Toch bleef Dies lang in de partij en was het voor Piet van Boven hard werken om het punt naar Hansweert mee te nemen. Voor Menno van Dommelen zijn veel zaken nog nieuw: met de klok spelen, zetten noteren (op een wiebelende tafel) en als toetje de ongebruikelijke (en snel gespeelde) opening van Dingnis Lokerse doorgronden. De klok en het noteren kostte nog moeite; de openingsopzet van Dingnis “killen” niet.


Ronde 8

18-11-2019

1 Wilco Krijnsen Wouter Bliek 0,5 0,5
2 Herman Schoonakker Eric Dek 1 0
3 Jan Capello Dingnis Lokerse 1 0
4 Piet van Boven Flip Meijaard 0,5 0,5
5 Menno van Dommelen Jaap van Oosten 0 1
6 Dies Lokerse Krijn Saman 0 1
7 Marius Leendertse Alexander van ’t Hoff 1 0

Vrede?

Soms gaat het er vreedzaam aan toe op het bord. Piet van Boven heeft zijn speelstijl van hupsakee en snel naar voren wat veranderd en speelt nu gewoon degelijke partijen. Flip Meijaard had zijn handen vol en bleef wat minder ruimte houden. De stukken gingen er wel snel allemaal af en het eindspel van 7 pionnen en een loper beiden bleek niet een voordeel voor iemand op te leveren dus remise.

Wilco Krijnsen had tegen Wouter Bliek een London op het bord gezet, wat wel een heel vreedzame opening is. Maar wit had een kleine twist in de opening, geen e3 maar e4 en zwart stuurde toen maar aan op een koningsindiër, meestal moet wit dan aanvallen op de damevleugel en zwart op de koningsvleugel. Deze agressie zat er nergens in omdat de stukken gewoon net even verkeerd stonden. Geen aanval dus en hier werd de vrede getekend met een bord vol stukken, in de analyse bleek wit noch zwart iets te kunnen bereiken.

Dat onze Lokerses niet van vrede houden is wel bekend. Vaak (te) snel en (te) agressief spelen kan wel eens tot leuke resultaten leiden maar Jan en Krijn bleven nauwkeurig spelen en konden materiaal winnen en de partij.

Bij Menno van Dommelen, die als misschien nieuw lid kwam proeven aan het clubschaak, bleek zo een “eerste echte” partij toch best lastig tegen een ervaren clubspeler. Jaap van Oosten kreeg snel het initiatief en won materiaal en had daarna geen genade meer.

Bij Marius Leendertse en Alexander van ’t Hoff ging het er zeker niet vreedzaam aan toe en een scherpe benoni-achtige stelling kwam op het bord. Zwart had allemaal aanvallende plannen met Da5 en zette een loper op d4 die dubbel gedekt kwam te staan. Het leek allemaal prachtig maar schijn bedriegt soms. Marius speelde er gewoon omheen en kreeg druk op de zwarte koning. Materiaalwinst volgde en wit tikte het daarna rustig uit.

Toen ik bij Herman Schoonakker kwam kijken die met wit beneden tegen Eric Dek speelde zag het er vreemd uit. Een pion op c3 en d4 terwijl Herman altijd Engels (c2 -c4) opent. Het bleek wel degelijk een Engelse opening te zijn maar met een twist. Een mooi gevecht volgde waarin zwart even miste dat hij een stuk verloor. Er was wel wat compensatie maar dat bleek niet genoeg te zijn.


 

Ronde 7

4-11-2019

1 Wouter Bliek Jan Capello 1 0
2 Gayan den Hollander Herman Schoonakker 0 1
3 Marko Burger Rinus den Hollander 1 0
4 Krijn Saman Piet van Boven 0,5 0,5
5 Jaap van Oosten Marius Leendertse 0,5 0,5
6 Alexander van ’t Hoff Dingnis Lokerse 1 0

Over zevenklappers en gladiolen

In de 7e ronde waren er misschien wat weinig partijen maar in de meeste werd er goed en hard gevochten.

Er waren 2 remises en toch was Jan Capello er niet bij om de remise te halen. Jan had 6 uit 6 remises maar kon tegen Wouter Bliek de 7e niet halen. In een damegambiet had Jan ietsjes minder ruimte en moest een paard uitval van f6 naar g4 (met allemaal enge dreigingen op e3, f2 en h2) eigenlijk terugtrekken naar f6 na een h3 van wit. Wit had gezien dat de meest enge variant met een stukoffer op e3 niet werkte maar Jan ging er toch voor en kon de zevenklapper van remises niet voltooien en kreeg in dank daarvoor zijn gladiolen niet, (de oplettende lezer zal hierin het spreekwoord: De dood of de gladiolen herkennen). Het werd dus een nul voor Jan na een opmerkelijke reeks van 6 remises, De zevenklapper ging helaas uit na 6 partijen.

Gladiolen waren er wel voor Alexander van ’t Hoff tegen Dingnis Lokerse. Beide heren speelden zo snel dat na mijn eerste kijkrondje er al een eindspel op het bord stond waarin zwart (veel) te snel speelde en alles weg gaf. Bloemen en een snel punt voor Alexander.

Gayan den Hollander speelde tegen Herman Schoonakker een soort dubbel fiancetto met wit maar kreeg wel een matige stelling op het bord. Herman speelde met zwart weer een prima partij en kreeg door een kwaliteitsoffer een batterij op de lange witte diagonaal naar de witte koning. (Wit had al eerder de witte loper geruild). Gayan besloot te vluchten met de majesteit maar dat was een fatale fout. In de analyse kwamen (als Gayan het betere f3 had gespeeld om de koning te beschermen) de meest fantastische varianten op het bord waarin zwart elke keer goede kansen had om het punt binnen te halen. Als taalpurist kun je dit ook een zevenklapper noemen, 7e ronde en een klapper van een partij.

Onze andere Den Hollander (Rinus) had het best lastig tegen Marko Burger. Rinus had een grunfeld gespeeld maar werd verrast door een snel h4. Een zij -variant om zwart uit zijn comfortzone te halen. Dat lukte, ondanks dat wit optisch lastig kwam te staan, kreeg Marko het voor elkaar om zoveel druk uit te oefenen op de zwarte stelling dat Rinus besloot een kwaliteit te offeren voor twee pionnen. Zwart leek er uit te komen maar kon door allemaal vervelende penningen de nul niet voorkomen.

Krijn Saman had tegen Piet van Boven zijn damegambiet pion terug veroverd, kreeg een mooi centrum maar zwart had alles toen geactiveerd. Na een centrumdoorbraak gingen de stukken eraf en bleef er een remise-achtig toreneindspel over.

Marius Leendertse had tegen Jaap van Oosten een siciliaan met e5 en d6 gespeeld en er ontspon een gevecht waarin geen van beiden wilde wijken. De stukken gingen eraf en na een prima gevecht werd toch de partij toch remise.


Ronde 6

28-10-2019

 

1 Herman Schoonakker Wouter Bliek 0 1
2 Bram Boone Gayan den Hollander 1 0
3 Jan Capello Marko Burger 0,5 0,5
4 Rinus den Hollander Peter van der Borgt 0 1
5 Alexander van ’t Hoff Piet van Boven 0 1
6 Dingnis Lokerse Krijn Saman 0,5 0,5
7 Marius Leendertse Dies Lokerse 1 0

BLIEK STEVIGER OP KOP

Piet van Boven kwam niet goed uit de opening: pion achter en achter in ontwikkeling. Toch kon hij als eerste een zege bijschrijven. Wat er precies mis ging, weet ik niet maar Alexander van ’t Hoff had plots twee stukken verloren.

Dies Lokerse ontwikkelde zijn stukken aan de verkeerde kant en reageerde ook nog eens verkeerd op Pg5 (met aanval op f7) van Marius Leendertse. Dies kwam teveel materiaal achter en Marius zorgde ervoor dat de compensatie achterwege bleef.

Krijn Saman kwam met licht materieel voordeel uit de opening, maar had overzien dat Dingnis Lokerse met c5Ϯ (met aanval op Krijns dame) een dame tegen een stuk won. Helaas wikkelde Dingnis verkeerd af en verloor nog een stuk. Dingnis stond nog steeds gewonnen, maar maakte het zichzelf moeilijk door afruil uit te stellen, zodat zelfs nog kwaliteitsverlies volgde. Uiteindelijk eindigde deze boeiende partij in remise.

Ook remise werd het in de partij van …… Jan Capello, die nu als enige speler nog niet heeft gewonnen en nog niet heeft verloren. Dit keer kwam hij een pionnetje voor tegen Marko Burger die de zetten omdraaide. Jan kon zijn pluspion niet omzetten in een vol punt.

Rinus den Hollander en Peter van der Borgt speelden een partij waarin Peter uiteindelijk toch zijn zo geliefde Noteboom-achtige stelling kreeg. Net toen iedereen zich opmaakte voor een wedloop tussen Rinus’ centrumpionnen en Peters damevleugelpionnen, gaf Rinus pardoes een paard weg. Jammer.

Bram Boone kwam met positioneel voordeel uit de opening. Gayan den Hollander moest, soms met onlogische zetten, zorgen dat de materiaalverhoudingen niet verstoord raakten. Maar met Pe7 vergat hij dat zijn b7-pion zo maar opgeraapt kon worden. Bram maakte het vakkundig af.

Herman Schoonakker bood prima tegenstand aan Wouter Bliek. Wouter had maar één aanknopingspunt: een pionnenmeerderheid op de damevleugel. Maar het mobiliseren daarvan was geen sinecure. Rustig manoeuvrerend lukte dat echter en na een lange strijd ging Herman door de vlag, maar toen was zijn stelling al verloren.


Ronde 5

21-10-2019

1 Wouter Bliek Lennard Duynkerke 1 0
2 Gayan den Hollander Jan Capello 0,5 0,5
3 Marco Baars Alexander van ’t Hoff 1 0
4 William Duynkerke Peter van der Borgt 0 1
5 Piet van Boven Jaap van Oosten 0,5 0,5
6 Dingnis Lokerse Dies Lokerse 0 1


Vijf op een Rij

Iedereen (tenminste dat denk ik) kent het spelletje ‘Drie op een rij’. Jan Capello gaat voor de overtreffende trap en speelde weer remise; voor de vijfde keer in vijf partijen. Nu tegen Gayan den Hollander. In een partij die evenwichtig begon, kwam Jan een pionnetje voor. Maar ik zag niet echt hoe Jan dit kon uitbuiten. Jan blijkbaar ook niet en het werd weer remise.

Jan hielp daarmee indirect ook Wouter Bliek, die door een zege meer afstand kon nemen van zijn naaste belager, Gayan dus. Wouter vertegenwoordigde, samen met Peter van der Borgt, De oude garde. Gebroederlijk (overigens is mij niets bekend van een bloedband) zaten ze naast elkaar. Tegenover hen: De jonge garde met naast elkaar, gebroederlijk (niet alleen figuurlijk, maar dit keer ook letterlijk) Lennard en William Duynkerke.

Bleef de oude garde overeind? Ja. Was het simpel? Zeker niet. Tegen William had ik bedacht rustige zetten te doen en te wachten tot William een fout zou maken. Welnu, die maakte hij niet; tenminste, ik heb geen fout gezien. Lennard speelde tegen Wouter, die Lennards Hollandse verdediging creatief tegenspeelde. Een interessante openingsfase volgde. Vanuit mijn ooghoeken meende ik te zien dat Wouter Lennard zou overlopen, maar dat bleek een overschatting van Wouters kansen. De h-lijn ging weliswaar open, maar na twee lange rokades had geen van beide spelers die h-lijn in bezit en zat het er ook niet in dat die in iemands bezit zou komen, ook al doordat beiden een loper hadden die h1 respectievelijk h8 in de gaten hield.

In elk geval raakte de Oude Garde steeds meer achter in tijd zonder dat er zicht was op een zege voor hen. Maar toch wonnen ze allebei. Lennard dekte met zijn paard op c6 zijn loper op e5. Bezit van veld e5 was cruciaal. Lennard dacht op d4 een stuk te kunnen slaan, waarna Wouter op e5 kon slaan en er min of meer geruild was. Maar Lennard had niet diep genoeg gekeken, want Wouter dreigde een kwaliteit en een pion te winnen. Lennard offerde daarom maar een stuk, maar dat maakte het eerder erger. Wouter tikte het daarna rustig uit.

Oude garde 2 (Peter dus) ging door het oog van de naald toen William overzag dat Peters Dd8 een blunder was (slaan op b5 en Peters stelling zou in elkaar storten). William speelde Tf1 en werd vervolgens na ruil van de London-loper overvallen door een binnenvallende dame, die eerst een pion kostte en later een kwaliteit.

Oftewel: De oude garde is aan het wankelen gebracht, maar is (net) staande gebleven. William en Lennard zullen dit seizoen zeker nog revanchemogelijkheden krijgen.

Dat zal ook voor de andere spelers gelden.

Piet van Boven kreeg een sterke pion op f6; alleen wist Jaap van Oosten die te verschalken. Met actief spel wist Piet Jaap zover te krijgen dat de zetten herhaald werden. Remise dus.

Dingnis Lokerse had een mooi trucje in de opening, won materiaal, maar speelde het niet goed uit, zodat neef Dies er met de buit vandoor ging.

Alexander van ’t Hoff had zich voorgenomen te rokeren. Toen hij het kort deed volgde vernietigend Lxh7. Alexander nam het loperoffer van Marco Baars niet aan. Ik heb het niet helemaal gezien, maar weet niet zeker of slaan en met de koning “vluchten” naar g6 speelbaar was. Ongetwijfeld niet, maar nu werd Alexander ook weg getikt, alhoewel Marco een paar keer een snelle winst miste. Mooie partij van Marco.

Peter van der Borgt


 

Ronde 4

14-10-2019

 

1 Wouter Bliek Marko Burger 1 0
2 Lennard Duynkerke William Duynkerke 1 0
3 Rinus den Hollander Bram Boone 0,5 0,5
4 Eric Dek Jan Capello 0,5 0,5
5 Freek Pruis Alexander van ’t Hoff 0 1
6 Jaap van Oosten Dies Lokerse 1 0
7 Piet van Boven Dingnis Lokerse 1 0


Familie?

Aangezien we bij DZD best wel wat familiekoppels hebben ( den Hollander, Lokerse en Duynkerke), ontkom je er niet aan dat je wel eens tegen elkaar moet spelen. Nu was Lennard aan William gekoppeld. Lennard met wit won een pionnetje en liet zijn broer daarna eigenlijk kansloos. Bij een positieve benadering kun je zeggen dat ze het maximale resultaat als familie hebben behaald. En bij een negatieve opvatting het minste (een vol punt). Bij onze Lokerse(s) ging het snel verkeerd. Beiden gaven een pion en later meer materiaal. Om te winnen moet je toch blijven opletten maar Jaap en Piet pakten gewoon hun tijd en speelden het correct uit.

Het laatste koppel, Den Hollanders, was niet compleet en Gayan kon zo zijn mooie eerste plaats in de competitie niet verdedigen tenzij Marko Burger niet verloor, maar Marko liep in de opening averij op en moest een pion en de rokade opgeven. Het leuke/vervelende was dat wit deze exacte openingsval in een 3 minuten potje diezelfde dag al eens op het bord had gehad. Ondanks goed actief tegenspel kon zwart niet voorkomen dat er daarna veel materiaal afging en in het eindspel kwam wit in een gewonnen stelling door de pion terug te geven en met zijn koning naar binnen te huppelen.

Rinus den Hollander had in een Koningsindiër weliswaar een ruimteoverwicht maar met een achtergebleven pion en een tikkende klok zat er niet meer in dan een remise tegen een stug verdedigende Bram Boone.

Dat Freek Pruis tegen Alexander van ’t Hoff niet stug verdedigde, was geen verrassing want daar doet Freek niet aan. Aanvallen is het devies maar dit keer ging dat helemaal mis en Alexander zette wit helemaal op het verkeerde been. Zwart had alles actief en de witte stukken konden niets meer. Alexander liet zich niet verleidden tot snelle (en vaak dus ook slechte) zetten maar bleef rustig nadenken over hoe wit te vloeren en dat lukte.

Eric Dek leek Jan Capello van zijn 100% score af te krijgen (in remises). Met een kwaliteit meer, een blote koning van zwart en meer tijd leek Eric op de winst af te stevenen, het vervolg van de partij heb ik gemist maar Jan slaagde er toch in om de remise binnen te halen en is nu de onbetwiste remisekeizer ( 4 uit 4 ! )


Ronde 3

7-10-2019

1 William Duynkerke Gayan den Hollander 0 1
2 Wouter Bliek Rinus den Hollander 1 0
3 Lennard Duynkerke Wilco Krijnsen 0,5 0,5
4 Jan Capello Marco Baars 0,5 0,5
5 Eric Dek Freek Pruis 1 0
6 Dies Lokerse Alexander van ’t Hoff 0 1
7 Peter van der Borgt Piet van Boven 1 0
8 Krijn Saman Marius Leendertse 1 0
9 Dingnis Lokerse Jaap van Oosten 0 1

Knock out or in?

Freek Pruis trapte in een opzichtig trucje van Eric Dek, zodat de schaker-duivenmelker er met het volle punt vandoor ging. Piet van Boven speelde rustig, zag Peter van der Borgt dreigend naar h7 kijken. Die dreiging had hij met e6-e5 kunnen afwenden. Hij speelde echter g6, wat direct een pion kostte en indirect snel mat opleverde. Dies Lokerse gaf pion g4 weg, maar eigenlijk was het geen weg geven, maar offeren. Dies nam zijn kans om twee torens op de open g- en h-lijn te zetten echter niet waar en Alexander van ‘t Hoff nam het punt mee naar West-Brabant. Dingnis Lokerse bezorgde Jaap van Oosten best wat hoofdbrekens. Maar de net weer een jaartje ouder geworden Jaap brak zijn hoofd op de goede manier en kon een 1 bij schrijven.

Van de partij Capello – Baars heb ik het begin gemist. Na Pd5 van Marco met aanval op Jans dame leek het me toe dat er een interessante stelling ontstond met voldoende dynamiek en kansen voor beide spelers. Maar niet veel later was het remise. Regeerde de angst?

Krijn Saman kwam weer een kwaliteit achter, maar wist zich weer naar een materieel gelijke stelling te manoevreren. Marius ging later nog een keer in de fout en verloor zelfs nog,

Wouter Bliek speelde tegen Rinus den Hollander en kreeg een voordeeltje omdat de zwarte damevleugel versnipperd werd. Zwart bleef zeker in de partij doordat het ongelijke loper spook in de stelling bleef maar met een dame en die ongelijke lopers was het vervelend verdedigen. Een pionnetje ging nog verloren en mede door de tikkende klok bleek het witte initiatief te sterk.

Tenslotte de Duynkerkes, Lennard en William. Vanwege hun jonge leeftijd wordt in partijen waarbij ze betrokken zijn een tempo van 1 uur knock out gehanteerd. Maar de jongelui spelen niet als jongelui; ze gebruiken hun tijd maximaal. Qua niveau zijn ze inmiddels ook geduchte tegenstanders voor elke deelnemer aan de interne competitie van De Zwarte Dame. En in deze 3e ronde bleek dat knock out tempo tot onbevredigende eindresultaten te leiden.

Nadat Gayan den Hollander de winnende zet (Tg2) had gemist verzandde de partij in een potremisestelling. Williams koning kon voorkomen dat Gayans koning bij de zwakke pionnen op h4, g3 en f4 kon komen en Williams zwakke witveldige loper was net sterk genoeg om die pion op g3 te blijven dekken. Met increment had William het zeker remise gehouden, nu verloor hij. Broer Lennard was een kwaliteit achter gekomen tegen Wilco Krijnsen, maar liet zien het schwindelen prima te beheersen; hij dwong Wilco tot veel nadenken en hier viel Wilco’s vlag, weliswaar in straal gewonnen stelling. Dat het remise werd kwam omdat Lennard geen materiaal meer had (behalve zijn koning uiteraard).

Na drie rondes is de stand best verrassend: Gayan den Hollander nog steeds op kop, op de voet gevolgd door clubkampioen Wouter Bliek. Opvallend is ook dat er twee spelers zijn met 3 uit 3! Waarom staan die dan niet aan de leiding? Welnu, dat is simpel: zij hebben 3 remises gescoord: Marco Baars en Jan Capello zijn blijkbaar uit op de titel “Remisekoning”. Wilco Krijnsen lijkt hun grote concurrent te worden met (2 remises dus) uit 2.

 


Ronde 2

23-9-2019

1 Gayan den Hollander Wouter Bliek 0,5 0,5
2 William Duynkerke Rinus den Hollander 0,5 0,5
3 Jan Capello Lennard Duynkerke 0,5 0,5
4 Marco Baars Peter van der Borgt 0,5 0,5
5 Alexander van ’t Hoff Eric Dek 0 1
6 Dies Lokerse Freek Pruis 0 1
7 Jaap van Oosten Krijn Saman 0,5 0,5
8 Marius Leendertse Dingnis Lokerse 1 0

 

Baudet, een Nederlands kampioenschap en o ja, ook nog wat nieuws over de interne competitie

Aan de titel kunt u het al aflezen, de voorzitter, ook wel de scribent van de competitieverslagen, heeft weer geen goed resultaat neergezet, En uiteraard, dat klopt. Wilt u de naam van de voorzitter in de stand terugvinden, is het beste advies onderaan te beginnen. Maar daarover straks meer.

Want die voorzitter had zo’n goede voorbereiding gehad. Hij had namelijk een prima score neergezet op het onder auspiciën van de KNSB (ja, de schaakbond, niet de schaatsbond) georganiseerde Nederlands Kampioenschap op zaterdag 21 september in Rotterdam in het Topsportcentrum, tegenover de enige echte VoetbalTempel in Nederland: De Kuip. U weet wel, waar de meest Onvoorspelbare Ploeg van Nederland speelt, toevallig ook de club waarvan uw voorzitter 55 jaren geleden een pyjama kreeg (wat heeft zijn vader dat kind laten lijden).

Nu heeft dat Feyenoord tegenwoordig ook al andere sportafdelingen (risicospreiding zou je denken, maar ook de basketbal en futsal-tak doen niet echt mee voor de prijzen) en toevallig moest de basketbal-tak ook trainen. Grappig dat je dan mannen (en jongens) van een meter of twee (en hun, voor mijn gevoel, nog langere trainer, Van Helfteren, een icoon in Nederland op basketbalgebied) in het echt ziet en dat die gasten dan echt LANG zijn.

Wat die basketballers in de lengte hadden, hadden meerdere schakers in de breedte. Zelfs een fractievoorzitter (dikker dan ik dacht) van een partij die in de Tweede Kamer nogal schamel vertegenwoordigd is, was er en hij deed ook nog mee aan dat NK: Thierry Baudet! Thierry Baudet?? Ja, Thierry Baudet!!

Terug naar de voorzitter, die in 4 partijen tegen spelers die een hogere rating hadden dan de voorzitter 3½ punt haalde (de remise was tegen ex-Goes-speler Rien de Böck) in partijen die ook eigenlijk best goed waren, gegeven het tempo van 15 minuten en een paar seconden (weet niet meer hoeveel) increment. De 5e partij (tegen een speler met een rating van 1500+) verloor de voorzitter, uiteraard zou ik eraan toe willen voegen.

Immers, in de 1e ronde van de interne competitie was Gayan den Hollander te sterk, omdat Peter van der Borgt (want daar hebben we het over) met een waardeloze pluspion op winst speelde die er niet was en dus verloor. Tegen Marco Baars kwam Peter twee pionnen voor, waarvan één gambietpion. In plaats van afwikkelen besloot Peter in troebel water te gaan vissen. Onder het mom van “te mooi om niet te doen” deed hij een leuke (maar slechte) zet en verspeelde hij zijn voordeel een beetje, maar leek toch nog aan het langste eind te kunnen trekken door een oprukkende c-pion. Toen hij die onnodig verloor, was eeuwig schaak door Marco onvermijdelijk, alhoewel Peter nog serieus nadacht om zijn koning onbeschermd naar het midden van het bord te laten lopen. Als hij de ronde ervoor zijn hand niet tegen Gayan had overspeeld, had hij dit zeker gedaan, maar nu koos hij voor de zekerheid van de remise in plaats van harakiri te plegen (in de nazit gaf Rinus den Hollander namelijk feilloos aan dat het eeuwig schaak opheffen tot mat in een paar zetten had geleid).

Overigens was Rinus tegen William Duynkerke niet verder gekomen dan remise. Een saaie partij (leek een beetje op halma voor gevorderden, alles werd dicht geschoven). Maar knap van William. Broer Lennard (die de zaterdag ervoor in Sas van Gent het jeugdtoernooi daar gewonnen had, knap!) speelde ook remise. Hij kwam een pion voor tegen Jan Capello, maar Jan had compensatie doordat Lennards koning niet zo veilig stond en Lennards stukken minder ontwikkeld waren dan die van Jan. Toen Jan herhaling van zetten kon afdwingen of een pion winnen, werd het de zettenherhaling. Van de acht partijen eindigden er nog twee in remise. Ik kan me niet herinneren dat het remisepercentage ooit boven de 50 uit is gekomen in de interne competitie.

Er waren ook nog drie zeges te noteren. Alexander van ’t Hoff sloeg in het Frans verkeerd terug en verloor zo een centrumpion. Gelukkig bleef hij rustig en moest Eric Dek hard werken om het voordeeltje vast te houden. Voor zover ik het kon zien, ging het fout met nadat Alexander met c4 de stelling opende. Niet dat dat slecht was, maar in de afwikkeling die uiteindelijk daarna volgde bleek Eric beter te kunnen rekenen.

De neven Lokerse verloren allebei, maar van die partijen heb ik te weinig gezien om er ook maar iets zinnigs over te kunnen vertellen. Dan de twee andere remises. Krijn Saman was tegen Jaap van Oosten een kwaliteit achter gekomen en ik kon de compensatie voor Krijn niet vinden. Er was dan ook een foutje van Jaap voor nodig om de partij in remise te laten eindigen.

Gayan den Hollander was niet bang van de clubkampioen en viel lekker aan tegen Wouter Bliek. Bij Gayan willen aanvallen nog wel eens dood bloeden, waarna Gayan alle zeilen bij moet zetten om onhandig gepositioneerde stukken of pionnen niet te verliezen. Tegen Wouter was dat zeker niet het geval en moesten alle hersencellen van Wouter aan het werk om Gayans aanval te neutraliseren. Dat lukte, maar voor een winstpoging had Wouter te weinig aanknopingspunten. Zo was deze partij in mijn geheugen beland. Maar Wouter wist me later te melden dat deze omschrijving misschien nog iets te veel eer voor hem was. Maar goed: het werd dus remise. Prima partij van Gayan, die zodoende aan de leiding blijft.

Peter van der Borgt

NB: Voor de mensen die benieuwd waren naar dat Nederlands Kampioenschap waar Peter aan deelnam. In de stand van de interne competitie vindt U Peter nu dus terug op plaats 18! Van de 23! Op dat NK was Peter als 8e geëindigd van de 65!

U vraagt zich misschien welk NK? NK voor voorzitters (Baudet deed immers mee)? NK voor zich zelf overschattende personen (Baudet deed immers ook mee)? Stond NK helemaal niet voor Nederlands Kampioenschap, maar misschien voor liefhebbers van Noord-Koreaanse toestanden (Baudet deed immers ook mee en de manier waarop Otten werd geslachtofferd vond Otten Noord-Koreaans)?

Nee, het was een echt Nederlands Kampioenschap, namelijk Bedrijvenschaak. Forum voor Democratie ziet zich blijkbaar als een Bedrijf en deed mee en hadden best een aardig eerste bordspeler: Loek van Wely, Eerste Kamerlid voor die Partij. Baudet zat aan het 4e bord en als teamleider fungeerde “gewoon” Nederlands Kampioen, Lucas van Foreest. Of die iets met Forum heeft weet ik niet, maar als teamleider stond hij zijn mannetje.

Zelf deed ik mee met het team van mijn werkgever. Van het viertal was ik de 5e man. Gelukkig mochten we wisselen en speelde ik 5 van de 7 ronden mee. Onze eerste bordspeler, Roger Meng, een FM met een rating van 2467, mocht alle wedstrijden meespelen en haalde op zakelijke wijze 6½ punt binnen. De andere spelers (een heuse WGM met een 2200-plus-rating, een 2100-plus-speler van Dordrecht en een bijna-2000-speler van Stukkenjagers) behaalden een minder resultaat dan verwacht waardoor we net niet meededen voor Het Podium. Dat deed Forum ook niet, waardoor ik (ik zat dus als ik mee deed op bord 4) de kans niet kreeg Baudet op het bord te bekampen (hij speelde ook aan 4). In een vrije ronde kon ik met eigen ogen waarnemen dat Baudet zeker geen slechte schaker is.

Maar het meest positieve was dat hij zich de hele dag als schaker gedroeg, zich niet op de voorgrond plaatste (eerder het tegendeel) en dat anderen, als ze hem al (her)kenden (schakers zijn immers toch wat wereldvreemde mensen), hem “schaker onder de schakers” lieten zijn.


Ronde 1

9-9-2019

 

1 Eric Dek William Duynkerke 0 1
2 Alexander van ’t Hoff Jan Capello 0,5 0,5
3 Krijn Saman Rinus den Hollander 0 1
4 Eric Clarisse Jaap van Oosten 1 0
5 Peter van der Borgt Gayan den Hollander 0 1
6 Herman Schoonakker Dingnis Lokerse 1 0
7 Freek Pruis Wouter Bliek 0 1
8 Wilco Krijnsen Marco Baars 0,5 0,5
9 Lennard Duynkerke Marius Leendertse 1 0
10 Dies Lokerse Paring bye

 

Van Tex naar Oleg om via Vladimir en een jong Singaporeesje uiteindelijk bij een smadelijke nederlaag terecht te komen

Op dinsdagavond (de dag na de eerste ronde in de Interne Competitie) zat ik in de auto van Amsterdam naar Kruiningen. Op de radio (staat meestal bij mij op 1) was het programma “Kunststof”. Nu denk ik dat niet veel van de lezers die uitzending hebben beluisterd. Maar ik dus wel. Er was een interview met Tex de Wit. Mogelijk kennen jullie hem. Ik in elk geval van “Zondag met Lubach” en “Makkelijk Scoren”, twee televisieprogramma’s die inhoud en humor combineren. Maar Tex is ook “schaakkampioen”; tenminste zo wordt hij door de Hilversumse leken vaak genoemd. Okay, hij kan aardig schaken (KNSB ELO is nu 2347 en FIDE ELO is 2296; hij zou voor ons cluppie dus zeker een aanwinst zijn), maar schaakkampioen is hij niet.

Maar goed; Tex was op de radio. Voor diegene die (het tweede deel van) het interview wil horen: NPORADIO1. Voor de mensen waarvoor dat teveel moeite is of te oninteressant (de interviewster is zo’n randstedelijk type die de helft van de keren niet luistert en van schaken niks snapt, waarbij ze dat laatste overigens ruiterlijk toegeeft). Op een gegeven moment kwam een vraag in de trant van “welke grootmeester vind je heel interessant?”. Je probeert die vraag dan voor jezelf te beantwoorden. Je komt dan uit bij de grootmeesters waartegen jezelf hebt geschaakt. Dat zijn er natuurlijk heel weinig. Het stopt bij een paar potjes in de HZ-toernooien die ik gespeeld heb. Ondanks dat ik dit jaar tegen een jeugdheld hebt gespeeld, Oleg Romanishin, kwam toch meteen Vladimir Epishin in me op.

Ik kan me voorstellen dat er nu mensen zijn die denken “wat heeft dit met de eerste ronde van de Interne Competitie van De Zwarte Dame te maken?” en degene die schrijver dezes kennen weten het antwoord al “Niks; het is een krampachtige poging de aandacht van een nederlaag van hem af te leiden”. En dat klopt uiteraard.

Terug naar dat interview, want ik bleef natuurlijk luisteren. En verhip, wat was het antwoord van De Wit (nadat hij eerst Kasparov had genoemd): Vladimir Epishin! Die Epishin had een keer van hem verloren door in een poging een remisestelling toch te winnen zijn hand te overspelen. Dat was niet direct de reden dat De Wit aan Epishin dacht, maar wel dat de Rus hem vervolgens begon uit te schelden. Later gaf Epishin aan dat voor hem dat puntverlies gewoon geld kostte en dat hij dat geld gewoon nodig heeft voor zijn levensonderhoud. Bij mij deed hij iets vergelijkbaars toen ik hem (in een volgens de engine potremisestelling) remise aanbood en dat aanbod afwees met “Idiot”(op zijn Duits uitgesproken). En later voelde ik me inderdaad een idioot, want ik verloor die partij doordat ik het eindspel verknalde.

Tegen Romanishin heb ik geen remise aangeboden. Maar dat konden jullie al lezen onder schaakpartijen.

Nu was ik over mijn partijen in dat HZ-toernooi best tevreden. Bij Rinus den Hollander was dat wat minder, zoals uit zijn partij tegen dat gastje uit Singapore blijkt. Sportjournalisten zouden dan de onzinnige stelling hebben dat ondergetekende in vorm is en Rinus niet. Het bewijs van de onzinnigheid volgt nu.

Nou Rinus won namelijk meteen in de eerste ronde van de Interne Competitie! Leuk dat Rinus na vele jaren weer aan de Interne mee doet. Hij trof een andere (maar dan een paar jaren geleden al) herintreder: Krijn Saman. Krijn is één van die spelers die d4 en Lf4 combineren. Een opzet waar je met zwart niet makkelijk iets tegen bereikt. Ook Rinus niet. Bijna als laatste waren ze klaar. Pionverlies van Krijn luidde zijn nederlaag in. Op papier een logische nederlaag, want zoals altijd was de eerste ronde zo ingedeeld dat (op basis van rating) het linker rijtje tegen het rechterrijtje moest. De afgelopen jaren leidde dat altijd tot de (verwachte) 1-0 of 0-1 uitslagen. Dit keer zeker niet (U heeft ongetwijfeld al een flauw vermoeden welke speler in elk geval de verwachte score niet haalde).

Er waren twee remises. Logischerwijs waren dat dus verrassingen. En heel eerlijk: daar mochten de spelers uit het linker rijtje zeker niet ongelukkig mee zijn. Marco Baars kwam een pionnetje voor tegen Wilco Krijnsen, maar dat bleek te weinig op te winnen. En Jan Capello die in een door hem geliefde open stelling terecht kwam, zag dit keer geen tactische trucs om Alexander van ‘t Hoff te verslaan.

Dan was er nog een partij waarover valt te twisten of het een verrassing was of niet. Eric Dek was ook weer terug. Hij mocht tegen William Duynkerke. Eric heeft een jaar bijna niet gespeeld en Eric komt altijd in tijdnood. Dat is normaal niet erg, want je krijgt er per zet 30 seconden bij en Eric is prima in staat in die 30 seconden een redelijk tot goede zet te bedenken. Alleen tegen William is het tempo 1 uur knock-out. Dat wist Eric wel, maar hij realiseerde zich dat pas in een laat stadium. Er kwam ook nog eens bij dat Eric beter uit de opening kwam (zoals bijna altijd) en dat het dan (tijdrovend) zoeken is naar de winstweg. Die bleek Eric uiteindelijk gevonden te hebben, zelfs nadat Eric (uit verkeerde compassie?) William liet wegkomen met het niet naleven van de “aanraken is zetten” regel. Met beiden minder dan twee minuten op de klok kon William niets anders dan zijn paard naar f6 spelen. Weliswaar kon het paard daar geslagen worden door een pion op e5, maar die stond gepend (een toren op e3 van Eric zou dan door William geslagen worden door Wiliams toren op e8). Alleen zagen beide spelers over het hoofd dat het e5xf6+ (met schaak dus) was. En toen verloor Eric plots materiaal. Een spektakelstuk met winst voor Wiliam.

De rest van de partijen (op eentje na en u weet wel wie daar achter het bord zat) eindigde wel zoals verwacht, maar konden zeker niet allemaal als “walk overs” bestempeld worden. Integendeel. Herman Schoonakker kon een loper van Dingnis Lokerse opsluiten en dat was de sleutel tot winst voor Herman. Freek Pruis speelde zeker niet slecht tegen Wouter Bliek, maar hij deed iets vaker dan Wouter net niet de beste zet. Lennard Duynkerke (ook zo’n d4 / Lf4 speler) moest er vol tegen aan om Marius Leendertse te verslaan.

Tenslotte was er nog de partij tussen Eric Clarisse en Jaap van Oosten. Eric Clarisse meldde daar het volgende over: Moeizaam. Italiaanse partij met vastgelegde damevleugel waarbij zwart na d7-d5 net genoeg tegenspel kreeg. Het drieste g7-g5 was geen goede zet, wit had met direct h2-h4 een pion en groot overwicht kunnen verkrijgen. Verkeerde gedachte van wit dat het ook een zet later nog kon, en moest na Bb7-c8 het sterke paard op f5 terugtrekken. Na wat obscure zetten van beide kanten bood zwart remise aan, er zat echter een valletje in de stelling en wit had nog een reserve-plan (h2-h4), de zwarte stukken waren gebonden. Na afwijzen van remise aanbod “ik speel nog even door” ging zwart direct in de fout met f7-f6, het schijn-offer Be3xb8 gevolgd door Rd1xd6 was meteen uit. Zwart liet zich nog mat zetten … al met al een partij waarbij beide spelers iets van kunnen leren. (kan het nog op die leeftijd?) Ik ga er vanuit dat Eric met zijn laatste opmerking het ook over zichzelf heeft.

Welnu. Ik kan niet spreken voor Eric of Jaap, maar ik heb het opgegeven dat het (“iets leren”) bij mij (60 jaar oud) nog lukt. Ik speelde de Ruilvariant van het Frans omdat ik daar niet veel varianten voor hoef te kennen. Als je dan op de 4e zet al afwijkt, omdat je het blijkbaar niet meer weet, dat is dan “triest”. Dat ik dan vervolgens toch nog met veel trek- en duwwerk een pionnetje voorkom, kun je nog beschouwen als een staaltje vechtlust. Maar dat je dan vervolgens eerst het verkeerde plan kiest (Eric Clarisse kon me dat na afloop meteen vertellen), vervolgens met de stelling geen weg weet, dat je aanziet komen dat het remise wordt om vervolgens in een flits opeens “iets leuks” te zien om in de flits erna te zien dat dat een stuk en de partij kost kan slechts omschreven worden als “diep triest”. Gelukkig kon ik er met een tegeltjeswijsheid van Wouter (“je verloor doordat je een pion meer had”) nog een beetje om glim (of was het grim) lachen.

Maar dit alles doet niks af aan de zege van Gayan den Hollander, die daarmee ook meteen bovenaan staat (Foto van de Stand maken en Boven je Bed hangen of Meteen op Insta zetten zou mijn advies zijn).

 

Peter van der Borgt

 

O ja: Wel fijn dat Tex meldt dat schakers “leuke mensen” zijn. Dat dan weer wel!